Groeten van de Race of Champions vanuit Peking
Zoals alle buitenlandse bezoekers verplaatsten we ons in Peking te voet of per taxi. Dat laatste is in China heel betaalbaar en taxi's zijn er in overvloed. De, laten we maar zeggen creatieve rijstijl van de Chinezen zorgt bij iedere rit wel weer voor wat grijze haren. De claxon is van alle auto's in China zeker verreweg het meest gebruikte onderdeel. En de nodige opstoppingen waren er ook: het aantal auto's in China neemt zeer snel toe en de gevolgen daarvan blijven niet onopgemerkt.
Maar natuurlijk zijn ook fietsen overal in het straatbeeld te vinden. "There are nine million bicycles in Beijing", zong Katie Melua een paar jaar geleden. Dat geloven we meteen!
Gelukkig was er, anders dan in Okayama, ook nog wat tijd om meer van de stad te ontdekken. Wat dat betreft heeft Peking heel veel te bieden. Een bezoek aan het enorme "Plein van de Hemelse Vrede", 44 hectare groot, en de "Verboden Stad" mocht natuurlijk niet ontbreken.
Naast duizenden toeristen, zowel uit China zelf als uit talloze andere landen wereldwijd, is er op het plein vooral ook veel bewaking. Iedereen die het plein wil betreden, moet door de detector. Hier is er weer een nieuw korps bewakers in aantocht door een van de tunnels die naar het plein voeren.
De "Verboden Stad", de Chinezen spreken overigens van "Palace Museum", was vroeger het domein van de Chinese keizers. Wie er zonder toestemming probeerde binnen te komen, werd onthoofd. Tegenwoordig is vier Euro voldoende voor een entreekaartje.
Grappig: op één van de pleinen in de "Verboden Stad" stond bij een souvenirkraam een Suzuki Swift met op de achterruit een volledige plattegrond van het circuit van Silverstone, compleet met de namen van alle bochten, rempunten en snelheden. Waarschijnlijk weinig Chinezen die weten waar dat over gaat...