Sportscars: Blomqvist/Jarvis winnen IMSA-titel na dramatische finale, Kay van Berlo LMP3-endurance-kampioen (lang)

De uiteindelijk winnende Meyer Shank Racing-Acura op Michelin Raceway Road Atlanta
Racewinst en kampioenstitel voor Meyer Shank Racing: nadat de beide Cadillacs van Chip Ganassi Racing in het laatste uur van Motul Petit Le Mans met elkaar in botsing raakten en de Wayne Taylor Racing-Acura terugviel na een aanrijding met de Winward-Mercedes uit de GTD-klasse. , was de weg naar de overwining uiteindelijk vrij voor Tom Blomqvist, Oliver Jarvis en Helio Castroneves. Blomqvist en Jarvis haalden daarmee tevens de titel in het IMSA WeatherTech SportsCar Championship binnen. In LMP2 gingen de klassezege op Road Atlanta en de titel naar Tower Motorsports-rijder John Farano, nadat Ben Keating met de PR1/Mathiasen Motorsport-Oreca gecrasht was. In LMP3 was de racewinst voor Andretti Autosports, de titel ging naar CORE Autosport-rijders Colin Braun en Jon Bennett. De Endurance-titel was voor Riley Motorsports met Kay van Berlo, Felipe Fraga en Gar Robinson. In GTD zorgde Gradient Racing voor het eerste lange-afstandssuces van de Acura NSX, de Lexus van Vasser Sullivan Racing won de GTD-Pro-klasse. De Pfaff-Porsche van Mathieu Jaminet en Matt Campbell hoefde alleen maar de starten en won derhalve de GTD-Pro-titel. In GTD was de titel voor Roman de Angelis in de The Heart of Racing-Aston Martin.
Tekst: René de Boer (Twitter: @renedeboer)
Foto's: IMSA
De eerder in de week nog verwachte weerchaos als gevolg van de orkaan Ian bleef uit, zodat de race, de 25e aflevering van Motul Petit Le Mans, gewoon met de geplande duur van tien uur kon worden voltooid. Maar ook zonder weersinvloeden was het een wedstrijd met volop spektakel. Met 51 minuten op de klok kwam het tot een onfortuinlijke situatie tussen de beide Ganassi-Cadillacs met Renger van der Zande in de nummer 1 en Earl Bamber in de nummer 2. Bamber had de leiding in handen, Van der Zande plaatste in het verkeer in inhaalpoging, waardoor de twee Cadillacs elkaar raakten en in Turn 1 in de grindbak belandden. "Het doet pijn om de race zo te beëindigen", zei Van der Zande, die samen met teamgenoten Bourdais en Dixon nog als vierde geklasseerd werd. "Natuurlijk is het nooit de bedoeling om elkaar te raken. We zullen hierover nadenken. Als geheel kunnen we terugkijken op een seizoen met mooie successen in de vorm van de overwinningen op Long Beach, Detroit en Mosport. Chip Ganassi Racing en Cadillac hebben het hele jaar voor een snelle auto gezorgd, wat bepaald niet gemakkelijk is."
Ook voor Wayne Taylor Racing was er geen succes weggelegd. Ricky Taylor en Filipe Albuquerque kwamen als leiders in de tussenstand naar Braselton, maar moesten daar in ieder geval voor Meyer Shank-rijders Oliver Jarvis en Tom Blomqvist eindigen om de titel voor zich op te eisen, en dat lukte niet. Na de clash van de beide Cadillacs nam Albuquerque de leiding over, maar bij de laatste reeks pitstops veroverde Blomqvist de eerste plaats en toen Albuquerque vervolgens in botsing kwam met de Winward-Mercedes was het pleit beslecht in het voordeel van Meyer Shank Racing. Jarvis en Blomqvist deelden het succes in de slotrace met Helio Castroneves. De tweede plaats in de race was voor Olivier Pla, Pipo Derani en Mike Conway in de Whelen/Action Express-Cadillac, de Ally Racing-Cadillac van Mike Rockenfeller, Jimmie Johnson en Kamui Kobayashi eindigde als derde.
In LMP2 won John Farano met de Tower Motorsport-Oreca de klasse in de race en haalde hij ook de kampioenstitel binnen. Farano deelde het racesucces met Louis Delétraz en Rui Andrade. De DragonSpeed-Oreca van Henrik Hedman, Juan Pablo Montoya en Sebastian Montoya eindigde op de tweede plaats, voor de PR1/Mathiasen Motorsport-Oreca van Steven Thomas, Josh Pierson en Tristan Nuñez. Ben Keating, Mikkel Jensen en Scott Huffaker werden ondanks een crash van Keating nog geklasseerd en behaalden daarmee de Endurance-titel.
In LMP3 behaalde het Andretti Autosport-trio Jarett Andretti, Josh Burdon en Gabby Chaves de overwinning in de race, voor Jr III-rijders Ari Balogh, Nolan Siegel en Garett Grist. CORE Autosport-eigenaar Jon Bennett eindigde samen met zijn vaste teamgenoot Colin Braun plus Georg Kurtz als vijfde in de race, wat voor Bennett en Braun genoeg was voor de kampioenstitel. De Endurance-titel was voor Kay van Berlo, Felipe Fraga en Gar Robinson met de Riley-Ligier.
In de GT-divisie eindigden er maar liefst vijf auto's uit de nominaal zwakkere GTD-klasse voor de GTD-Pro's, aangevoerd door de Acura NSX GT3 van Gradient Racing, bestuurd door Mario Farnbacher, Till Bechtolsheimer en Kyffin Simpson. De reden voor deze opmerkelijke situatie aan de finish was een "wave-by" tijdens de laatste neutralisatie, waarbij de GTD's voor de GTD-Pro's lagen. De tweede plaats in de GTD-klasse tijdens de laatste seizoensrace was voor Jordan Lee Pepper, Sebastian Priaulx en Brendan Iribe in de Inception Racing-McLaren, waarbij Iribe het einde van de race al niet meer meemaakte, want toen was hij al op weg naar het vliegveld voor zijn vlucht naar Barcelona, waar hij vandaag de laatste race van de GT World Challenge Europe rijdt. De kampioenstitel was voor Roman De Angelis in de The Heart of Racing-Aston Martin, die samen met Maxime Martin en Ian James zevende in de klasse werd. Voor Martin was het zijn laatste optreden als fabrieksrijder voor Aston Martin, afgelopen week maakte de Belg bekend dat hij na vijf jaar afscheid neemt van het Britse merk. Iribe en Pepper wonnen de IMSA-Endurance-titel in de klasse.
In GTD-Pro kwam de Risi Competizioni-Ferrari van Daniel Serra, Davide Rigon en James Calado als eerste over de eindstreep, maar naderhand raakte het team de vermeende overwinning kwijt, omdat was gebleken dat Serra de maximaal toegestane rijtijd van vier uur binnen een periode van zes uur met elf minuten had overschreden. Daarmee ging de GTD-Pro-klassezege alsnog naar de Vasser Sullivan-Lexus van Jack Hawksworth, Ben Barnicoat en Kyle Kirkwood, gevolgd door de RLL-BMW van Connor De Phillippi, John Edwards en Jesse Krohn en de Pfaff Motorsports-Porsche van Mathieu Jaminet, Matt Campbell en Felipe Nasr, voor Jaminet en Campbell meer dan genoeg voor het binnenhalen van de titel. Nicky Catsburg, António García en Jordan Taylor eindigden in de laatste race van het seizoen op de vijfde plaats in de klasse.