Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet
Diversen

In Memoriam Bobby Allison

Afgelopen zaterdag overleed de Amerikaanse race-legende Bobby Allison op 86-jarige leeftijd na een lang ziekbed. Allison kampte al jaren met een afnemende gezondheid. De grens tussen succes en tragedie liep als een rode draad door het leven van Allison die accepteerde wat er op zijn levenspad allemaal gebeurde en toch nog in dankbaarheid op het verleden wist terug te kijken.


2024 Rockingham 500 66
NASCAR Legende Bobby Allison in 1966 op Rockingham.


Tekst: Willem J. Staat
Foto’s: Ford Racing/IMS


In Memoriam Bobby Allison
Het overlijden van Bobby Allison overschaduwde de NASCAR seizoensfinales in Phoenix afgelopen weekend een klein beetje. Afgelopen maand kwam Allison nog in het nieuws toen hij eindelijk na 53 jaar erkend werd als winnaar van een wedstrijd in het Bowman Gray stadion waardoor NASCAR de recordboeken moest aanpassen. Op de eeuwige ranglijst neemt Allison nu achter Richard Petty (200), David Pearson(105), Jeff Gordon (93) nu de vierde plek in. Tevens overhandigde men Allison daarvoor nog een plaquette.

In 2011 werd Allison in de NASCAR Hall of Fame opgenomen en behaalde in 1983 de titel. Allison wist de Daytona 500 driemaal op zijn naam te schrijven en eindigde vijfmaal als tweede in de titelstrijd. In 1979 wist Allisson NASCAR eigenlijk definitief op de kaart te zetten. De Daytona 500 werd voor de eerste maal live uitgezonden en het beruchte gevecht met Cale Yarborough in de slotfase was één van de bepalende momenten voor de sport. Op het infield gingen Cale en Bobby na afloop op de vuist. “Cale begreep net als ik dat het een voordeel was voor de interesse in de racerij. Het bewees ook dat wij oprecht waren’’ verklaarde Allison jaren later.

Bobby Allison in the #15 Bud Moore Ford 9/21/80 Photo Credit- Daytona Racing Archives
In 1980 met de Bud Moore Ford in actie.

De in 1937 geboren Allison begon al snel om naar meer mogelijkheden te zoeken om buiten de Staat Florida te kunnen racen. Samen met zijn broer Donnie en Red Farmer trok het drietal naar Alabama waar zij in de zestiger en zeventiger jaren in de regionale wedstrijden domineerden. Later voegden zich Jimmy Mears, Neil Bonnett, Hut Stricklin en Allison’s zonen Clifford en Davey bij het clubje. Op de circuits werden ze dan ook “The Alabama Gang” genoemd.

Het leven van Allison kende zware tragedies. Clifford Allison overleed in 1992 na een trainingscrash op Michigan International Speedway in de toenmalige Busch (nu Xfinity)-series. Amper een jaar later kwam zijn tweede zoon Davey bij een helikoptercrash op Talladega om het leven. Het leidde tot een kortstondige scheiding met zijn vrouw Judy, met wie hij later toch weer hertrouwde. Na een zeer zware crash op Pocono in 1988, waarbij Allison aanvankelijk ook nog eens gereanimeerd moest worden, stopte hij met de racerij. Hij zette daarna nog wel een NASCAR Cup-team op maar de successen waren marginaal te noemen.

In de NASCAR geschiedenis is Allison één van de weinige coureurs die de “grand slam” wisten te winnen. In zijn carriere won hij de meest iconische wedstrijden op de kalender zoals de Daytona 500, Winston 500, Coca Cola 600 en Southern 500. Allison wist de Daytona 500 maar liefst viermaal (1972, 1982 en 1988) te winnen. Hij schreef de Southern 500 maar liefst viermaal op zijn naam.

2024 Indycar
Een veelzijdige rijder die zich ook op de Indianapolis Motor Speedway als een vis in het water voelde.

Indycar

Begin zeventiger jaren nam men het eigenlijk niet zo nauw met rijders- en sponsorcontracten. Daardoor was het ook iets gemakkelijker om elders te rijden. Op de roadcourse van Riverside viel Roger Penske tijdens een CanAm test in 1972 Allison voor het eerst op. Tijdens een test op de inmiddels verdwenen Ontario Speedway kreeg Allison een Indycar test aangeboden en was daarbij indrukwekkend snel. Het opende Bobby’s ogen om ook zijn kans op de Indianapolis Motor Speedway te wagen, zeker omdat zijn broer Donnie daar in 1970 als vierde was geëindigd en de beste rookie was. Voor 1973 maakte Bobby samen met Mark Donohue en Gary Bettenhausen op de Indianapolis Motor Speedway deel uit van Team Penske. De veelbelovende kwalificatie ging rook op omdat Bobby in de tragische editie van de Indy 500 dat jaar al in de eerste ronde met technische problemen van de Team Penske McLaren/Offenhauser moest opgeven.

De dood van Swede Savage in 1973 had hem te zeer aangegrepen waardoor hij in het daaropvolgende jaar van deelname afzag. In 1975 was Bobby terug op de Indianapolis Motor Speedway waarbij hij zich als dertiende wist te kwalificeren. Na 112 ronden moest hij in achtste positie vanwege een kapotte versnellingsbak de strijd staken en werd als 25e geklasseerd. Daarna kwam Bobby nog zesmaal voor Team Penske in Indycar uit met als beste resultaat een zesde plek in Ontario.

Allison werd in diverse Halls of Fame opgenomen. In 2011 was dit de NASCAR Hall of Fame, the American Motorsports Hall of Fame in 1992 en de International Motorsports Hall of Fame 1993. Zesmaal werd Bobby tot populairste rijder van de NASCAR-series verkozen. Tijdens het 75-jarig bestaan van NASCAR in 2023 werd Allison in de lijst van de 75 meest succesvolle rijders in de NASCAR geschiedenis opgenomen.

Arie Luyendyk: “Ik heb Bobby Allison maar een paar keer ontmoet maar hij heeft een grote indruk op mij achtergelaten. Een vriendelijke en zachtaardige man. Een NASCAR legende is van ons heengegaan.”

2024 Allisson


Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet