Sportscars: Tweede zege op rij voor Penske-Porsche in ALMS

Een week na hun overwinning in Long Beach zegevierden Timo Bernhard en Romain Dumas met de Penske-Porsche RS Spyder ook tijdens de Lone Star Grand Prix, de ALMS-race op het stratencircuit rondom het Reliant-stadion van Houston. De stad in Texas was voor de tweede maal het decor van een race voor de American Le Mans Series, na het succesvolle debuut van vorig jaar. Met de Acura van Andretti Green Racing (Bryan Herta/Marino Franchitti) ging ook de tweede plaats op het stratencircuit naar een prototype uit de lichtere LMP2-categorie. Audi redde de eer met de derde plaats algemeen voor Dindo Capello en Allan McNish, die met hun R10 TDI de zwaardere LMP1-klasse op hun naam schreven.
Tekst: René de Boer
Foto: PR
De strijd om de overwinning werd pas een half uur voor het einde van de twee uur en 45 minuten lange race beslist. Timo Bernhard had een flinke voorsprong opgebouwd, maar toen de Jim Tafel-Porsche in de rondte ging en daarmee een “full-course-yellow” veroorzaakte, reed Bryan Herta met de XM Radio-Acura van Andretti-Green Racing het gat weer dicht. Bij de herstart hield Bernhard, ondanks een ingeklemde zenuw in de nek, echter het hoofd koel en pakte meteen een voorsprong van zes seconden. Herta deed daarna wat hij kon, maar de resterende ronden waren te weinig om de Porsche nog te kunnen achterhalen. Zo zegevierde Bernhard met 0,49 seconden voorsprong op Herta. “Het waren de zwaarste 30 minuten in mijn leven”, verklaarde de Duitse Porsche-rijder na afloop. Herta reed samen met Marino Franchitti, wiens broer Dario voor Andretti-Green in actie kwam tijdens de IRL-race op Motegi.
De Audi van Capello en McNish leek aanvankelijk kandidaat voor de overwinning, maar na een uur moest de Duitse bolide de pits in met een lekke linker voorband. Daarna kwam Capello nog een keer in aanraking met een GT2-Porsche, zodat het Italiaans-Schotse duo uiteindelijk genoegen moest nemen met de derde plaats algemeen en de overwinning in de LMP1-klasse. De andere Audi, gestart als zesde, viel terug nadat Marco Werner eerst rechtdoor schoot bij het aanremmen van een bocht en later in de race met de achterkant van de auto een bandenstapel raakte, waarna reparatie van het bodywork noodzakelijk was. Emanuele Pirro bracht de auto terug tot de twaalfde plaats en de tweede plek in de LMP1-klasse.
De overwinning in de GT1-klasse ging bij gebrek aan concurrentie uiteraard naar een Corvette, maar ditmaal wonnen Magnussen en O’Connell, voor het eerst samen sinds 1999, toen beide nog voor Panoz reden. Magnussen reed 50 seconden voor de andere Corvette over de streep. In GT2 wonnen voor de vierde keer op rij Jaime Melo en Mika Salo met de Risi Competizione-Ferrari voor de Flying Lizzard-Porsche van Johannes van Overbeek en Jörg Bergmeister.