Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet
IndyCar

Indycar: 1972 Indy 500 rookie Mike Hiss na 30 jarige strijd tegen kanker overleden

Vanuit Amerika ontvingen wij het bericht dat 1972 Indy 500 rookie Mike Hiss vandaag in Evansville Indiana na een lange strijd tegen kanker op 77 jarige leeftijd is overleden. Hiss nam slechts viermaal aan de Indy 500 deel en eindigde in zijn debuutjaar als zevende.


Mike Hiss
Mike Hiss hielp het team van Roger Penske verschillende malen uit de brand. Snel, maar tot een echte carriere kwam het jammer genoeg nooit in de toenmalige Indycars.

Tekst Willem J. Staat
Foto: Indycar

1972 Indy 500 rookie Mike Hiss na 30 jarige strijd tegen kanker overleden
De in Norwalk, Connecticut geboren Hiss werd door het race-virus getroffen nadat zijn vader hem op jeugdige leeftijd mee naar de 12U van Sebring had genomen. Na het voltooien van zijn studies nam hij met een Triumph TR3 aan SCCA events deel. Vervolgens reed hij in de toenmalige Formule A en B. Daarna volgde de F5000 en 1972 volgde het United States Auto Club(USAC) kampioenschap.

Voor het kleine team van Tom en Mary Page kwam hij met een Eagle Offy uit en eindigde bij zijn debuut in de Phoenix 150 als tiende. Vervolgens eindigde hij als zevende in de Trenton 200. Inmiddels was Andy Granatelli van STP als sponsor op de proppen gekomen. En na een zesde plek op Pocono volgde een onverwachte doorbraak. Mark Donohue was na een CanAm crash buiten gevecht gesteld en Roger Penske had voor de komende Ontario 500 dringend een rijder nodig. Hiss kreeg de deal en eindigde op indrukwekkende wijze als tweede achter winnaar Roger McCluskey. In de eindstand van het kampioenschap werd hij als zesde geklasseerd.

Zijn veelzijdigheid werd onderstreept door een zevende plek in de allerlaatste CanAm wedstrijd dat seizoen op Riverside. In 1973 eindigde Hiss een groot aantal malen in de Top 10 voor het team van Fred Gerhardt.

Voor 1974 stond hij oorspronkelijk buiten spel. Peter Revson zou Mark Donohue bij Penske voor de Indycars gaan opvolgen, maar verongelukte tijdens een testrit ter voorbereiding van de Zuid Afrikaanse GP
.
Roger Penske deed andermaal een beroep op de diensten van Hiss die zich naast A.J. Foyt en Wally Dallenbach op de eerste startrij gekwalificeerd had. In de openingsfase lag Hiss gedurende lange tijd op een vijfde plek maar kreeg met technische problemen te kampen en kwam uiteindelijk met vele ronden achterstand als veertiende over de finish. Vervolgens kwam Hiss dat seizoen nog tweemaal voor het team van Roger Penske op Michigan uit. In de 200 mijlswedstrijd van juli eindigde hij als zevende in en in de 250 mijlswedstrijd als vierde. In 1975 werd Hiss door een crash uitgeschakeld.

In 1978 was Mario Andretti op weg naar zijn eerste en enige wereldtitel in het FIA F1 kampioenschap maar kwam ook voor Team Penske uit. De verregende kwalificaties vielen samen met de GP van Monaco. Roger Penske deed andermaal een beroep op Mike Hiss,die met vier snelle rondes Mario's bolide als 33e en laatste voor de Indy 500 wist te kwalificeren.

Overigens is er nog een anekdote. In 1976 fungeerde Hiss als "coach"bij een Indycarteam waarbij Lloyd Ruby(ook al zo'n legendarische naam) betrokken was. De rijder was niemand minder dan zijn aanstaande ex-vrouw. Arlene Hiss kwalificeerde zich als 24e en eindigde als 14e. Zij werd de allereerste vrouw die aan een Indycar-wedstrijd zou deelnemen.

Nadat Hiss een streep onder zijn actieve carriere had gezet bleef hij als medewerker van Detroit Diesel aan het bedrijf van Roger Penske verbonden. Als gekwalificeerd piloot vloog hij zowel met een Cessna Citation en een Lear Jet.

Met regelmaat was Hiss bij de F1 Grand Prix, de Brickyard 400 en de Indy 500 op Indianapolis te gast. Bij de 100e editie in 2011 was Hiss één van de 161 rijders die ooit op de Brickyard hun sporen hadden achtergelaten te gast. Hiss bleek een grote fan van Tony Kanaan te zijn.

Mike Hiss, die het team van Roger Penske enkele malen met zijn diensten uit de brand hielp, werd 77 jaar oud en laat naast zijn vrouw Connie, zoon Brian, dochter Jenny en twee kleinzoons na.
Reacties
Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet