Retro: Dikke racepret tijdens de Spa Summer Classic

Naast de Spa Classic en de Six Hours is de Summer Classic het derde jaarlijks terugkerende historische race-evenement op het circuit in de Ardennen. Traditioneel trekken veel Nederlandse racers en series hiernaartoe. De belangrijkste race van het weekend is de 3-uursrace, het jongere zusje van de 6 Hours. En misschien ook wel het leukere zusje, zonder een vloot nagelnieuwe GT40's en met aanzienlijk minder betaalde professionele coureurs. Nederlandse rijders en teams hadden zich in groten getale ingeschreven.
Tekst: Jan-Bart Broertjes
Foto's: Jan-Bart Broertjes & Carlo Senten
Meedoen en uitrijden is belangrijker dan winnen en bij diverse equipes werd er voor en tijdens de race driftig gesleuteld om aan het rijden te blijven. Zo moest Mark Dols zijn panhardstang lassen. De Lotus Elan van de familie Stevens had issues met de versnellingsbak, voorwielophanging, carburatie, dynamo en de waterpomp maar kwam wel rijdend aan de finish, zij het op flinke achterstand. De Ford Escort van Deenik, Sinke en Bijleveld verloor 10 minuten voor de finish het linkerachterwiel... De race werd gewonnen door het Belgische duo Van Riet en Bouvy in een Cobra. Beste Nederlanders werden Armand Adriaans en Ad Verkuijlen, eveneens in een Cobra. Erwin van Lieshout en David Verzijlbergen werden keurig derde in Class 2 met de Porsche 911. In de Performance Index waren Jan Willem André de la Porte en Roel Korsten met een Ford Mustang Fastback de beste Nederlanders op plek 5.

Het NKGTTC deelde de baan met de Triumph Competitions. Eric Holthausen nam de leiding van de eerste race in de BMW CSL, met Hans de Graaf in zijn Vaillant-Porsche in de achtervolging. De Graaf wist erlangs te komen, maar uiteindelijk was het de 550 pk sterke TVR Griffith van Oliver Rueben die er met de winst vandoor ging. In race 2 moest Holthausen na zes ronden opgeven, waardoor naast Rueben en De Graaf de derde podiumplaats voor een Ford was. Het betrof echter niet een Escort, maar de good-old Falcon Sprint van de familie Van Gammeren. In de MG-Triumph-afdeling ging het er bij tijd en wijle ruig aan toe. De winst bij de MG's ging in race 1 naar Stefan Rozema, voor broer Robin, met Melle van der Wal op de derde plaats. In race 2 was het opnieuw Stefan Rozema, maar nu waren het René Grüter en Albert van der Wal die als tweede en derde werden afgevlagd.

In het NKHTGT deden de GT's hun uiterste best om de op Spa razendsnelle prototypes bij te houden. Op zaterdag lukte dat niet helemaal, de twee Corvette Grand Sports van Kaj Dahlbacka en Michiel Campagne en de Ford GT40's van Kennet Persson en Armand Adriaans waren te snel. Op zondag ging het beter, al moesten Andy Newall in de Jaguar E-type en David Pittard in de Lotus Elan daarvoor wel tot het uiterste gaan. Na een geweldig gevecht was Persson de winnaar, voor Pittard en Newall.

De historische monoposto's reden zaterdag op een opdrogende baan. De Brit Stephen Glasswell kon daarmee het beste overweg en pakte de winst in een Reynard SF79, op minder dan een seconde gevolgd door Kees van der Wouden in de Royale. Antony Raine werd derde in een Merlyn Mk. 28. Bij de 1600-Fordjes was Leo Beckers (Royale RP26) de winnaar na een mooie strijd met Kees van Rijsbergen (Crosslé 32F). De zondagse race ging van droog naar erg nat en werd gewonnen door Kees van der Wouden, voor de Brit Richard Cooke in een March 793 F3 en Stephen Collyer in zijn Crosslé 33F. De 1600-klasse was deze keer voor Roel Mulder in de PRS RH02, voor Peter Sickström in een '80-er Van Diemen.

Het YTCC bracht weer een bont en vol veld naar Spa, met 70 auto's op de grid. Regen zorgde voor de nodige chaos voor en tijdens race 1 en uiteraard speelde de Safety Car een rol. Het was Kevin Aaskov in een BMW M3 die het hoofd koel en de banden warm hield en zo de winst pakte. Beste Nederlanders waren Porsche coureurs Marcel van Rijswick en Tijn Jilesen op de plaatsen 7 en 8. Aaskov won ook de tweede race, met Van Rijswick nu op P6. In de derde race viel Aaskov na één ronde uit en dat gaf Sepp Gregersen, eveneens in een dikke M3, de kans om voor de winst te gaan. Marcel van Rijswick werd weer zesde, Tijn Jilesen werd deze keer mooi derde en mocht naar het podium. De dikke YTCC-kanonnen kwamen uit in een drietal gecombineerde CSCC-races met onder meer een razendsnelle Mosler MT900 en een vloot razendsnelle maar fragiele Caterham R400's. De eerste race werd gewonnen door Nuttall in een Caterham, voor de Mosler van de familie Short. In race 1 was Peter Stox de beste Nederlander op plaats 13. Na een hoop gedoe met de lokale TC mocht in race 2 dan toch Matthijs Bakker met de Dodge Viper de pitbox verlaten. De Mosler was deze keer de winnaar, maar de Viper was toen na 11 ronden de vlag viel opgerukt naar de vijfde plaats. In de derde race gingen de rondetijden van de Viper steeds verder omlaag tot in de 2:28. Helaas was de wedtrijd te kort om de Mosler nog te achterhalen, maar de tweede plaats was een mooie beloning.
Ook in de Belcar Historic Cup spelen Nederlandse rijders een geducht woordje mee. Leonard Batenburg won de eerste race in zijn BMW M3 en gaf daarmee diverse grote Belgische toerwagenhelden het nakijken. Ko Koppejan stuurde zijn Mercedes 190 Evo naar de zesde plek overall, tweede in klasse D. Op zondag herhaalde Batenburg zijn kunststukje en haalde en passant nog eens twee seconden van zijn snelste rondetijd af.
Alle resultaten