Div: Oud teambaas David Price overleden
Eerder op de dag bereikte ons het bericht dat oud teambaas David Price op 75-jarige leeftijd is overleden. De doorbraak van David Price Racing kwam in 1977 toen de Nieuw Zeelander Brett Riley als tweede in het Britse F3 kampioenschap eindigde. Daarna volgde een lange succesvolle carrière in diverse promotieklassen, GT’s en sportscars.
Een nog jonge David Price met Johhny Dumfries op Circuit Zolder 1984. Het jaar dat DPR definitief op de autosportlandkaart werd gezet. Dumfries won de prestigueuze Britse F3 titel.
Tekst en Foto's: Willem J. Staat
Oud teambaas David Price overleden
Een tweet van zoon Leon Price meldde dat zijn vader gisteren was overleden. Als teameigenaar bouwde David een indrukwekkende carrière in zowel de eenzitter- als sportscar racerij op. Met steun van Marlboro runde David in 1979 en 1980 voormalig motorcoureur Giacomo Agostini in het Britse Aurora AFX F1 kampioenschap een Williams FW06. Helaas was Agostini allang over zijn hoogtepunt heen. Het was een te late overstap. Het bleef slechts bij een zestal podiumplaatsen. Daarna volgde de overstap naar het Franse F3 kampioenschap waarin DPR een constante factor was. Met Pierre Petit won men in 1983 de Franse F3 titel. Daarna kwam de definitieve doorbraak van David Price Racing.
Dumfries op de Nürburgring in actie.
1984 was het jaar waarin David Price Racing definitief op de autosport landkaart kwam de staan. Met de Schot Johnny Dumfries en steun van BP Racing verpletterde het team van DPR met een Ralt RT3 Volkswagen de concurrentie volledig. Een jaar eerder had het DPR Team met de Fransman Pierre Petit de Franse F3 titel gewonnen. Maar naast het winnen van de Britse titel was David ook in Frankrijk actief. Met steun van ELF kreeg hij o.a. Paul Belmondo, Fabien Giroix en François Hesnault onder zijn hoede. Zowel Belmondo als Giroix beleefden een lange succesvolle carrière in de GT- en toerwagenracerij. Qua publiciteit deed DPR het uitstekend. Nadat de ontzettend populaire band Wham uit elkaar was gevallen nam David de ontzettend populaire leadzanger Andrew Ridgeley onder zijn hoede. Resultaten bleven, zoals verwacht, helaas uit.
Het binnenhalen van leadsinger Andrew Ridgeley leverde DPR een golf van enthousiaste meisjes en veel publicitieit op.
Vervolgens was er in 1987 een overstap in de sportscars naar het team van Richard Lloyd Racing. Price’s organisatietalenten waren ook bij Mercedes Benz inmiddels opgevallen. En was achter de schermen de grote man van het Le Mans succes in 1989. Daarna werd David als teammanager door Nissan binnengehaald. Een overstap naar het Brabham F1 team was vanwege gebrek aan succes van korte duur. De gloriejaren waren daar definitief voorbij.
Met de komst van de gloednieuwe BPR-series werd DPR Racing nieuw leven ingeblazen. Met de Deen John Nielsen en de Duitser Thomas Bscher won DPR Racing direct in haar debuutjaar met een McLaren F1 GTR de titel. In 1996 runde David de Harrods McLaren F1 GTR voor Andy Wallace, Derek en Justin Bell. Op Le Mans eindigde de combinatie als derde. Daarna was David voor Panoz actief en was zijn tijd vooruit door aan een hybride project te werken. Het kwam helaas niet van de grond.
Met Scott en Team USA in de A1 GP.
Begin 90er jaren was er dan weer een comeback naar de GP2. In het eerste seizoen wist de Fransman Oliver Pla twee wedstrijden voor het team te winnen. In 2009 werd het team aan de Belgische familie Herck verkocht en verdween eigenlijk geruisloos van het toneel. In 2005/2006 was DPR Racing tevens in de A1 Grand Prix-series voor Team USA actief. De laatste jaren werkte Price op de achtergrond nog voor de Formule E teams van Mahindra en Virgin.
De eerste F1 stappen met Giacomo Agostini in 1979 met een Williams FW06 in de Aurora AFX-series. Na een kort intermezzo bij Brabham bleef het daar dan ook bij.
Van vele voormalige rijders zoals Kenny Acheson, Dario Franchitti, Emanuelle Pirro, Maro Engel en Paul Belmondo stroomden de steunbetuigingen binnen. Paul Belmondo: “Dank je wel David. Bij jouw heb ik mijn eerste wedstrijd gewonnen en twee seizoenen doorgebracht. Ik weet niet hoe ik je moet bedanken. R.I.P. David.”