Formule 1: Alonso slaat zijn slag
Het vreugdedansje was vandaag van Fernando Alonso, want hij deed uitstekende zaken voor het kampioenschap. Terwijl Michael Schumacher de race dreigde te gaan winnen liet zijn, normaliter uiterst betrouwbare, Ferrari-motor hem in de steek, wat Alonso de leiding in handen gaf. Met nog één race te gaan bedraagt Alonso’s tien punten. Schumacher kan alleen nog wereldkampioen worden als hij zijn laatste race wint en Alonso geen punten haalt.
Tekst: Daan Jeuken
Bij de start neemt Alonso gelijk Jarno Trulli te grazen. Zijn teamgenoot Fisichella verliest een plaatsje aan Jenson Button, maar enkele ronden later pakt de Italiaan deze plaats weer terug. Felipe Massa behoudt de leiding, maar hiervan kan hij niet lang genieten. In de tweede ronde laat Massa namelijk zijn teamgenoot voorbij, zodat hij de buffer achter Schumacher kan vormen. Toch weet Schumacher niet gelijk weg te rijden bij de rest van het veld. Achter de Ferrari’s jaagt Alonso op Ralf Schumacher, maar wanneer de Spanjaard zich verremt voor de brug moet hij zijn jacht kortstondig staken.
In de openingsfase ontstaat er een mooi duel tussen de twee Nederlanders Albers en Doornbos. Albers verloor bij de start een plaatsje waardoor hij recht voor de neus van Doornbos kwam te rijden. Om de eer van het vaderland valt Doornbos zijn ex-teamgenoot aan, die enkele ronden kan pareren, maar in de negende ronde beslecht Doornbos het pleit in zijn voordeel. De jacht van Alonso duurt elf rondjes. Op het moment dat Toyota zich gaat opmaken voor de (vroege) pitstops en Trulli als eerste binnenroept passeert Alonso Ralf Schumacher in de eerste bocht. Het lijkt nu wachten te zijn voordat Alonso het gat naar de Ferrari’s heeft dichtgereden, maar hierbij krijgt de Spanjaard hulp uit onverwachte hoek. Net als de Toyota’s moet ook Felipe Massa heel erg vroeg stoppen, waardoor Alonso nu de jacht kan openen op zijn directe concurrent.
Hieraan begint Alonso voortvarend, met een rondje dat acht tienden sneller is dan die van Schumacher, waarmee het gat 4,5 seconden bedraagt. Aanhaken kan Alonso nog niet voordat ook hij zijn stop moet maken, maar in twee rondjes tijd weet hij wel Felipe Massa, die achter Heidfeld hangt, voorbij te stevenen. Na Buttons stop rijdt Alonso weer tweede. Wanneer Schumacher dan ook zijn stop maakt bedraagt het verschil tussen de twee vijf seconden bedraagt. Achter Schumacher rijdt, nadat iedereen zijn stop heeft gemaakt, Massa, voor Trulli, Ralf, Fisichella, Button en Räikkönen.
Na twintig rondjes is het voor Albers helemaal gedaan, wanneer zijn achterwiel plotseling afbreekt, de achtervleugel meenemend. Albers kan niets dan de pits indraaien. “Ik had al de hele race veel turbulentie, mijn kiezen trilden er bijna uit, en kreeg steeds meer overstuur. Als ik geen problemen had gehad had ik misschien wel voor de Red Bulls kunnen winnen, maar ook dit is autosport.”
Halverwege de race beginnen stilletjes aan wat coureurs hun concentratie te verliezen. Eerst is het Scott Speed die grind hapt en daarna weet ook Robert Kubica zijn bolide niet op het grijze lint te houden.
Tekst: Daan Jeuken
Bij de start neemt Alonso gelijk Jarno Trulli te grazen. Zijn teamgenoot Fisichella verliest een plaatsje aan Jenson Button, maar enkele ronden later pakt de Italiaan deze plaats weer terug. Felipe Massa behoudt de leiding, maar hiervan kan hij niet lang genieten. In de tweede ronde laat Massa namelijk zijn teamgenoot voorbij, zodat hij de buffer achter Schumacher kan vormen. Toch weet Schumacher niet gelijk weg te rijden bij de rest van het veld. Achter de Ferrari’s jaagt Alonso op Ralf Schumacher, maar wanneer de Spanjaard zich verremt voor de brug moet hij zijn jacht kortstondig staken.
In de openingsfase ontstaat er een mooi duel tussen de twee Nederlanders Albers en Doornbos. Albers verloor bij de start een plaatsje waardoor hij recht voor de neus van Doornbos kwam te rijden. Om de eer van het vaderland valt Doornbos zijn ex-teamgenoot aan, die enkele ronden kan pareren, maar in de negende ronde beslecht Doornbos het pleit in zijn voordeel. De jacht van Alonso duurt elf rondjes. Op het moment dat Toyota zich gaat opmaken voor de (vroege) pitstops en Trulli als eerste binnenroept passeert Alonso Ralf Schumacher in de eerste bocht. Het lijkt nu wachten te zijn voordat Alonso het gat naar de Ferrari’s heeft dichtgereden, maar hierbij krijgt de Spanjaard hulp uit onverwachte hoek. Net als de Toyota’s moet ook Felipe Massa heel erg vroeg stoppen, waardoor Alonso nu de jacht kan openen op zijn directe concurrent.
Hieraan begint Alonso voortvarend, met een rondje dat acht tienden sneller is dan die van Schumacher, waarmee het gat 4,5 seconden bedraagt. Aanhaken kan Alonso nog niet voordat ook hij zijn stop moet maken, maar in twee rondjes tijd weet hij wel Felipe Massa, die achter Heidfeld hangt, voorbij te stevenen. Na Buttons stop rijdt Alonso weer tweede. Wanneer Schumacher dan ook zijn stop maakt bedraagt het verschil tussen de twee vijf seconden bedraagt. Achter Schumacher rijdt, nadat iedereen zijn stop heeft gemaakt, Massa, voor Trulli, Ralf, Fisichella, Button en Räikkönen.
Na twintig rondjes is het voor Albers helemaal gedaan, wanneer zijn achterwiel plotseling afbreekt, de achtervleugel meenemend. Albers kan niets dan de pits indraaien. “Ik had al de hele race veel turbulentie, mijn kiezen trilden er bijna uit, en kreeg steeds meer overstuur. Als ik geen problemen had gehad had ik misschien wel voor de Red Bulls kunnen winnen, maar ook dit is autosport.”
Halverwege de race beginnen stilletjes aan wat coureurs hun concentratie te verliezen. Eerst is het Scott Speed die grind hapt en daarna weet ook Robert Kubica zijn bolide niet op het grijze lint te houden.