Formule Ford smaakmaker van Trophy of the Dunes (lang)

Voor de Fransman Didier Colombat was de Tarzanbocht un petit peut te moeilijk.

Herkansing
Het mooie van twee races op één dag is dat iedereen zich snel kan revancheren van de mogelijk gemiste kansen in de ochtend. Nieuwe ronde nieuwe kansen, en het mooie voor de minder succesvollen in de ochtend was dat de startgrid van race 2 bepaald werd door de tweede beste tijd in de kwalificatie. Dit uiteraard tot minder fortuin voor de mensen die zaterdag problemen kenden. De top-tien van de startopstelling zag er in race twee als volgt uit: De Ruit, Catsburg, Genemans, Heemskerk, Van der Lof, Perret, Knap, Jongejans, Lukashevic, Stuart. In deze tweede race konden er prijzen verdeeld worden: Catsburg moest voor De Ruit finishen om het kampioenschap in de First Division binnen te halen. Ook Michel Florie had kansen op de Nederlandse titel, maar hier zou na de race nog een wiskundig model op los moeten worden gelaten; te veel dus om tijdens de race al mee bezig te zijn.



Bij de start greep Romano de Ruit gelijk de koe bij de horens en zette zijn bolide voor die van Catsburg. Daarachter sloot Auke Genemans aan. Benoit Perret verschalkte Shirley van der Lof, die op de vijfde plaats aansloot. In die openingsfase waren uiteraard alle ogen gericht op Michel Florie, maar deze kwam niet tot de wonderen die hij in de eerste race verrichtte. “In de eerste race doet iedereen het een beetje rustig aan, daarvan kon ik profiteren, maar nu zag je dat het een beetje een puinhoop werd.”
Met deze puinhoop doelde Florie op een kluut Fordjes die elkaar wat tikjes uitdeelden. Florie viel hierbij ver terug en liep ook beschadiging op aan zijn Ford, voornamelijk aan het rechter achterwiel. Wie hier onder andere van profiteerden waren de KTG-rijders Rogier Jongejans en Simon Knap, die in de eerste race voornamelijk met elkaar aan het knokken waren, maar nu gebroederlijk naar voren reden.



“Misschien hadden we dat vanochtend ook beter kunnen doen,” was de gedeelde opinie, “dan hadden we toen misschien ook verder naar voren kunnen rijden. Maar toen wilden we elkaar gewoon graag verslaan.”