British GT: Slotminuten bepalend voor uitslag Brands Hatch

De zesde ronde van het British GT kampioenschap op Brands Hatch werd halverwege het eerste uur opgeschrikt door een aanrijding tussen de Jaguar GT4 van Paul Vice en de Ginetta GT4 van Mike Newbould. Er volgde een lange Safety Car-periode die een grote impact had op het verdere verloop van de wedstrijd. In de GT3-klasse verloren Flick Haigh/Jonny Adam (Optimum Aston Martin #75) hun leidende positie en konden deze pas vijf minuten voor de finish heroveren. In de GT4-klasse verloren koplopers Ben Tuck/Ben Green (Century BMW #42) de zege aan het Balfe McLaren-duo Graham Johnson/Mike Robinson. Tuck/Green klommen in de laatste ronde nog wel terug naar de tweede plaats.
Tekst: Sandra Michiels
Foto's: PR
De zesde ronde van het British GT kampioenschap werd verreden op het circuit van Brands Hatch. Net als twee weken geleden in Spa stond er aldaar een 2-uursrace op het programma. De kwalificatie bepaalde dat Flick Haigh en Jonny Adam (Optimum Aston Martin #75) de wedstrijd vanaf de overall polepositie mochten aanvangen. Het was voor het GT3-koppel de tweede pole op rij, want ook in Spa kwamen zij in de tijdtraining als snelste uit de bus. In de GT4-klasse werd de eerste startrij opgeëist door Century Motorsport. Dean Macdonald en kampioenschapsleider Jack Mitchell zetten hun BMW #43 op pole, vlak voor teamgenoten Ben Green en Ben Tuck (BMW #42).
De start van de race verliep vrijwel incidentloos. GT3 polesitter Haigh behield haar leidende positie en bouwde in het eerste half uur een voorsprong van maar liefst 17 seconden op. Macdonald kon zijn GT4 pole daarentegen niet omzetten in een koppositie. Teamgenoot Ben Green was hem te snel af en verwees hem terug naar de tweede plek. In de dertig minuten die volgden werkten ook de beide Century BMWs aan het opbouwen van een voorsprong, maar net als Haigh zagen zij hun harde werk in één klap te niet gedaan toen Paul Vice (Invictus Jaguar #44) en Mike Newbould (HHC Ginetta #50) op het rechte stuk met elkaar in aanraking kwamen en hard van de baan vlogen.

Beide coureurs bleven ongedeerd, maar de materiële schade was groot; met name de Ginetta was zwaar gehavend en kon niet meer zelfstandig verder. De Safety Car moest langdurig de baan op komen om de marshalls de kans te geven het circuit schoon te maken. Dit was voor de leiders van zowel de GT3- als de GT4-klasse slecht nieuws. Haigh/Adam waren in de 2-uursrace op Spa als derde geëindigd, wat betekende dat zij in Brands Hatch een succes pitstoppenalty van 10 seconden moesten afleggen. Om kans te blijven maken op de overwinning waren zij dus afhankelijk van een gezonde tijdsvoorsprong. Ook Century Motorsport had een voorsprong nodig om te kunnen zegevieren, want haar beide BMWs werden bemand door Silver rijders, wat betekende dat zij een langere minimum pitstoptijd hadden uit te zitten dan de GT4 Pro-Am deelnemers.
De Safety Car deed drie ronden voor het openen van het pit window haar lichten uit. Dit gaf Haigh de kans om opnieuw een kleine voorsprong op te bouwen. Deze bleek nipt genoeg om Jonny Adam na de rijderswissel in de tweede positie weer de baan op te krijgen. Alleen de Barwell Lamborghini #69, met Jonny Cocker achter het stuur, had de Aston weten te passeren. De afstand tussen Adam en Cocker werd in het tweede uur van de race nooit groter dan een seconde. Adam hield Cocker constant onder druk en met nog vijf minuten te gaan resulteerde dit in een foutje van de Lamborghini-coureur. Adam wist langszij te steken en kon zo alsnog de overwinning claimen, zijn veertiende in het British GT – een record.
Achter Adam en Cocker vond een meervoudig gevecht plaats om de derde positie. Darren Turner (Beechdean Aston Martin #99), Phil Keen (Barwell Lamborghini #33), Nicki Thiim (TF Sport Aston Martin #11) en Yelmer Buurman (ERC Mercedes #116) reden rondenlang als aan een draadje geweven rond. Met nog twintig minuten te gaan moest Keen onverwacht de strijd staken, omdat zijn motor oververhit was geraakt door vuil in de radiator. Dit promootte Thiim naar de vierde en Buurman naar de vijfde plaats. Met nog enige minuten op de klok zag Thiim een gaatje langs Turner's Aston Martin en promoveerde zichzelf naar de derde plaats. Turner werd vierde; Buurman behield de vijfde plaats.
In de GT4-klasse vielen de Silver deelnemers, waaronder de beide Century BMWs, na de rijderswissels ver terug door hun langere minimale pitstoptijd. De kopposities kwamen daardoor in handen van een trio Pro-Am rijders: Mike Robinson (Balfe McLaren #501), Martin Plowman (RJN Nissan #53) en Scott Malvern (Team Parker Mercedes #66). Robinson liep gedurende het tweede uur van de wedstrijd steeds verder weg bij zijn concurrenten, maar Plowman en Malvern klokten gelijkwaardige rondentijden en vochten verbeten om de tweede plaats; dusdanig verbeten, dat Ben Tuck (Century BMW #42) zijn achterstand op hen stukje bij beetje dicht kon rijden en hen in de allerlaatste ronde zelfs nog wist te passeren. Robinson bleef echter buiten Tucks bereik. Hij won de race, samen met zijn teamgenoot Graham Johnson. Ben Green/Ben Tuck werden tweede en waren daarmee de enige Silver-inschrijving op het podium. Plowman en teammaat Kevin Fletcher werden derde.

Op 22-23 September zal de finale van het British GT worden verreden op het circuit van Donington.
British GT Brands Hatch Uitslag
GT3 Rijderskampioenschap
1. Flick Haigh/Jonny Adam – 139,5
2. Jon Minshaw/Phil Keen – 122
3. Mark Farmer/Nicki Thiim – 121
4. Lee Mowle/Yelmer Buurman – 113
GT4 Rijderskampioenschap
1. Jack Mitchell – 118
2. Ben Tuck/Ben Green – 108
3. Callum Pointon/Patrik Matthiesen – 104,5
4. Michael O'Brien/Charlie Fagg – 95