Formule 1: Retro flashback Ronnie Peterson
Traditioneel vindt de Italiaanse GP op het eerste of tweede septemberweekend in Monza plaats. Ondanks dat er veel mooie autosportgeschiedenis geschreven werd heeft Monza een beladen historie in de uitkomst van diverse wereldkampioenschappen. 30 jaar geleden overleed Ronnie Peterson ten gevolge van de verwondingen die hij tijdens een startcrash in Monza had opgelopen. Autosport.nl blikt nog eens terug op de carrière van de snelste coureur uit de zeventiger jaren.
Tekst Willem J. Staat
Foto’s Gerrie Hoekstra
Tragische Amerikaanse parallel
Graaf Wolfgang Berghe von Trips kwam in 1961 na een botsing met de Lotus van Jim Clark op Monza om het leven. Zijn teamgenoot, de onlangs overleden Phill Hill werd op die dag wereldkampioen. Negen jaar later verongelukte Jochen Rindt in de Parabolica nadat een remschijf van de Lotus 72 explodeerde. In `1978 raakte de Zweed Ronnie Peterson met zijn JPS Lotus bij een startcrash betrokken en overleed op de maandagochtend na de wedstrijd op 34-jarige leeftijd ten gevolge van een vetembolie en het inademen van giftige dampen in een ziekenhuis in Milaan. Zijn naaste rivaal en teamgenoot Mario Andretti was daarmee automatisch wereldkampioen. Ironisch genoeg was Andretti daarmee de tweede Amerikaanse wereldkampioen na Phill Hill die zijn teamgenoot en naaste rivaal op Monza verloor.
Meest spectaculaire coureur uit de zeventiger jaren
Ronnie Peterson wordt door insiders beschouwd als één van de meest spectaculaire coureurs uit de zeventiger jaren die in 123 Grand Prix wedstrijden uitkwam waarvan hij er tien won. March en Lotus lopen als een rode draad door zijn carrière. Peterson zette in 1969 in de Formule 3 March op de autosportlandkaart nadat hij met een oude F3 Brabham en zelf aangeschafte Techno in Europa furore had gemaakt. Bij March begreep men dat men een supertalent in handen had maar omdat het fabrieksteam uit Chris Amon en Jo Siffert bestond werd Peterson in 1970 bij het privé-team van Colin Crabbe ondergebracht. Bij zijn debuut in Monaco eindigde hij direct als zevende met de March 701 Cosworth. Het daaropvolgende jaar won Peterson met March het Europese F2 kampioenschap en eindigde als tweede in het WK. In Monza werd Peterson op de finishlijn door de Brit Peter Gethin verslagen en miste nipt zijn eerste GP-zege maar eindigde als tweede in het WK. De March 721 X had een revolutionair design en was een drama. Uit pure nood werd een F2 chassis naar een Formule l omgebouwd. Een derde plek op de Nürburgring was het beste resultaat.
Tekst Willem J. Staat
Foto’s Gerrie Hoekstra
Tragische Amerikaanse parallel
Graaf Wolfgang Berghe von Trips kwam in 1961 na een botsing met de Lotus van Jim Clark op Monza om het leven. Zijn teamgenoot, de onlangs overleden Phill Hill werd op die dag wereldkampioen. Negen jaar later verongelukte Jochen Rindt in de Parabolica nadat een remschijf van de Lotus 72 explodeerde. In `1978 raakte de Zweed Ronnie Peterson met zijn JPS Lotus bij een startcrash betrokken en overleed op de maandagochtend na de wedstrijd op 34-jarige leeftijd ten gevolge van een vetembolie en het inademen van giftige dampen in een ziekenhuis in Milaan. Zijn naaste rivaal en teamgenoot Mario Andretti was daarmee automatisch wereldkampioen. Ironisch genoeg was Andretti daarmee de tweede Amerikaanse wereldkampioen na Phill Hill die zijn teamgenoot en naaste rivaal op Monza verloor.
Meest spectaculaire coureur uit de zeventiger jaren
Ronnie Peterson wordt door insiders beschouwd als één van de meest spectaculaire coureurs uit de zeventiger jaren die in 123 Grand Prix wedstrijden uitkwam waarvan hij er tien won. March en Lotus lopen als een rode draad door zijn carrière. Peterson zette in 1969 in de Formule 3 March op de autosportlandkaart nadat hij met een oude F3 Brabham en zelf aangeschafte Techno in Europa furore had gemaakt. Bij March begreep men dat men een supertalent in handen had maar omdat het fabrieksteam uit Chris Amon en Jo Siffert bestond werd Peterson in 1970 bij het privé-team van Colin Crabbe ondergebracht. Bij zijn debuut in Monaco eindigde hij direct als zevende met de March 701 Cosworth. Het daaropvolgende jaar won Peterson met March het Europese F2 kampioenschap en eindigde als tweede in het WK. In Monza werd Peterson op de finishlijn door de Brit Peter Gethin verslagen en miste nipt zijn eerste GP-zege maar eindigde als tweede in het WK. De March 721 X had een revolutionair design en was een drama. Uit pure nood werd een F2 chassis naar een Formule l omgebouwd. Een derde plek op de Nürburgring was het beste resultaat.