FRECA: Renault stapt uit lagere formuleladder

Wat deze winter in kringen van de internationale formuleladder al werd vermoed, is vanavond bevestigd: Renault gaat vanaf volgend jaar niet verder met het Formula Regional European Championship by Alpine. Het seizoen 2025 wordt dus het vijfde en laatste seizoen van het huidige FRECA.

Tekst: Mattijs Diepraam
Foto's: Dutch Photo Agency

Alpine/Renault en de Italiaanse autosportbond ACI maakten vanavond gezamenlijk bekend dat hun wegen zich aan het eind van dit seizoen scheiden. De ACI is samen met Alpine de co-organisator achter het kampioenschap dat de afgelopen vier jaar het toonaangevende Europees kampioenschap op Formule Regional-niveau was. De aanleiding voor het afscheid van Alpine is de komst van de volgende generatie Formule Regional, zo geven de twee als reden op. De huidige turbo-vierpitter van 1,8 liter die Renault al jaren aan dit niveau van de formulesport levert, heeft echter ook zijn relevantie verloren voor het straatprogramma van Renault en Alpine, dat zich volledig op elektrische auto’s heeft gestort. Binnenkort komt de productie van de motor voor de Mégane RS en Alpine A110 definitief ten einde.

Wat de ACI in 2026 gaat doen en welke motorleverancier daar eventueel bij hoort, gaat de bond binnenkort bekendmaken, zo liet de Italiaanse federatie weten. De nieuwe Tatuus die al in ontwikkeling is voor de tweede generatie Formula Regional hoort daar zeker bij. Die zal veel weghebben van de nieuwe Tatuus die dit seizoen al zijn debuut maakt in het GB3. Tegelijk heeft het FRECA – als dat in 2026 onder zijn oude naam FREC doorgaat – te maken met de vele andere kampioenschappen op hetzelfde niveau van de formuleladder.



De belangrijkste daarvan is de Eurocup-3, afkomstig uit de koker van dezelfde promoter die de Spaanse F4 organiseert. De Eurocup-3 gaat dit jaar zijn derde seizoen in en is ook deze winter weer gegroeid. Vanaf volgend jaar maakt dat kampioenschap eveneens een frisse herstart, en wel met de Dallara F325, die ook is ontwikkeld voor onder meer het Japanse Super Formula Lights en de Euroformula Open. Daarbij is de driecilinder-turbo van Toyota die in Japan wordt gebruikt, ook voor Europa bijzonder interessant. Toyota is immers een van de weinige grote autofabrikanten die blijft inzetten op verbrandingsmotoren en deze krachtbron dus niet uit productie zal halen. Voor de Eurocup-3 ligt die optie het meest voor de hand omdat de combinatie Dallara-Toyota dit jaar al in Japan wordt beproefd.

Een logische weg voor het FREC kan het Alfa Romeo-blok zijn waarvan het in zijn eerste twee bestaansjaren gebruikmaakte en dat nu juist in gebruik is bij concurrent Eurocup-3. Tatuus en Alfa Romeo zijn tenslotte geen onbekenden van elkaar. Alfa-eigenaar Stellantis moet de motor dan wel blijven willen produceren. Daarom staat Toyota ook bij de ACI vol in het vizier. Niets staat de Italiaanse tuner Autotecnica immers in de weg om ook de Toyota-blokken onderhanden te nemen. In Italiaanse kringen wordt bovendien gezinspeeld op een samenwerking met Davide De Gobbi van promoter Top Speed. Die organisatie is al verantwoordelijk voor de GP van Macau en de FR/F4-kampioenschappen in het Midden-Oosten en kent dus de weg in Azië.

Het FRECA kwam in 2021 tot stand na een fusie tussen het toenmalige Formula Regional European Championship en de Eurocup Formule Renault. Het eerste was een initiatief van de ACI en de invloedrijke en eveneens Italiaanse kartpromoter WSK, het tweede was een voortzetting van de klasse die al decennia de tussenstap vormde tussen Formule 4 en Formule 3. De FIA had de aanbesteding van de nieuwe Formula Regional in eerste instantie gegund aan de ACI/WSK-tandem, maar het gepasseerde Renault hield stug vol met zijn eigen Eurocup. Zo moest na twee jaren van onderlinge kannibalisatie en teruglopende inschrijvingen de vredespijp van stal komen: beide kampioenschappen smolten samen, de ACI leverde het chassis (van Tatuus), Renault kwam met de Alpine-motor.



Daarna volgden jaren waarin het FRECA – ook dankzij de deelname van Nederlandse teams als MP Motorsport en Van Amersfoort Racing – floreerde en kampioenen produceerde als Dino Beganovic en Kimi Antonelli. Deze winter werden echter scheuren zichtbaar toen MP Motorsport en KIC Motorsport zich terugtrokken. Het huidige aantal inschrijvingen bedraagt 23, een flinke terugval ten opzichte van de 34 auto’s van 2024.

De FIA introduceerde de Formula Regional in 2019, een term die feitelijk een afkorting was van de ‘regionale Formule 3’ die in de plaats moest komen van alle nationale en regionale F3-kampioenschappen die niet meer zo mochten heten vanwege de omvorming van GP3 naar FIA F3. Naast het FREC bestaan op dit zeer belangrijke talentenniveau inmiddels de Eurocup-3, GB3, Euroformula Open, Super Formula Lights en diverse regionale FR-kampioenschappen buiten Europa, zoals in Noord- en Zuid-Amerika, het Midden-Oosten, Japan en Oceanië. Analoog aan de GB3-klasse in het VK is in Australië inmiddels de AU3 in het leven geroepen.

Met het afscheid van Renault komt een einde aan de belangrijke rol die de fabrikant vele tientallen jaren heeft gespeeld op de formuleladder. Renault had zijn eigen Formule Renault, leverde op verschillende momenten motoren aan de Formule 2 en Formule 3, en baatte na de overname van Nissan ook nog vele jaren de World Series by Renault uit. Desondanks werd Renault geregeld stiefmoederlijk behandeld, maar het stond uiteindelijk altijd weer op: nadat de wereldbond de World Series by Renault in een hoek had gemanoevreerd, nam Renault via zijn motorenprogramma toch weer een centrale rol in de GP2 in. De huidige leverancier Mécachrome plukt daar nog altijd de vruchten van. Ook de eerdergenoemde gunning van de Formula Regional aan ACI/WSK was zo'n episode. Nu lijkt dan toch het doek het definitief te vallen voor de Franse autofabrikant, die een bedankje verdient voor de ruimhartige manier waarop het vaak eigenhandig de talentenladder naar de Formule 1 in stand heeft gehouden.