Retro: Nederlanders succesvol op Estoril Classic

In een wereld waarin de tweede coronagolf onderweg is, was het aantal inschrijvingen voor de Estoril Classic van Peter Auto een stuk lager dan gebruikelijk, maar toch lieten de die-hards zich niet weerhouden: zij vervoerden hun historische raceauto's met liefde helemaal naar Portugal. David Hart en Nicky Pastorelli waren met twee overwinningen en een tweede plaats zeer succesvol, maar ook Allard Kalff en Michiel Campagne en hun NKHTGT-kompanen lieten zich niet onbetuigd. Intussen lieten co-organisator Diogo Ferrão en zijn Race Ready-team zich ook niet onbetuigd: behalve het Iberische historische toerwagen- en GT-kampioenschap lukte het Ferrão opnieuw om een F1-veld bijeen te krijgen voor een zuidelijk pleziertripje zonder FIA- of Masters-kampioenschapspunten.

Tekst: Mattijs Diepraam
Foto's: Peter Auto

Hart en Pastorelli hadden succes in een CER1-veld van 11 auto's, waarin ze met hun Lola T70 Mk3B voorbleven op Armand Mille in een Lola T212 en het duo 'Mr John of B'/Soheil Ayari in een Ford GT40. Daarnaast wonnen ze de eerste race van The Greatest's Trophy door met de Lister-Jaguar 'Costin' de 'Birdcage' van Guillermo Fierro te verslaan. Het duo startte niet aan de tweede race, waar nog maar vijf auto's aan meededen: de zege ging daarin naar Dirk en Leon Ebeling en hun Bizzarrini 5300 GT.



In de Sixties Endurance-race met toch nog een zeer behoorlijke 37 auto's werd het voor Hart en Pastorelli een nek-aan-nek-race met vader en zoon France, die hun Cobra Daytona Coupé de reguliere Cobra van de Nederlanders een seconde voorbleef – na twee uur racen. Met 21 auto's was de Heritage Touring Cup ook niet onaardig bezet. Christophe van Riet (in de Sixties Endurance-race nog gediskwalificeerd) won met zijn Capri RS3100, vóór twee andere Capri's, die van Yvan en Guillaume Mahe (RS3100) en Yves Scemama (RS2600).



Dezelfde Scemama schreef intussen in zijn Toj SC304 de CER2-race op zijn naam, terwijl Michel Lecourt en Raymond Narac met hun Porsche 962C een dubbelslag lieten noteren in de beide Group C-races. Michiel Campagne had ook zijn Spice-Cosworth SE92C meegenomen voor zichzelf en Allard Kalff. Op zaterdag arriveerde het duo als vierde aan de meet, op zondag haalden ze de eindstreep niet. Een 'celebrity'-inschrijving was ontegenzeggelijk de Jaguar XJR10 van Zak Brown (die het warme Estoril blijkbaar interessanter vond dan een natte en mistige Nürburgring) en zijn nóg beroemdere co-equipier Dario Franchitti. Maar de Jag bleek fragiel: de auto viel uit op zaterdag en verscheen de volgende dag niet meer aan de start. Hetzelfde lot was hun Capri RS3100 trouwens beschoren in de Heritage Touring Cup.



De belangstelling voor de niet-Peter Auto-onderdelen op het programma was bij de toeschouwers minstens net zo groot. Het Iberic Historic Endurance Championship bracht 40 auto's op baan – en dat waren lang niet allemaal Spaanse en Portugese inschrijvingen. Een redelijk contingent vaste NKHTGT-deelnemers maakte ook de lange tocht naar Estoril, en van hen scoorden Campagne en Kalff het beste. Met de Corvette Grand Sport eindigden ze als tweede achter de GT40 van Olivier Tancogne.



Rhea Sautter en Andy Newall finishten als zevende in hun E-type, één plaatsje voor Frans van Maarschalkerwaart in zijn Mustang GT350. De rest van de top-tien was ook Nederlands, want de Shelby werd gevolgd door de Falcon van Martin Bijleveld/Jaap van der Ende en de Mustang 'Notchback' van Max Boodie. Verderop in het veld kwamen Harmen van Putten en zijn lokale teamgenoot Bernardo Sá Nogueira als 19e over de streep, in nog een GT350. Daarmee bleven zij nog een hele vloot Portugese deelnemers voor.



Tenslotte togen er ook tien Formule 1-auto's naar Estoril, waarvan de Hesketh 308E van Michael Lyons twee keer de snelste bleek. De Lotus 81 van Steve Brooks was beide dagen de naaste rivaal van Lyons. Op zaterdag bezette Jamie Constable (Brabham BT37) de laatste podiumplaats, op zondag viel die eer ten deel aan Mark Hazell (Williams FW08).