DTM: Interview met Norbert Haug, sportchef en sportfan
Niet vaak gebeurt het dat Norbert Haug, sportchef van Mercedes, in gesprek gaat met de pers. Uitgerekend de voormalig journalist van onder andere Auto Motor und Sport houdt niet van interviews en nog minder van degenen die het interview afnemen. Prestaties staan bij Haug hoog in het vaandel en crisissen handelt hij liever intern af, zonder dat de buitenwereld daar iets van te weten komt. Over de successen wil Haug wel graag spreken. Zes overwinningen in de DTM dit seizoen, de vroegtijdige titel van Lewsi Hamilton in de F3 Euroserie en zes overwinningen in de Formule 1. Het seizoen voor Mercedes is alles behalve teleurstellend te noemen.
Tekst: Pieter de Boer
Mercedes mag zijn handen dichtknijpen met een man als Norbert Haug aan het hoofd van de sportafdeling. Als vader moet Haug echter veel inboeten. Zijn negentienjarige dochter Isabel moet haar vader niet alleen 19 races missen voor de Formule 1, maar daarnaast ook nog eens elf weekenden voor de DTM. Alle extra activiteiten daargelaten die Haug bezoekt. Toch zul je Haug niet horen klagen: “Er zijn goede afspraken gemaakt over mijn werktijden en dagen. Het is nu mijn zeventiende raceweekend sinds april dat ik bijwoon en ik heb veel mooie races gezien.”
Ook over zijn coureurs in de DTM is Haug goed te spreken. Van een vormcrisis bij Bernd Schneider, de meest succesvolle DTM-coureur ooit, wil hij niets weten. “Bernd is de afgelopen twee seizoenen vaak ongelukkig geweest in de races. Dan reed hij precies op de verkeerde plaats op het verkeerde moment. Vergeet niet dat hij een echte winnaarsmentaliteit heeft en dat eens te meer onderstreept met zijn pole hier op Zandvoort.” Dat de prestaties van afgelopen weekend als een opluchting kwamen, daar wilde Haug wel eerlijk over zijn. “De prestaties op de Nürburgring waren ondermaats. Ook hier op Zandvoort wilde het niet echt lukken. De hele vrijdag en zaterdag zochten we naar een goede afstelling. Gelukkig stonden we er tijdens de kwalificatie toch goed bij met Paffett en Schneider, waardoor we tijdens de race toch goed mee kunnen doen.”