Frans Verschuur – “Ligt de ondergang van de nationale autosport niet bij de KNAF?”

Een kleine twintig jaar geleden draaide er een hele industrie rond de Nationale Autosport. Elf verschillende klassen met, op een kleine uitzondering na, volle startvelden. Een zondagje circuit was een feest voor rijders, sponsors en toeschouwers. Van dit alles is niets overgebleven. Tijd om eens met een aantal teambazen te praten die deze glorietijden hebben meegemaakt. Kunnen deze tijden terugkomen is de vraag. Wij spreken als eerste met een sombere Frans Verschuur.

Tekst: Gerrie Hoekstra
Foto's: archief Autosport.nl

"De cultuur ten opzichte van de autosport van pakweg 15 jaar geleden is enorm veranderd. Je kunt tegenwoordig vrij makkelijk je racelicentie halen. De sponsors gaan nu zelf rijden bij bijvoorbeeld de DNRT en hebben geen geld meer over om talentvolle rijders te laten racen. We zijn maar een klein land, er is niets meer over van de nationale kampioenschappen, de races waarbij het nog ergens over ging. Ligt de ondergang van de nationale autosport niet bij de KNAF?. Je hoort nooit wat, er gebeurt helemaal niets.

Talentvolle rijders racen nu allemaal in het buitenland en de rest gaat ongedwongen plezier maken bij de DNRT. We moeten ook realistisch zijn, de wedstrijden van de DNRT zijn betaalbaar. Lekker racen voor 5.000 euro per jaar in de Peugeot Cup. 60 strijdende wagentjes in hun eerste jaar aan de start, prachtig om te zien. Het verschil met de DNRT ten opzichte van rijden op een hoger niveau is echter enorm groot. Een tussenstap, zoals het Dutch Power Pack dat tot een paar jaar geleden was, bestaat nu niet meer.

De mentaliteit is ook anders geworden. Wij hadden er vroeger alles voor over om te kunnen racen. We sliepen in de truck op het circuit. Tegenwoordig moet alles luxe, er moet overnacht worden in hotels. Je ziet het ook al in karting, waar vaders hun kinderen net zo goed willen vinden als Max Verstappen. Bedragen van 50.000 euro per jaar zijn meer regel dan uitzondering. Als dan de successen uitblijven en er geen kampioenschappen zijn behaald, staan ze na drie jaar met een lege portemonnee aan de kant en hebben ze er geen geld meer voor over om de overstap naar de autosport te maken. Een overstap naar bijvoorbeeld de Duitse Formule 4 kost al rond de 2 ½ ton, waanzinnig veel geld. Een betaalbare tussenstap is er niet meer.

Ondanks dat het nu beter gaat met de economie stappen ook de importeurs niet meer in. Zij moeten letten op de muntjes. Het is ook jammer dat er helemaal geen autosportkennis meer bij de importeurs aanwezig is. Dat was vroeger toch wel anders, met bijvoorbeeld Jur Raatjes en Ron Boon bij Renault Nederland.



In de Clio Cup kon je voor circa 50.000 euro op jaarbasis op niveau racen tegen sterke tegenstanders. Ondanks de steun van Renault Nederland, tot het allerlaatste moment, is het niet gelukt om deze mooie klasse overeind te houden. Een fantastische auto, altijd mooie strijd, voor de rijders een raceklasse waar je nog waar voor je geld kreeg. Als de Clio Cup het al niet kan overleven, dan is de rest ook onmogelijk is mijn stellige overtuiging."

Waar Frans Verschuur wel enthousiast over is, is de groei en bloei van de Europese GT4. "De startvelden worden alleen maar groter en mooier. Ik kom volgend seizoen met een extra derde McLaren aan de start. Een fantastische klasse met heel veel mogelijkheden. Jammer dat deze klasse niet meer op Zandvoort aan de start komt. De organisatie heeft voor een andere, goedkopere aanpak gekozen. Er moest dit jaar te veel geld aan de DTM-organisatie betaald worden, waardoor de inschrijfgelden te hoog werden. Dat willen ze niet meer."