In Memoriam Enzo Osella
Afgelopen weekend overleed Enzo Osella op 86-jarige leeftijd . Al op jeugdige leeftijd had de jonge Enzo een passie voor techniek en kwam relatief ongeschonden door de Tweede Wereldoorlog. Zijn ouders hadden een delicatessenzaak in de omgeving van Turijn. Enzo begon in de rallysport, eerst als navigator en later als rallyrijder die het tot Formule 1 constructeur zou schoppen Een garagist ofwel één der laatste Mohikanen in de Koningsklasse van de autosport.
Tekst: Willem J. Staat
Foto’s Automobili Osella/archief Willem J. Staat
Met Abarth begon de samenwerking en ontstond de Scuderia Osella.
In Memoriam Enzo Osella
Een cursus van Carlo Abarth begin zeventiger jaren zou het leven van Enzo Osella drastisch veranderen. Hij nam de wedstrijdafdeling van het merk over en was verantwoordelijk voor de succesvolle inzet van de 2L Abarth Prototypes in diverse kampioenschappen. Na in de junior categorieën ervaring opgedaan te hebben ging Enzo in 1974 over tot de bouw van een Formule 2 auto waarmee Giorgio Francia redelijk succesvol was. Al in het eerste seizoen wist Francia maar liefst 16 punten in het FIA F2 kampioenschap te behalen. In de daarop volgende twee jaar was het merk met o.a. François Migault minder succesvol waardoor Enzo tijdelijk de stekker uit het F2 project trok maar zich tevens bezighield met de bouw van 2L sportscars voor de diverse Europese heuvelklimkampioenschappen.
Met Eddie Cheever kwam de doorbraak in de Formule 2.
De grote doorbraak voor Osella kwam eigenlijk in 1979 in het toenmalige FIA F2 kampioenschap met de prachtige Osella FA2/79 BMW waarmee Eddie Cheever met regelmatig een factor was. Cheever behaalde daarmee overwinningen in Pau en Zandvoort. In principe had men bij Osella op deze successen moeten voortborduren maar met steun van DENIM lonkte de Formule 1 in 1980. De FA 1A was gewoon te zwaar. Met een vierde plek in Imola 1982 behaalde Osella met Jean Pierre Jarier haar beste resultaat in haar F1 geschiedenis. Het was tevens een zwart jaar voor Osella toen de Italiaan Ricardo Paletti bij de start van de Canadese Grand Prix om het leven kwam nadat hij in de stilstaande Ferrari van Didier Pironi was geknald. Paletti overleefde de impact niet en stierf ten gevolge van een gescheurde aorta. Een nachtmerrie die Enzo zijn leven lang zou achtervolgen. Hij moest voorkomen dat Paletti’s moeder bij de gecrashte auto van haar zoon terecht kwam.
Jean Pierre Jarier tilde het team in 1983 even uit een heel diep dal.
Tot 1990 bleef het merk in de Formule 1 daarna werd het Fondmetal en verdween geruisloos uit de koningsklasse.. In 1985 vond ook Huub Rothengatter in de tweede seizoenshelft onderdak bij Osella en behaalde in Oostenrijk een negende plek en kwam in het Australische Adelaide zelfs als zevende over de finish. Wat naar huidige maatstaven eigenlijk een zeer goed resultaat geweest zou zijn. Piercarlo Ghinzani reed vier achtereenvolgende jaren voor het team. Maar ook o.a Jo Gartner, Christian Danner, Gabriele Tarquini, Alex Caffi en Nicola Larini kwamen voor Osella in de Formule 1 uit. Larini vertelde gisteren aan de media hoe dat Enzo Osella binnen één oogwenk diens achtervleugel op Suzuka ooit eens eigenhandig wist te herstellen. In het huidige technologische tijdperk ondenkbaar. Het was de charme van de garagisten die de toenmalige Formule 1 in leven hielden.
De 2L Osella sportscars zijn al jarenlang de butter and bread business voor de firma Osella.
Tekst: Willem J. Staat
Foto’s Automobili Osella/archief Willem J. Staat
Met Abarth begon de samenwerking en ontstond de Scuderia Osella.
In Memoriam Enzo Osella
Een cursus van Carlo Abarth begin zeventiger jaren zou het leven van Enzo Osella drastisch veranderen. Hij nam de wedstrijdafdeling van het merk over en was verantwoordelijk voor de succesvolle inzet van de 2L Abarth Prototypes in diverse kampioenschappen. Na in de junior categorieën ervaring opgedaan te hebben ging Enzo in 1974 over tot de bouw van een Formule 2 auto waarmee Giorgio Francia redelijk succesvol was. Al in het eerste seizoen wist Francia maar liefst 16 punten in het FIA F2 kampioenschap te behalen. In de daarop volgende twee jaar was het merk met o.a. François Migault minder succesvol waardoor Enzo tijdelijk de stekker uit het F2 project trok maar zich tevens bezighield met de bouw van 2L sportscars voor de diverse Europese heuvelklimkampioenschappen.
Met Eddie Cheever kwam de doorbraak in de Formule 2.
De grote doorbraak voor Osella kwam eigenlijk in 1979 in het toenmalige FIA F2 kampioenschap met de prachtige Osella FA2/79 BMW waarmee Eddie Cheever met regelmatig een factor was. Cheever behaalde daarmee overwinningen in Pau en Zandvoort. In principe had men bij Osella op deze successen moeten voortborduren maar met steun van DENIM lonkte de Formule 1 in 1980. De FA 1A was gewoon te zwaar. Met een vierde plek in Imola 1982 behaalde Osella met Jean Pierre Jarier haar beste resultaat in haar F1 geschiedenis. Het was tevens een zwart jaar voor Osella toen de Italiaan Ricardo Paletti bij de start van de Canadese Grand Prix om het leven kwam nadat hij in de stilstaande Ferrari van Didier Pironi was geknald. Paletti overleefde de impact niet en stierf ten gevolge van een gescheurde aorta. Een nachtmerrie die Enzo zijn leven lang zou achtervolgen. Hij moest voorkomen dat Paletti’s moeder bij de gecrashte auto van haar zoon terecht kwam.
Jean Pierre Jarier tilde het team in 1983 even uit een heel diep dal.
Tot 1990 bleef het merk in de Formule 1 daarna werd het Fondmetal en verdween geruisloos uit de koningsklasse.. In 1985 vond ook Huub Rothengatter in de tweede seizoenshelft onderdak bij Osella en behaalde in Oostenrijk een negende plek en kwam in het Australische Adelaide zelfs als zevende over de finish. Wat naar huidige maatstaven eigenlijk een zeer goed resultaat geweest zou zijn. Piercarlo Ghinzani reed vier achtereenvolgende jaren voor het team. Maar ook o.a Jo Gartner, Christian Danner, Gabriele Tarquini, Alex Caffi en Nicola Larini kwamen voor Osella in de Formule 1 uit. Larini vertelde gisteren aan de media hoe dat Enzo Osella binnen één oogwenk diens achtervleugel op Suzuka ooit eens eigenhandig wist te herstellen. In het huidige technologische tijdperk ondenkbaar. Het was de charme van de garagisten die de toenmalige Formule 1 in leven hielden.
De 2L Osella sportscars zijn al jarenlang de butter and bread business voor de firma Osella.