Retro: NAV start avondenreeks met Cor Euser
De Nederlandse Autorensport Vrienden (NAV) hebben gisteren hun nieuwe avondenreeks geopend met ‘Een avond met Cor Euser’. De vaderlandse autosportlegende die inmiddels een halve eeuw in de autosport actief is en niet van ophouden weet, vertelde een avond lang over de eerste helft van zijn rijke en geschakeerde carrière. Tachyon Motorsport in Eemnes zette daarvoor zijn deuren open. AUTOSPORT.NL was aanwezig en luisterde aandachtig mee.
Tekst en foto’s: Mattijs Diepraam
De avond opende met een rondleiding langs de diverse activiteiten van Tachyon, waarbij gastheer Maarten Buitenhuis en zijn medewerkers tot in detail vertelden over hun autosport- en engineering-activiteiten. Daarna ging Euser in twee keer drie kwartier in gesprek met NAV-bestuurslid Gareth Rees – eerst kwamen zijn formulejaren aan bod, daarna zijn jaren in de toerwagens en GT’s, eindigend met zijn eerste kennismaking met Marcos, die beeldbepalend zou blijken voor de tweede helft van Eusers carrière.
Meteen bij binnenkomen: Mitsubishi Carisma GDi uit gouden DTCC-tijden.
Euser begon te vertellen hoe hij zich als varkensslachter in zijn vrije tijd vermaakte op de autocrossbaan van Baarlo. Daar zou hij waarschijnlijk nooit zijn vertrokken als Arie Luyendijk hem niet had overgehaald om naar Zandvoort te komen en de racecursus te doen. Die won Euser officieel niet, maar hij was wel veruit de snelste. Marlboro besloot hem in 1980 te steunen in zijn eerste seizoen Formule Ford 1600, waarna hij vanaf de tweede wedstrijd Jaap van Silfhout als teamgenoot kreeg. Het leidde tot de Nederlandse titel.
Dankzij Ben Huisman volgde er een tweede seizoen, nu ook in Europa, met steun van Remako – en ook dat leverde de titel op, naast de kampioenschappen in Nederland en de Benelux. Dat jaar maakte hij ook al kennis met de volgende stap, Formule Ford 2000, een kans die Euser kreeg via Jim Vermeulen en Johan Beerepoot. Zijn eerste volle seizoen begon hij in een auto van Henny Vollenberg, waarbij hij op Zolder in het voorprogramma van de GP van België tegen een toekomstige legende moest aantreden. ‘Ene Senna’, van wie hij nog nooit had gehoord. In het weekend waarin Gilles Villeneuve smartelijk om het leven kwam, wist Euser de Braziliaan te verslaan.
De Chrysler Viper GTS-R van Mathijs Bakker wacht bij Tachyon op een seizoen bij Peter Auto.
Het werd zijn doorbraakoverwinning, want de volgende dag nam Hoffmann Computer Supply contact op, met de boodschap dat het bedrijf autosporttalent zonder geld wilde steunen. Euser had het aanbod bijna afgeslagen – ‘ik moest de volgende ochtend om vier uur op voor de slachterij! – maar na lang aandringen ging hij toch maar naar de feestavond van de computerfirma. Daar kreeg hij pardoes een cheque uitgereikt van 250.000 gulden! ‘Dat was het echte begin van mijn carrière, toen kon ik niet meer terug…’
Meer auto's uit de bedrijvigheid van Tachyon: van Mazda MX-5 tot BMW E30 M3. Op de achtergrond is Caju ter Kuile in gesprek met Machiel Kalf en Raymond de Haan.
Daarna volgde een formulecarrière die hem tot op de drempel van de Formule 1 bracht – waarbij hij regelmatig concurrenten versloeg die het later wél tot de hoogste klasse schopten. In de Formule 3 zette hij zijn eerste stappen dankzij Toine Hezemans en Ernst Berg, waarbij Kees van de Grint zorgdroeg voor de auto. Terwijl hij doordeweeks nog steeds op de slachterij werkte, kon hij in Duitsland en Engeland gratis F3 rijden bij onder meer Josef Kaufmann en Magnum. Daarna volgde de Formule 3000, onder meer voor Ralt, die geen competitieve auto op de baan wist te brengen.
De Haan met Ter Kuile en diens echtgenote in gesprek over de recent verschenen biografie van Marcel Albers.
Toen Bertrand Gachot door het traangasincident met de Londense taxichauffeur zijn zitje bij Jordan kwijtraakte, had Euser even de beste papieren om het plekje van de Luxemburgse Belg in te nemen – totdat Mercedes een nog grotere koffer geld voor de neus van Eddie Jordan heen en weer zwaaide en Michael Schumacher in de Jordan werd gezet. Het was volgens Euser niet het eerste, maar wel het grootste geval van ‘hoe had het kunnen gaan als iedereen had gedaan wat ze beloofd hadden’.
'Good old' Cor Euser praat bij met 'good old' Jaap van der Ende.
Met het geld dat hij op zak hield, plus de afkoopsom van Jordan, vertrok Euser naar IndyCar om een jaar oude Penske van Bettenhausen te rijden. Ook daar had méér in gezeten, want teambaas Tony Bettenhausen was dolenthousiast over de Nederlander. Maar het aanbod van de Amerikaan bereikte Euser nooit, zodat Stefan Johansson zijn plek kon inpikken. Sterker nog: Euser moest van Johansson het nieuws vernemen…
Gastheer Maarten Buitenhuis tijdens zijn rondleiding.
Intussen had Euser al DTM gereden met een BMW M3 van Carly Motors – Carly Pellinkhof zat ook in de zaal en genoot mee van de verhalen – maar dat werd net als zijn IMSA-avontuur met Konrad Porsche een kwestie van ‘politiek’, waarbij de privéteams nooit de privileges van de fabrieksteams kregen en zelfs regelmatig werden gedwarsboomd, ondanks hun duurbetaalde klandizie. Zo kon – en mócht – de M3 van Carly niet beschikken over ABS, zodat al snel het gezegde ‘Waar rook is, is Euser’ rondging in het DTM-rennerskwartier. In Nederland verging ’t Euser beter, dankzij vier nationale titels voor BMW – ‘daar heb ik een huis van kunnen kopen’.
Huub Vermeulen, Evan Kersbergen en diens vader Piet zijn aandachtige toehoorders.
Naast een bijzonder seizoen in de XJR15-merkencup van TWR Jaguar was Groep C inmiddels ook in beeld verschenen bij Euser. Zijn eerste kans kwam wederom dankzij Ben Huisman, die destijds had beloofd om hem opnieuw te steunen zodra hij het geld nodig had. ‘Ik dacht dat je in 1982 al zou bellen!’ zei Huisman aan de telefoon. Huisman kwam over de brug met een bedrag waarmee zich bij Spice kon inkopen voor twee wedstrijden met het fabrieksteam. Daarna ging Euser zelf met een Spice verder met het team van Euroracing, dat ook aan de basis zou staan voor de Lola-seizoenen met Charles Zwolsman senior.
Vanaf 1995 stond zijn sportwagenleven in het teken van Marcos. Met smaak vertelde Euser hoe het eerste contact met Chris Marsh – de zoon van Marcos-oprichter Jem Marsh – niet helemaal gelukkig verliep, maar dat het resultaat was dat Euser zijn Marcos mee naar Nederland nam en vervolgens de hele raceautoproductie van Marcos naar zichzelf en Eurotech-partner Wim Noorman toetrok. Dat was het begin van deel 2 van Eusers carrière, een deel dat nog altijd onvoltooid is. Sterker nog, met ‘La Bomba’, een van zijn eerste Marcos LM600evo’s, werd Euser dit seizoen GT-kampioen in de Masters Endurance Legends – zijn zoveelste titel. Voor de toekomst kijkt hij bovendien verder dan zijn eigen carrière lang is, want Euser begeleidt nu de tienerbelofte Sacha van ’t Pad Bosch op diens eerste stappen in de formulesport.