Sportscars: Whelen-Action Express-Cadillac wint Petit Le Mans, alle titels voor Porsche in GTLM, Jeroen Bleekemolen wint GTD-endurancetitel

Start van de laatste IMSA-race van het jubileumseizoen

De Action Express-Cadillacs waren eigenlijk gedurende de hele race dominant in 'Motul Petit Le Mans', de seizoensfinale van het IMSA WeatherTech SportsCar Championship. De nummer 5 (Barbosa/Conway/Albuquerque) leek op weg naar de zege, totdat enkele minuten voor het einde een remschijf explodeerde. Daarmee ging de winst naar de zusterauto met het nummer 31 van Felipe Nasr, Eric Curran en Pipo Derani. De rijderstitel was voor Juan Pablo Montoya en Dane Cameron van het Acura Team Penske. Renger van der Zande werd met zijn teamgenoten in de Konica-Minolta-WTR-Cadillac als tweede geklasseerd. De racewinst in GTLM was voor de Risi-Ferrari met James Calado, Alessandro Pier Guidi en Daniel Serra, terwijl Porsche alle titels behaalde, inclusief het rijderskampioenschap voor Laurens Vanthoor en Earl Bamber. In GTD werden Acura-rijders Mario Farnbacher en Trent Hindman kampioen, terwijl de strijd om de klassezege in de race pas in de laatste ronde werd beslist. Die ging uiteindelijk naar de Turner-BMW van Bill Auberlen, Robby Foley en Dillon Machavern. De Riley-Mercedes met Jeroen Bleekemolen, Ben Keating en Felipe Fraga eindigde als vierde, maar de rijders wonnen wel de Endurance-titel in de GTD-klasse.

Tekst: René de Boer (vanuit Braselton, Twitter: @renedeboer)
Foto's: IMSA


De winst ging uiteindelijk naar de nummer 31-Whelen-Cadillac DPi

Met nog iets meer dan 35 minuten te gaan was er een neutralisatie, veroorzaakt doordat Toni Vilander in de nummer 63-WeatherTech-Ferrari in Turn 10 van de baan raakte na contact met Katherine Legge in de nummer 57-Acura. De prototype-teams kozen voor verschillende strategieën. Filipe Albuquerque was in de nummer 5-Mustang Sampling-Cadillac de enige die alleen tankte, de overige rijders lieten teminste twee nieuwe banden monteren. Met 25 minuten op de klok werd de race weer vrijgegeven. Het bleef spektakel want eerst ging Ricky Taylor in de nummer 7-Acura van de baan, en vervolgens Albuquerque als gevolg van een remdefect, die daarmee de leiding verspeelde. Dat bracht Pipo Derani in de nummer 31-Cadillac aan kop en die reed vervolgens ook de overwinning naar huis. "Eigenlijk had de nummer 5 deze moeten winnen", erkende Derani, die het succes deelde met Felipe Nasr en Eric Curran. Voor Albuquerque waren de druiven zuur: voor het derde achtereenvolgende jaar viel hij kort voor het einde aan de leiding rijdend tijdens Petit Le Mans uit.

Jordan Taylor, Renger van der Zande en Mathieu Vaxivière eindigden met de nummer 10-Konica Minolta-WTR-Cadillac op de tweede plaats. De derde plaats was voor de nummer 7-Acura Team Penske-Acura DPi van Ricky Taylor, Helio Castroneves en Graham Rahal, die hun teamgenoten met de nummer 6-Acura, Dane Cameron, Juan Pablo Montoya en Simon Pagenaud net voorbleven. Cameron en Montoya behaalden wel de rijderstitel in de prototype-klasse.



Rond 19.15 uur voerde Renger van der Zande (foto boven)  voor het eerst het voltallige veld aan, maar een herhaling van het succes van Wayne Taylor Racing tijdens Petit Le Mans van vorig jaar leek toch niet echt waarschijnlijk, omdat het tempo van de Acura's, de nummer 77-Mazda's en de beide Action Express-Cadillacs daarvoor wel wat erg hoog lag. Even daarvoor was hij in de rondte getikt door Misha Goikhberg in de nummer 85-JDC-Miller Motorsports-Cadillac. "Ik dacht dat hij me had gezien en ruimte zou laten, maar hij stuurde toch in en raakte me", zei Van der Zande naderhand. "Daarna kon ik wel vrij snel weer naar voren rijden, dat was gaaf! In totaal heb ik vier stints gereden, ik heb er echt van genoten, maar aan de andere kant dacht ik 'Het kan ook wel eens de laatste keer zijn'. Natuurlijk hoop ik van niet, maar ik heb in ieder geval gereden alsof het de laatste keer was. En nu moeten we maar afwachten." De tweede plaats was in ieder geval een mooie afsluiting.


Winst voor de Risi-Ferrari met Le Mans-winnaars Calado, Serra en Pier Guidi

In GTLM verspeelde de nummer 66-Ford aan het einde van het vierde uur alle kansen op succes, toen Dirk Müller in de eerste bocht van de baan raakte en in de grindbak belandde. Eerder al was de nummer 24-BMW ver teruggevallen als gevolg van een olielek. De klassezege was voor de Risi-Ferrari van James Calado, Alessandro Pier Guidi en Daniel Serra, de rijders die in juni van dit jaar ook al de GTE-Pro-klasse in Le Mans gewonnen hadden. De Ferrari was duidelijk de snelste auto in de klasse en had aan de finish een voorsprong van 7,795 seconden op de nummer 67-Ford van Ryan Briscoe, Richard Westbrook en Scott Dixon, die Ford nog een podiumplaats bezorgden bij het laatste fabrieksoptreden van de GT. BMW completeerde het podium met de nummer 25 van Tom Blomqvist, Connor de Phillippi en Colton Herta. Voor Porsche zat er geen podiumplaats meer in, helemaal niet nadat Earl Bamber in de slotfase nog werd geraakt door Pipo Derani in de nummer 31-Whelen-Cadillac DPi en in de rondte ging. De Duitse fabrikant behaalde echter wel alle titels in de klasse: de merkentitel, de teamtitel en dankzij Laurens Vanthoor en Earl Bamber ook het rijderskampioenschap.


Alle titels in de GTLM-klasse gingen naar Porsche

Trent Hindman en Mario Farnbacher, de rijders van de nummer 86-Meyer Shank Racing-Acura, wonnen al voortijdig de GTD-rijderstitel, nadat ze de minimale rijtijd van twee uur en 40 minuten in de race hadden gecompleteerd. "Het mooiste succes uit mijn carrière", sprak Mario Farnbacher. "Mijn vader en mijn broer hebben hier al in Amerika gereden, maar ik ben de eerste die als kampioen de boeken in gaat."


Acura-rijders Mario Farnbacher en Trent Hindman wonnen de GTD-titel

Jeroen Bleekemolen had te kampen met een vastzittend linker achterwiel op de nummer 33-Riley-Mercedes. "Daardoor moest ik een dubbele stint met die band rijden, maar dat was echt niet te doen", legde hij uit. "We konden nog wel de eerste plaats vasthouden, maar het was zwaar om het tempo erin te houden. Daarnaast moest ik ook brandstof sparen, wat eigenlijk alleen maar lukte door eerder te remmen, maar het 'lift and coast' was in het donker best gevaarlijk, omdat mensen dat niet verwachtten. Ik denk dat er wel tien keer auto's bij mij achterin gereden zijn. Het wordt ook nog wel even spannend voor de Endurance-titel, want we hebben nog maar twee punten voorsprong op de nummer 63-Ferari. Die mag eigenlijk niet voor ons eindigen."


Uiteindelijk geen podium, maar wel de Endurance-titel voor Riley-Mercedes

Dat probleem werd echter opgelost toen Toni Vilander in de WeatherTech-Ferrari zo'n 40 minuten voor het einde in Turn 10 van de baan raakte en daarmee voor de laatste neutralisatie zorgde. De kansen van het Ferrari-team om voor de Mercedes te eindigen, waren daarmee verkeken. In de slotfase was het Felipe Fraga, die in de Riley-Mercedes de klasse aanvoerde, maar in de laatste tien minuten reed Bill Auberlen in de Turner-BMW snel het gat dicht en zette Fraga zwaar onder druk. De Braziliaan hield verrassend goed stand, totdat hij in de laatste ronde ogenschijnlijk met een tekort aan brandstof stilviel en het Turner-BMW-team met de overwinning aan de haal ging. Voor Auberlen, op zijn 51e verjaardag, was het zijn 60e overwinning in de Amerikaanse sportwagenracerij, waarmee hij op gelijke hoogte komt met Scott Pruett. De tweede plaats was voor de Montaplast by Land-Audi van Christopher Mies, Ricardo Feller en Daniel Morad, gevolgd door de Pfaff Motorsport-Porsche van Scott Hargrove, Zach Robichon en Lars Kern. De Riley-Mercedes werd nog als vierde geklasseerd.


Turner-BMW won nipt de GTD-klasse tijdens Petit Le Mans