DTM: Alex Albon behaalt eerste DTM-zege

Volop actie in een met 23 auto's goed gevuld DTM-veld

Nadat zijn teamgenoot Liam Lawson bij de seizoensstart in Monza al voor de eerste DTM-overwinning gezorgd had, was het vandaag op de Nürburgring Alex Albon, die zelf voor het eerst won en zijn AF Corse-Ferrari-team de tweede DTM-zege bezorgde. In een turbulente race met opmerkelijk veel uitvallers door incidenten behaalde Daniel Juncadella met de GruppeM-Mercedes als tweede zijn eerste podiumplaats van het seizoen, Walkenhorst-BMW-rijder Marco Wittmann eindigde als derde.

Tekst: René de Boer (Twitter: @renedeboer)
Foto's: ITR/Michael Kunkel

De kwalificatie vond in de regen plaats, waardoor de rondetijden langzamer waren dan die van de DTM Trophy, die kort daarvoor nog op een grotendeels droger baan de kwalificatie reed. Niettemin waren er tot aan het einde van de sessie tijdverbeteringen, zoals ook Alex Albon met zijn pole-winnende tijd van 1:36,773 minuten bewees. Voor de Thaise rijder was het zijn eerste pole in de DTM, achter hem volgden Juncadella, Wittmann en gastrijder Michael Ammermüller met de SSR-Porsche.

Bij de start sloeg Albon al gelijk een gat, terwijl Ammermüller Wittmann passeerde en de derde plaats veroverde. Bij het uitkomen van de laatste bocht in de openingsronde werd Buhks Mercedes geraakt, waarop de Duitser in de pitmuur belandde. Dat leidde tot een interventie van de safety-car. De herstart volgde in ronde vier. Götz tikte Ammermüller in de rondte, waarop de Porsche-rijder uitviel. Ellis en Stolz kwamen in de AMG Arena eveneens met elkaar in botsing en vielen ook uit.


Einde race voor de SSR-Porsche, even later zou ook Audi-rijder Van der Linde uitvallen

Vanaf de vijfde ronde maakten de eerste rijders hun pitstops, wat een beslissend voordeel zou blijken. Götz was in de zevende ronde in gevecht met Lawson en zorgde daarbij voor een lekke linker achterband van de Ferrari. In de negende ronde kwam de Mercedes van Hubert Haupt op de baan tot stilstand, wat opnieuw tot een interventie van de safety-car leidde. Dat was een nadeel voor Klien, Müller, Kelvin, Haase, Winkelhock, Glock, Ammermüller en Hawkey, die allemaal nog hun stop moesten maken. De berging van de Mercedes duurde lang: pas in ronde 17 volgde de herstart. Klien bleef vooraan voor Müller en Sheldon van der Linde. In de chicane ging het mis: Lawson veroorzaakte een kettingreactie, waar ook Rockenfeller en Kelvin van der Linde bij betrokken raakten. Beide ABT-Audi-rijders liepen schade op, reden de pits in en staakten daar hun race. Lawson had opnieuw een lekke band, ditmaal rechts achter, en kreeg even later een drive-through voor het veroorzaken van de aanrijding. Twee ronden later had hij opnieuw een klapband rechts achter, hij kwam de pits in en hield het daar voor gezien.


Klien leidde na de safety-car, maar moest nog naar binnen

Klien en Müller moesten nog hun pitstops maken, maar toen ze dat eenmaal hadden gedaan, reed Albon ook fysiek weer aan de leiding en reed vervolgens de overwinning naar huis, voor Juncadella en Wittmann. Het AF Corse-team is daarmee het eerste team dat dit jaar in de DTM met beide rijders een race gewonnen heeft. Achter het podiumtrio eindigden Götz (Mercedes), Muth (Lamborghini), Auer en Maini (beide Mercedes), Glock (BMW), Abril (Mercedes) en Müller (Audi).


Finish voor racewinnaar Alex Albon