GT: Van der Linde en BMW kampioen met winst in zeiknatte Indianapolis 8H, Hartog op het podium

De Intercontinental GT Challenge powered by Pirelli werd afgesloten met de Indianapolis 8 Hour presented by AWS. Misschien hadden ze het beter de Indianapolis 5 Hour kunnen noemen, aangezien er in de tweede helft nauwelijks geracet kon worden vanwege stortregen en bliksem. Kelvin van der Linde en BMW zijn de IGTC-kampioenen van 2025. Van der Linde won op de Brickyard samen met Team WRT-ploegmaten Valentino Rossi en Charles Weerts op strategie. Loek Hartog (Wright Motorsports) verdiende een podium in de Pro-Am-klasse samen met Antares Au en Patric Niederhauser. Voor Nicky Catsburg (Chouest Povoledo Racing) en Lin Hodenius (Lone Star Racing) was het een wedstrijd om te vergeten.
Tekst: Vincent Bruins (X/Bluesky: @VincentJBruins)
Foto's: SRO (Fabian Lagunas)
Philipp Eng (Random Vandals Racing) was het snelst in de Pole Shootout, maar de nummer-51-BMW werd gediskwalificeerd, omdat deze bij de technische inspectie te licht bleek. Hodenius, die een Mercedes-AMG deelde met Jules Gounon en Maxime Martin, kreeg de pole position in handen. De Nederlander reed een prima eerste stint, totdat hij Eng in zijn spiegels had. Eng moest de race vanaf de tiende stek aanvangen, maar reed gauw naar de tweede plaats. Aan het einde van de eerste stint lag Hodenius onder druk en hij spinde de veel langzamere Adrian Henry D'Silva (EBM). Dat leverde een drive-through penalty op en Lone Star Racing kon dat niet meer goedmaken.
Gedurende de eerste helft werd het duidelijk dat de strijd om de overwinning zou gaan tussen de nummer-888-GruppeM-Mercedes-AMG van Maro Engel, Tom Kalender en Luca Stolz, de nummer-777-WRT-BMW van Augusto Farfus, Raffaele Marciello en Al Faisal Al Zubair, de nummer-46-WRT-BMW van Van der Linde, Rossi en Weerts, en de nummer-51 van Random Vandals Racing. De laatstgenoemde bolide van Bill Auberlen, Varun Choksey en Eng moest echter de handdoek in de ring gooien bij het ingaan van het vierde uur vanwege een kapot gasklephuis. Na een lange strijd wist Marciello eindelijk Stolz in te halen, voordat ook Van der Linde aan de binnenkant dook van de Duitser.
De race zou echter in de pitstraat worden beslist. De rode vlag kwam uit na vier uur, omdat er bliksem binnen 8 mijl van Indianapolis was. Na twee uur kon er weer 'geracet' worden, maar op een korte run van 3 minuten na was het alleen maar achter de safety car vanwege de hoeveelheid water op de baan. Het begon in de slotfase meer op een bootrace lijken. De teams moesten zich aan bepaalde stintlengtes houden en Van der Linde kwam als eerste van de koplopers naar binnen voor de laatste pitstop. Toen hij achteraan het veld was aangesloten achter de safety car, kwam de rest naar binnen en zo schoof Van der Linde op richting de leiding. De Zuid-Afrikaan schreef de Indianapolis 8 Hour op zijn naam samen met Rossi en Weerts. Engel, Kalender en Stolz kwamen als tweede over de streep voor Farfus, Marciello en Al Zubair. Eenmaal uitgestapt gaf Van der Linde toe dat hij "gemengde gevoelens" had over het feit dat hij de kampioen was geworden in de Intercontinental GT Challenge, want Marciello "verdiende de overwinning". Al was Marciello zwaar teleurgesteld, hij had wel meegeholpen om de titel bij de fabrikanten binnen te slepen voor BMW.
De Brickyard was niet alleen het decor van de seizoensfinale van de IGTC, maar ook die van de GT World Challenge America powered by AWS. Kenton Koch en Connor De Phillippi (Random Vandals Racing) werden kampioen in de Pro-klasse door als vierde te finishen voor Jan Heylen, Alessio Picariello en Alex Sedgwick (RS1) en Lucas Auer, Mikaël Grenier en Michai Stephens (JMF Motorsports). Daartussenin vonden we nog de 75 Express-Mercedes-AMG op de zesde positie algemeen. IndyCar-legende Will Power maakte daarin zijn GT3-racedebuut naast Kenny Habul en Chaz Mostert. Habul, ingeschreven in de Pro-klasse, versloeg Ralf Bohn (Herberth Motorsport) en Au voor het Independent Cup-kampioenschap voor amateurrijders in de IGTC.
Dustin Blattner, Dennis Marschall en Alfred Renauer (Blattner Company by Herberth Motorsport) hielden Au, Hartog en Niederhauser achter zich voor de Pro-Am-overwinning. Robby Foley en Justin Rothberg (Turner Motorsport) verdienden het Pro-Am-kampioenschap in de GT World Challenge America door het podium in de klasse te completeren samen met Patrick Gallagher. Hun rivalen Matt Bell, Blake McDonald en Alec Udell (DXDT Racing) lagen aan de leiding, totdat de startmotor het begaf. Ozz Negri Jr. en Jay Schreibman (AF Corse USA) pakten de Am-titel door de klasse te winnen samen met Conrad Grunewald voor de Ford Mustang van Scott Dollahite, Stefano Gattuso en Eric Powell (Dollahite Racing).
Hartog was de enige Nederlander die met een beker naar huis ging dankzij die tweede positie in de Pro-Am-klasse. Daan Pijl, uitkomend als 'Daan Arrow' in de Mercedes-AMG van Regulator Racing naast Jeff Burton en Philip Ellis, zag als negende in de Pro-Am-klasse het zwart-witgeblokt. Hodenius bleef na de straf nog net in de ronde van leider en leek nog kans te maken op een mooi resultaat, totdat de versnellingsbak de geest gaf. Catsburgs teamgenoot Ross Chouest was al in de tweede ronde geraakt door Marcelo Hahn (AF Corse USA) en kwam meteen op een grote achterstand vanwege de nodige reparaties. Het werd uiteindelijk P11 in de Pro-Am-klasse.
UITSLAG RACE
De Intercontinental GT Challenge powered by Pirelli gaat in 2026 al op 2 februari van start met de Meguiar's Bathurst 12 Hour. De seizoensopener van de GT World Challenge America powered by AWS vindt op 28 en 29 maart plaats op Sonoma Raceway.