Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet
Diversen

Hoe is het nu met… Jim Vermeulen

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Hij vertelt zijn verhaal na afloop van ‘Een avond met… Jim Vermeulen’ op 27 maart, de tweede bijeenkomst in de nieuwe avondenreeks van de Nederlandse Autorensport Vrienden, opnieuw met Maarten Buitenhuis van Tachyon Motorsport in Eemnes als gastheer. Niet alle 281 races waaraan Vermeulen heeft deelgenomen kwamen aan bod, evenmin als zijn 56 podia en 12 algemene overwinningen. Toch was er genoeg tijd om een hele reeks fraaie anekdotes in herinnering te brengen en in ieder geval in vogelvlucht de hele racecarrière van Vermeulen de revue te laten passeren.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Vermeulens wieg stond in Den Haag, waar hij in 1948 werd geboren als de helft van een tweeling. “Loek had de kilo’s, die broer van mij vrat alles op! Dus ik kon linea recta in de couveuse. Ik denk dat ik daar mijn vraatzucht aan heb overgehouden. Ik heb uiteindelijk een maagbandje laten aanleggen en dat werkt perfect. Sindsdien weeg ik constant 90 kilo en zeul ik alleen nog wat oud vet mee.”

Zoals elke eeneiïge tweeling deden Loek en Jim in hun jeugd alles samen, waarbij het tot stand brengen van explosies tot hun grootste vermaak behoorden. “Moeder had gezegd dat bougies een enorme explosie gaven, maar er gebeurde niets toen we die boven het wiegje van ons zusje hielden. Maar benzine in het riool gieten en die aansteken gaf wél enorme knallen. Een keer lieten we 20 liter erin lopen. Voordat we het aanstaken, was het al honderden meters verder de straat in gestroomd. Dus we zagen overal de putdeksels omhoog vliegen en hoorden achteraf dat in de huizen de stront tegen de plafonds zat…”

Intussen scheurden ze natuurlijk op brommers rond. Totdat ze aan de andere kant van de stad een Triumph Tiger vonden, een 500cc twin. “Mijn moeder had al gezegd: als je nog één keer wordt thuisgebracht door de politie, dan gaan jullie naar kostschool. Dus we dachten: misschien moeten we die Tiger toch maar niet naar huis rijden. Toch moesten we een keer het goede moment vinden. Maar net toen we dat ding het pad op reden, kwam mijn moeder de voordeur uit. De volgende ochtend werden we afgeleverd bij de kostschool…”

OLYMPUS DIGITAL CAMERA


Daar – en vervolgens op hun eigen houtje in Duitsland en Zwitserland – leerden ze hun talen en smeedden ze hun plannen om nog verder te reizen én te gaan racen. Dat zat deels in de genen, want ook al vond vader Vermeulen het helemaal niks – “hij noemde ‘t ‘het rotte racen’” – moeder Vermeulen reed al rally in de tijd van de grote internationale sterritten en monsterrally’s. Ook broer Hubert was sportief en werd een uitermate verdienstelijk schaatser, maar zijn Simcaatje vond hij toch leuker. Dat stak de tweeling aan, waardoor ook hun race- en rallycarrière in de Simca’s van start ging. Maar ook Afrika lonkte intussen en dáárvoor was vader Vermeulen wel te porren: met drie DAF’s begonnen ze aan Operatie Giraffe, een volledige rondrit van het continent Afrika. “We dachten dat we in zes maanden klaar zouden zijn. Maar toen waren we pas in Nairobi! Het werden uiteindelijk 16 maanden. 60.000 kilometer met 123 lekke banden, waarvan 108 linksachter. In Ethiopië deden we 124 kilometer in een week... Ik heb zó veel gesleuteld dat ik bij thuiskomst dacht: ik raak nooit meer een moersleutel aan!”

Al in Afrika bereikte hen het nieuws dat broer Huub een Formule Ford had gekocht, en dat zette Jim aan tot de racecursus van de Rensportschool Zandvoort – die hij in 1970 wist te winnen, een jaar vóór Jan Lammers. Samen met de Frankenhouts werd het Dutch National Racing Team opgezet en na een begin met een tweede Simcaatje schakelde de equipe over op Opel. Met de Ascona’s en de Commodores behaalde het DNRT zijn grote successen in het NK, tijdens de 24 Uur van Spa en in de langeafstandsraces op de Nürburgring, zoals de Marathon de la Route. In de formuleauto’s won Vermeulen intussen meteen zijn eerste race, weliswaar een cadeautje nadat Roelof Wunderink zijn concentratie even verloor, maar toch. “Dat was de beste stap: voor relatief weinig geld rij je net zo hard als in een Porsche.”

Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet