Retro: De zaterdag van de Historic Grand Prix 2016
Het sluitstuk van de tweede dag van de Historic Grand Prix 2016 was ook het hoogtepunt: de GT-race van anderhalf uur voor het Masters Gentlemen Drivers-kampioenschap was spannend tot aan de meet. Al leek de opkomst niet zo groot als vorig jaar, het publiek kon van de actie genieten onder een weldadig zomerzonnetje.
Tekst: Mattijs Diepraam
Foto's: Chris Schotanus, Willem J. Staat, Erik van der Schaaff
De lokale belangstelling voor de Gentlemen Drivers-race aan het slot van de dag was groot, vooral doordat de eerste rij geheel Nederlands was gekleurd: de Shelby Cobra Daytona Coupé van David & Olivier Hart stond op pole, met daarnaast de Ferrari 250 GTO 64 van Jan Lammers en Nicky Pastorelli. Toch leek de AC Cobra van Michael Gans en Andy Wolfe lange tijd de beste kansen op de overwinning te hebben.
"Ons plan was om zo dicht mogelijk bij David te blijven", zei Gans na afloop. De Duitser voerde het veld zelfs 11 ronden aan voordat hij na een zwaar duel Hart toch moest laten gaan. "Dan kon [de snellere] Andy [Wolfe] het afmaken tegenover Olivier." Dat leek te lukken totdat kort na de rijderswissel de safety car naar buiten kwam nadat de TVR Grantura van vader en zoon Ashworth een oliespoor in de Audi-S had gelegd. Daardoor zat de Cobra Daytona Coupé van Leo Voyazides en Simon Hadfield opeens weer in de race.
Voyazides was na een spin in de eerste ronde teruggevallen naar de 25e plaats, maar had zich alweer teruggevochten naar de zesde plaats toen hij het stuur overdroeg aan de snelle Hadfield. Die reed vierde toen de safety car naar buiten kwam, maar op respectabele afstand. Bij het zwaaien van de groene vlag had hij opeens zicht op Hans Hugenholtz (AC Cobra), Olivier Hart en Andy Wolfe. De laatste passeerde hij vier ronden voor het einde, om alsnog de zege veilig te stellen. "We hadden enorm geluk met de safety car", gaf ook Hadfield toe. Wolfe en Hart Jr finishten op korte afstand.
Net als Gans en Wolfe betreurden vader en zoon Hart de neutralisatie. "Zo zonde", aldus Hart Sr. "Gans ging als een gek tekeer, maar ik deed het rustig aan om de banden te sparen voor Oli. Maar weet je, het is ook niet zo erg, we hebben hier onze 'langzame' motor in gezet, de snelle hebben we bewaard voor Goodwood volgende week..."
Hugenholtz en Alexander van der Lof werden uiteindelijk vijfde, Lammers en Pastorelli werden zevende algemeen en wonnen de C2-klasse. Van de twee gele Healeys van eigen bodem moest Robert Jan 't Hoen zijn auto aan de kant zetten, maar Cor Visser reed naar een keurige 18e plaats. Na een drivethrough voor Fred van Maarschalkerwaart eindigde de Corvette die hij deelde met Roeland Voerman als 21e.
In de eerste F1-race leidde Nick Padmore van start tot finish. De Williams FW07-coureur pakte daarmee zijn negende overwinning van het seizoen. Achter hem vochten Christophe D'Ansembourg (ook Williams FW07C) en Greg Thornton (Lotus 91) verbeten om de tweede plaats. Thornton zette zijn Lotus er na de start even naast bij het uitkomen van de Tarzanbocht, maar dichterbij zou hij niet komen.
Michael Lyons maakte er een mooie inhaalrace van. Doordat hij in de kwalificatie onder de rode vlag had ingehaald, moest hij vanuit de pitstraat starten, maar toch wist hij naar de vijfde plaats algemeen te rijden en de winst in de pre-77-klasse te pakken. Voor de Arrows A5 van Neil Glover eindigde de race in de vangrail tussen Tarzan en Gerlach. Frits van Eerd finishte intussen als 12e in zijn March 761.
De Pre-66 Touring Cars hadden een race van een uur, waarin Andy Wolfe en Michael Gans als winnaars uit de bus kwamen met hun Lotus Cortina, ondanks het feit dat Wolfe zijn zorgvuldig opgebouwde voorsprong van 20 seconden volledig kwijtraakte van een safety car vanwege een oliespoor van Hunzerug tot Scheivlak. Ze kregen drie andere Cortina's in hun spoor, die het na het vertrek van de safety car aan de stok kregen met de Mustang van de jonge Olivier Hart.
Die kreeg een drivethrough vanwege een valse start, maar kwam door de safety car weer terug in het spel. Hart stoomde eerst door naar de tweede plaats, maar moest tegen het einde toch weer alle Cortina's voorbijlaten. Hij bleef wel de snelste van de dikke Fords. René de Vries, die de hulp had ingeroepen van Nick Swift, zag zijn kansen op de overwinning in de Mini-klasse in rook opgaan toen Swift al na één ronde naar binnen kwam. Masters-opperhoofd Ron Maydon ging er daardoor makkelijk met de klassewinst vandoor.
De F2-race bleek een verhaal van twee duels: Matthew Watts (March 772) en Richard Evans (March 79B) streden om de kop, Phil Hall en Chris Lillingstone-Price 50 seconden verder naar achteren om de derde plaats. Watts kwam als winnaar uit de strijd: met 1,5 seconde versloeg hij de Atlantic-auto van Evans. Robert Simac won (zoals gewoonlijk) de klasse voor oudere auto's, in zijn March 712M.