Retro: Peter Auto en SRO bundelen krachten voor nieuwe GT3 Revival Series
Historisch organisator Peter Auto en GT-grootmacht SRO hebben hun krachten gebundeld voor de vorming van een nieuw GT-kampioenschap voor GT3-auto’s van 2006 tot 2013. Dat maakten de twee deze middag op Spa bekend. Het kampioenschap gaat GT3 Revival Series heten en combineert weekenden van de Peter Auto- en SRO-kalenders. Ook de 24 Uur van Spa staat op het programma. Het is de laatste aankondiging in een reeks van spectaculaire plannen van Peter Auto, dat laat zien hiermee zijn stempel te willen drukken op de snelgroeiende markt voor ‘modern historische’ sportwagens.
Tekst: Mattijs Diepraam
Foto’s: Rebocar/R. de Boer
SRO-baas Stéphane Ratel en Peter Auto-directeur Marc Ouayoun lieten niet na om tijdens hun presentatie terug te grijpen op de gezamenlijke historie van de twee organisaties. Samen met Jürgen Barth stonden Patrick Peter en Stéphane Ratel immers aan de basis van de BPR Global Series, het kampioenschap dat de destijds zwalkende GT-wereld uit het slop trok en al gauw FIA-status kreeg. Dat de GT3 Revival Series in 2026 van start gaat, heeft ook de nodige historische betekenis: SRO viert dat jaar het 20-jarig jubileum van de introductie van de GT3-klasse, toen bedoeld als instapklasse voor de amateurcoureur, nu een wereldsucces zonder weerga en de GT-top voor élke coureur.
De introductie van de GT3 Revival Series zal ook op de historische wereld zijn uitwerking niet missen. Peter Auto – tegenwoordig eigendom van de ACO – laat ermee zien dat het op oorlogspad is en de tegenstand op het hoogste niveau van de Europese historische autosport met zwaar geschut wil bestrijden. Het nieuwe kampioenschap gaat immers in precies dezelfde vijver vissen als de GT3 Legends, de klasse die dit jaar in het leven is geroepen door Motor Racing Legends, de Britse promoter die inmiddels eigendom van Shaun Lynn is en Pierre-Antoine Lecoutour (ex-Peter Auto!) als CEO heeft.
De recente aankondiging van een jaarlijkse Le Mans Classic en een LMP/GT-supportklasse voor het WEC moet in hetzelfde licht worden bekeken. Op de tweede Le Mans Classic krijgen de prototypes en GT’s vanaf het Groep C-tijdperk vrij baan. De WEC-supportklasse is voor LMP’s en GT’s tot 2016, in plaats van de grens van 2005 die Peter Auto nu hanteert voor zijn eigen Endurance Racing Legends. Concurrent Masters Historic Racing begon dit jaar zijn eigen Group C-kampioenschap en kent al sinds 2018 de Masters Endurance Legends, een kampioenschap voor prototypes en GT’s tot inmiddels 2017. De nieuwe Le Mans- en WEC-plannen van Peter Auto spiegelen dus exact wat Masters doet, maar met de Le Mans Classic als aantrekkelijke bonus.
Het mag dus op oorlog lijken tussen de drie grote historische promoters in Europa, eigenaren van Group C-auto’s, LMP900’s, LMP675’s, LMP1’s, LMP2’s, GT1’s, GT2’s, GTE’s en GT3’s zullen daarentegen in hun handen wrijven. Zij hebben opeens een ruime keuze aan raceweekenden op een breed scala aan Europese topcircuits. Die exponentiële groei aan keuzemogelijkheden zal bovendien een positief effect hebben op de marktwaarde van hun auto’s. Ook teams en restauratiebedrijven zullen hun handen vol krijgen; nu al nemen we een flinke stijging in restauratieprojecten waar.
De keerzijde zullen vooral de promoters voelen, want eigenaren zullen sneller zijn geneigd om te ‘cherrypicken’ en zich niet voor een compleet kampioenschap in te schrijven. Peter Auto zet met zijn aankondigingen in op het binnenharken van zoveel mogelijk deelnemers aan hun volledige kampioenschappen, omdat zij met de 24-uursraces van Le Mans en Spa twee sterke troeven in het vuur hebben. Tegelijk kunnen zij niet hun hand overspelen. De moderne ACO heeft tegenwoordig een sterke personele aanwezigheid binnen haar historische tak, terwijl de deelnemers in de historische wereld uit een ander hout zijn gesneden. Als de concurrenten van Peter Auto dat beter in de gaten hebben, zijn ook hun kampioenschappen levensvatbaar.