Retro: Hart & Hart winnen, maar raken zege kwijt op Imola Classic
David en Olivier Hart gaven hun historische seizoen een fraai slotstuk door de Sixties Endurance-race op Imola te winnen, maar toen gooide de technische keuring roet in het eten. Na veel discussie werd de volledige top-drie uitgesloten, waarna de Cobra Ben Gill tot winnaar werd uitgeroepen. De overige Nederlanders – Armand Adriaans, Michiel van Duijvendijk, Pascal Pandelaar en Ad van der Kroft – lieten intussen goed van zich spreken.
Tekst: Mattijs Diepraam
Aanvullende verslaggeving: Carlo Senten (Retro Racing Magazine)
Foto's: Peter Auto
De Nederlandse afvaardiging naar het slotevenement van Peter Auto was deze keer volledig in de Sixties Endurance-race actief. Met een grote kanshebber voor de eindzege, want ook DHG Racing was naar Imola afgereisd voor vader en zoon David en Olivier Hart. Junior schitterde tijdens de wedstrijd door de Cobra die senior op de tweede plaats had ingeleverd, in zijn stint naar de overwinning te sturen.
Maar de uren die volgden bij de technische keuring zorgden voor nog veel meer nagelbijten. Uiteindelijk werd de hele top-drie afgekeurd, zodat de podiumceremonie van nul en generlei waarde was gebleken. Andrew Beverley lag er vrij gauw uit; de grotere carburateurs waren snel ontdekt. De discussie over de Cobra's van DHG en Gipimotor duurde aanmerkelijk langer. De Nederlandse Cobra werd afgekeurd op differentieel en versnellingsbak, de Belgische Cobra op wiellagers die ook op de DHG-auto zitten en waarmee Dumolin en Van Riet al jaren rijden. Zo werd de Cobra van Ben Gill winnaar.
Armand Adriaans reed met zijn Belgische kompaan Kristoffer Cartenian intussen een puike race: met hun Shelby Mustang GT350 reden ze naar een knappe vierde plaats algemeen. Daarmee bleven ze nog een stel Cobra's voor en waren ze de snelste GT350 van het veld. Michiel van Duijvendijk en Pascal Pandelaar schitterden net zo door met een negende plaats algemeen de GTS11-klasse te winnen met hun 911. Minstens zo opmerkelijk was de tiende plaats algemeen voor de Morgan +4 van Ad van der Kroft en Richard Plant.
In de Trofeo Nastro Rosso ontbrak vaste deelnemer Jan Gijzen, waardoor de wedstrijden geen Nederlandse aanwezigheid meer hadden. Lukas Halusa won met gemak de eerste race in zijn Ferrari 250 GT Breadvan, maar de one-off van Bizzarrini had in de tweede race de reguliere 250 GT van Marcus Lindkvist kort achter zich aan. De Alfa TZ1's van Carlo Vögele en Lucien Guitteny wisselden stuivertje in beide races. De Zwitser werd derde in de race van zondag, de Fransman vulde een dag eerder het podium aan.
In CER1 was Richard Meaden in zijn Lola T70 Mk3B een trio aan Chevron B19's te snel af, aangevoerd door de Zwitser Philip Bruehwiler. In de GT-klasse was de De Tomaso Pantera van Detlef von der Lieck het snelst, vaardig geassisteerd door Ralf Kelleners. Het Duitse duo bleef de RSR van Raymond Narac/Michel Lecourt een ronde voor.
Waar Martin O'Connell in CER1 nog op de derde plaats bleef steken, stond hij CER2 wél op de hoogste trede van het podium. Met zijn Chevron B23 bleef hij de Lola T292 van Tony Sinclair ruim 15 seconden voor. De 935 van Christian Traber was ruim de snelste onder de GT's.
De Heritage Touring Cup werd een waar Escort-feest. Vijf stuks bezetten de eerste vijf plaatsen, met die van Belgen Christophe Van Riet en Raphaël De Borman bovenaan. De snelle Capri's van Steve Dance en Philip Walker haalden de eindstreep niet.
Het U2TC was het tweede toerwagenkampioenschap op het programma, en de enige gast tussen de vaste onderdelen van Peter Auto. Alex Furiani won in zijn GTA beide races. In de eerste race hield hij Richard Shaw in diens 1800 TiSA op vijf seconden afstand, in de tweede race ging de Cortina van Steve Soper bijna naast hem over de lijn.