In Memoriam Jochen Mass
Kort voor de start van de Indycar-wedstijd op Alabama circuleerden er op de social media berichten dat oud F1/Sportscar/DRM-coureur en voormalig Formule Opel/DTM teameigenaar Jochen Mass was overleden. Korte tijd daarna bevestigde de familie dit met een officieel statement.
Jochen Mass in volle concentratie tijdens zijn tijd bij het ATS Team.
Tekst en Foto’s: Willem J. Staat
In Memoriam Jochen Mass
De inmiddels 78-jarige Mass sliep gistermiddag in nabijheid van zijn familie vredig in. Vorige maand werd Jochen het slachtoffer van een beroerte waarvan hij niet meer herstelde. Aanvankelijk zag het er niet naar uit dat er voor Jochen een carriere als autocoureur was weggelegd. De zeeman die coureur werd. Na een stage bij Alfa Romeo-dealer Hähn in Mannheim kwam Mass per toeval in de autosport terecht. De hobbyracer werd al snel door Mike Kranefuss van Ford opgemerkt en nadien was er geen weg meer terug. Begin zeventiger jaren volgden er talloze successen met de Ford Capri. De serieuze overstap naar de eenzitter racerij was nog slechts een kwestie van tijd. Een F2 overwinning tijdens F2 Eifelrennen in 1972 opende vrijwel alle deuren richting Formule 1. En ook bij het team van John Surtees bleef de voormalige zeeman niet onopgemerkt. Nog voordat het seizoen 1974 voltooid was werd Mass door McLaren weggekaapt.
McLaren kaapte Jochen bij Surtees weg maar hij stond altijd in de schaduw van Emerson Fittipaldi of James Hunt.
Het probleem met Mass in de F1 was dat hij eigenlijk niet over het killer instinct van zijn teamgenoten Emerson Fittipaldi en James Hunt beschikte. Hij stond eigenlijk altijd in de schaduw van zijn flamboyante teamgenoten. Mass boekte zijn eerste F1-zege op het circuit van Montjuich in 1975 maar die werd volledig door de crash van zijn landgenoot Rolf Stommelen overschaduwd. Toen Jochen voor de GP van Duitsland de juiste bandenkeuze en maakte en een enorme voorsprong op de Nordschleife wist op te bouwen crashte Niki Lauda en werd de wedstrijd met een Code Rood onderbroken. Uiteindelijk eindigde hij achter winnaar James Hunt en Jody Scheckter alsnog als derde. De overstap naar het ATS Team van de eigenzinnige Günther Schmidt bracht in 1978 eveneens weinig progressie.
Jochen bleef in de F2 zeker niet weg op de Nordschleife. De uitdaging was te groot. Hier met Guy Edwards.
Na de crash van Niki Lauda in 1976 waren er een aantal F1 rijders die niet meer op de Nordschleife wilden racen. Mass was zoals enkele anderen van de buitencategorie. Zij wilden wel op de Nordschleife racen en onder begeleiding van racelegende Guy Edwards eindigde Jochen in 1978 als zesde tijdens de F2 Eifelrennen. Jochen behoorde tot diegenen voor wie de magie van de Nordschleife altijd een bijzondere aantrekkingskracht had.
De Arrows A2 bracht niet het succes waar Jochen in 1979 zo op hoopte.
Na ATS volgde de overstap naar Arrows maar de resultaten bleven pover. Slechts tweemaal een zesde plek in 1979 tijdens de GP van Nederland en Duitsland en vervolgens was er in 1980 nog éénmaal een vierde plek tijdens de GP van Monaco. Het deed Mass besluiten om zijn focus op de Groep 5 en DRM met Porsche voor 1981 te richten. Mass bezorgde de Porsche 935/81 Moby Dick in de toenmalige DRM nog een schitterende overwinning maar een aanlokkelijk aanbod van March en sponsor Rothmans zorgden ervoor dat Jochen in 1982 weer naar de F1 terugkeerde. Buiten zijn schuld bij de crash van Gilles Villeneuve op circuit Zolder betrokken stapte Jochen op de wedstrijddag alsnog moedig in de cockpit van de March 821. Hij moest na 61 ronden opgeven. Een angstaanjagende crash met Mauro Baldi tijdens de Franse Grand Prix datzelfde jaar betekende voor Mass einde F1 carriere.
Eigenlijk had Jochen in 1981 allang afscheid van de F1 genomen en stapte terug naar de DRM.
De in Dorfen nabij München geboren Duitser zette er een definitieve streep onder en besloot zich alleen nog maar op de sportscar racerij met Porsche te concentreren.Er volgden talloze successen met de Groep C Porsche 956/962 in het FIA Endurance kampioenschap, de DRM en de Duitse Supercup. Maar Mass bleef oog voor talent houden en zo kregen Heinz Harald Frentzen en Marco Werner in 1988 de kans om zich in de toenmalige Formule Opel te profileren. Frentzen won in de F1 terwijl Werner meermaals de 24U van Le Mans wist te winnen. Vervolgens zette Jochen samen met de Duitse zakenman Gunther Schons MS Racing met Mercedes in de DTM op. Het team was vanaf 1989 t/m 1992 met o.a. Jörg van Ommen en Kurt Thiim daarin actief. Jacques Laffite behaalde in 1990 zelfs een historische overwinning op de Nordschleife.
Met Porsche en de nieuwe Groep C kwam voor Jochen eigenlijk de echte doorbraak die hij in de autosport verdiende.
Naast teameigenaar was Mass in 1990 vervolgens ook als mentor van Michael Schumacher actief. Destijds bestonden er nog weinig training programma’s voor rijders die niet gewend waren om met grote fabrikanten om te gaan. Bij Mercedes ging in 1989 eindelijk de grote wens in vervulling om samen met Manuel Reuter en Stanley Dickens de 24U van Le Mans te winnen. De link met Mercedes zorgde ervoor dat Jochen vaak bij historische evenementen zoals Goodwood als ambassadeur voor het merk optrad. Vorig jaar tijdens de Hockenheim Memorial zag ik hem voor het laatst toen hij lachend met zijn Mercedes de Media Shuttle met het journaille tot stoppen dwong om ons even goedendag te zeggen. Het was de laatste ontmoeting van de zeeman die coureur werd.
Racing is just waiting. Eifelrennen 1978
Jochen Mass in volle concentratie tijdens zijn tijd bij het ATS Team.
Tekst en Foto’s: Willem J. Staat
In Memoriam Jochen Mass
De inmiddels 78-jarige Mass sliep gistermiddag in nabijheid van zijn familie vredig in. Vorige maand werd Jochen het slachtoffer van een beroerte waarvan hij niet meer herstelde. Aanvankelijk zag het er niet naar uit dat er voor Jochen een carriere als autocoureur was weggelegd. De zeeman die coureur werd. Na een stage bij Alfa Romeo-dealer Hähn in Mannheim kwam Mass per toeval in de autosport terecht. De hobbyracer werd al snel door Mike Kranefuss van Ford opgemerkt en nadien was er geen weg meer terug. Begin zeventiger jaren volgden er talloze successen met de Ford Capri. De serieuze overstap naar de eenzitter racerij was nog slechts een kwestie van tijd. Een F2 overwinning tijdens F2 Eifelrennen in 1972 opende vrijwel alle deuren richting Formule 1. En ook bij het team van John Surtees bleef de voormalige zeeman niet onopgemerkt. Nog voordat het seizoen 1974 voltooid was werd Mass door McLaren weggekaapt.
McLaren kaapte Jochen bij Surtees weg maar hij stond altijd in de schaduw van Emerson Fittipaldi of James Hunt.
Het probleem met Mass in de F1 was dat hij eigenlijk niet over het killer instinct van zijn teamgenoten Emerson Fittipaldi en James Hunt beschikte. Hij stond eigenlijk altijd in de schaduw van zijn flamboyante teamgenoten. Mass boekte zijn eerste F1-zege op het circuit van Montjuich in 1975 maar die werd volledig door de crash van zijn landgenoot Rolf Stommelen overschaduwd. Toen Jochen voor de GP van Duitsland de juiste bandenkeuze en maakte en een enorme voorsprong op de Nordschleife wist op te bouwen crashte Niki Lauda en werd de wedstrijd met een Code Rood onderbroken. Uiteindelijk eindigde hij achter winnaar James Hunt en Jody Scheckter alsnog als derde. De overstap naar het ATS Team van de eigenzinnige Günther Schmidt bracht in 1978 eveneens weinig progressie.
Jochen bleef in de F2 zeker niet weg op de Nordschleife. De uitdaging was te groot. Hier met Guy Edwards.
Na de crash van Niki Lauda in 1976 waren er een aantal F1 rijders die niet meer op de Nordschleife wilden racen. Mass was zoals enkele anderen van de buitencategorie. Zij wilden wel op de Nordschleife racen en onder begeleiding van racelegende Guy Edwards eindigde Jochen in 1978 als zesde tijdens de F2 Eifelrennen. Jochen behoorde tot diegenen voor wie de magie van de Nordschleife altijd een bijzondere aantrekkingskracht had.
De Arrows A2 bracht niet het succes waar Jochen in 1979 zo op hoopte.
Na ATS volgde de overstap naar Arrows maar de resultaten bleven pover. Slechts tweemaal een zesde plek in 1979 tijdens de GP van Nederland en Duitsland en vervolgens was er in 1980 nog éénmaal een vierde plek tijdens de GP van Monaco. Het deed Mass besluiten om zijn focus op de Groep 5 en DRM met Porsche voor 1981 te richten. Mass bezorgde de Porsche 935/81 Moby Dick in de toenmalige DRM nog een schitterende overwinning maar een aanlokkelijk aanbod van March en sponsor Rothmans zorgden ervoor dat Jochen in 1982 weer naar de F1 terugkeerde. Buiten zijn schuld bij de crash van Gilles Villeneuve op circuit Zolder betrokken stapte Jochen op de wedstrijddag alsnog moedig in de cockpit van de March 821. Hij moest na 61 ronden opgeven. Een angstaanjagende crash met Mauro Baldi tijdens de Franse Grand Prix datzelfde jaar betekende voor Mass einde F1 carriere.
Eigenlijk had Jochen in 1981 allang afscheid van de F1 genomen en stapte terug naar de DRM.
De in Dorfen nabij München geboren Duitser zette er een definitieve streep onder en besloot zich alleen nog maar op de sportscar racerij met Porsche te concentreren.Er volgden talloze successen met de Groep C Porsche 956/962 in het FIA Endurance kampioenschap, de DRM en de Duitse Supercup. Maar Mass bleef oog voor talent houden en zo kregen Heinz Harald Frentzen en Marco Werner in 1988 de kans om zich in de toenmalige Formule Opel te profileren. Frentzen won in de F1 terwijl Werner meermaals de 24U van Le Mans wist te winnen. Vervolgens zette Jochen samen met de Duitse zakenman Gunther Schons MS Racing met Mercedes in de DTM op. Het team was vanaf 1989 t/m 1992 met o.a. Jörg van Ommen en Kurt Thiim daarin actief. Jacques Laffite behaalde in 1990 zelfs een historische overwinning op de Nordschleife.
Met Porsche en de nieuwe Groep C kwam voor Jochen eigenlijk de echte doorbraak die hij in de autosport verdiende.
Naast teameigenaar was Mass in 1990 vervolgens ook als mentor van Michael Schumacher actief. Destijds bestonden er nog weinig training programma’s voor rijders die niet gewend waren om met grote fabrikanten om te gaan. Bij Mercedes ging in 1989 eindelijk de grote wens in vervulling om samen met Manuel Reuter en Stanley Dickens de 24U van Le Mans te winnen. De link met Mercedes zorgde ervoor dat Jochen vaak bij historische evenementen zoals Goodwood als ambassadeur voor het merk optrad. Vorig jaar tijdens de Hockenheim Memorial zag ik hem voor het laatst toen hij lachend met zijn Mercedes de Media Shuttle met het journaille tot stoppen dwong om ons even goedendag te zeggen. Het was de laatste ontmoeting van de zeeman die coureur werd.
Racing is just waiting. Eifelrennen 1978