Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet
Algemeen

Dragracing: European Finals, thriller zonder Nederlands happy end


ef_knihtila
Eero Knihtilä doorbreek als eerste de 6,8 seconden-barrière en vestigt met 6,781 seconden een nieuw Europees record

Kleine verschillen
Ook in de Pro Stock klasse groeide de ontknoping in de titelstrijd naar een climax. In dit geval ontmoetten de twee overgebleven titelkandidaten elkaar in de finale en de winnaar zou tevens het kampioenschap voor zich opeisen. Eerder dit jaar bleek al dat de Pro Stock klasse in niveau snel gegroeid is, Santa Pod bevestigde dit beeld nog maar eens. De volledige top acht kwalificeerde zich onder de zeven seconden terwijl maar liefst vijf daarvan ook nog onder de 6,9 seconden doken. Dat de nummer twee uit de tussenstand van het kampioenschap, Eero Knihtilä, de titel nog niet uit zijn hoofd had gezet werd in de kwalificatie al duidelijk. De Fin pakte met 6,806 seconden de eerste positie, voor leider Jimmy Alund (6,809 seconden), Michael Malmgren (6,815 seconden) en de verrassend snelle rookie Jonas Dantanus (6,836 seconden). De 203,59 mph van Malmgren betekende een nieuw Europees snelheidsrecord voor de klasse.
 
ef_alund
Jimmy Alund (voorgrond) doet het weer op reactietijd en klopt Eero Knihtilä op de startlijn

Winst op reactietijd
Knihtilä had zelfs nog wat over want in de kwartfinale van de eliminaties zette de Fin met 6,797 seconden de eerste run in Europa onder de 6,8 op de klokken. In de halve finale plakte Knihtilä daar tegen Dantanus met 6,781 seconden een nieuw Europees record aan vast en stond daarmee in de finale. Aan de andere kant van de eliminatieladder rekende Alund in de halve finale weer eens op reactietijd af met de snellere Malmgren. De finale tussen Alund en Knihtilä moest daarmee de beslissing brengen in de titelstrijd. De winnaar van de race mocht zich tevens de nieuwe Europees kampioen noemen. En weer toonde Alund zijn absolute klasse door op reactietijd af te rekenen met Knihtilä. Met 0,053 tegen 0,136 seconden was de Zweed net voldoende eerder weg om de snellere Fin (6,841 tegen 6,867) op de finishlijn voor te blijven. Alund verlengde daarmee zijn Europese titel met nog een jaar.

ef_bellio
Danny Bellio weer goed voor persoonlijke records

Persoonlijk record
Bij de Top Methanol Funny Cars lagen de beste titelkansen bij leider Freddy Fagerström en Leif Andreasson met als outsider regerend kampioen Ulf Leanders. Andreasson pakte met 5,713 seconden de snelste kwalificatietijd, voor publiekslieveling Fagerström met 5,727 seconden. Succes was er opnieuw voor Danny Bellio. Niet alleen plaatste de Belg zich als zevende voor de eliminaties, met 6,05 en 6,01 seconden verbeterde Bellio tot twee keer toe zijn persoonlijk record.

ef_fagerstrom
Fast Freddy Fagerström

Eerste titel
In de eerste eliminatieronde maakten de favorieten geen fouten. In een ultieme poging de snellere Fagerström te kloppen trok Bellio een rood licht. Andreasson had een bye run terwijl Leanders zonder al te grote problemen Jarmo Kuutniemi terugwees. In de halve finale moest Andreasson het opnemen tegen Leanders. Geen van twee maakte een perfecte run maar uiteindelijk passeerde Leanders als eerste de finishlijn. Daarmee was de in de line up nog wachtende Fagerström onafhankelijk van de uitslag van zijn eigen halve finale zeker van de titel. En dat was maar goed ook want in een fraaie run zag de Zweed met 5,819 tegen 5,829 seconden de winst naar Dan Larsen gaan. In de finale kreeg Leanders met gripproblemen te kampen waardoor Larsen in 5,929 seconden de overwinning mee naar Denemarken kon nemen.

ef_wilson
Dave Wilson

Weer een titel
Minder verrassend waren de ontwikkelingen bij de Top Methanol Dragsters. De bekende topdrie, Dave Wilson, Peter Schöfer en Rob Turner maakte ook nu weer de dienst uit al kon de Duitser dit keer het hoge tempo van het Engelse duo net niet volgen. In de kwalificatie eiste regerend kampioen en titelfavoriet Wilson.met 5,456 seconden de snelste tijd voor zich op, voor Turner die met 5,496 seconden voor het eerst onder de 5,5 dook. Schöfer bleef steken op 5,606 seconden. Persoonlijke records waren er voor Paul Ingar Udtian (5,642 seconden, vierde) en Timo Habermann (5,748 seconden, vijfde). Omdat de favorieten in de kwartfinales geen fouten maakte moest Wilson het in de halve finale opnemen tegen Habermann en Schöfer tegen Turner. Wetende dat ze het op basis van snelheid zouden afleggen gokten Habermann en Schöfer op een snelle reactietijd. Het duo overschatte zichzelf echter iets en trok een rood licht. Met zijn halve finale-winst was Wilson meteen verzekerd van weer een Europese titel. Turner had zich tijdens de eliminaties weer verder verbeterd naar 5,48 seconden, hield deze vorm in de finale vast, zette een 5,485 seconden op de klokken maar werd op reactietijd geklopt door een met 5,492 seconden net iets langzamere Wilson.
Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet