Retro: De Historic GP voorbeschouwd (1): FIA Lurani Trophy
Al staan ze op Zandvoort voor de verandering niet als eerste op het programma, de Formule Juniors zijn het gewend om in raceweekenden het spits af te bijten. Daarom openen we onze reeks voorbeschouwingen op de komende Historic Grand Prix met een blik op het officiële Europese kampioenschap voor Formule Juniors: de FIA Lurani Trophy.
Tekst: Mattijs Diepraam
Foto's: Erik van der Schaaff, Mattijs Diepraam
Het verhaal van de races
Formule Junior was de Formule 3 van de late jaren vijftig en de Formule 2 van de eerste helft van de jaren zestig: kleine vinnige eenzitters met eerst nog de motor voorin, daarna met middenmotor. Toch snijdt een vergelijking met de huidige F4 meer hout: het was de instapklasse voor iedereen die in de monoposto's wilde beginnen en er waren alleen nationale of regionale kampioenschappen. Slipstreamen staat centraal in deze uiterst competitieve klasse, die altijd bulkt van de deelnemers. Dat geldt ook voor het veld van 2016. De twee Junior-races zullen ongetwijfeld net als vorig jaar een spannende strijd laten zien tussen verschillende plukjes auto's.
Duel om in de gaten te houden
In 2015 won Manfredo Rossi (Lotus 22) twee keer uiterst nipt, na spannende duels met James Murray (Lola Mk5A). Rossi lijkt dit jaar opnieuw de favoriet, terwijl Murray zich ook weer heeft ingeschreven. Maar er is meer sterke tegenstand: houd ook de Lotus 20 van de Zwitser Bruno Weibel in de gaten, die het Rossi dit jaar samen met de Fransman Pierre Tonetti (Brabham BT6) al een paar keer moeilijk heeft gemaakt.
Opvallend gezicht
Floris-Jan Hekker geeft een Nederlands tintje aan de klasse. De coureur met de witte baard is al sinds mensenheugenis een vast gezicht op Zandvoort en brengt ook deze keer zijn Rayberg FJ mee. Vorig jaar had Hekker pech: in het Scheivlak brak er een wiel van zijn Rayberg af, waarna de auto in het zand beet en twee keer over de kop ging. Hekker stapte gelukkig ongedeerd uit. Hopelijk vergaat 't hem in 2016 beter. Hou de zilveren bolide met startnummer 4 in het oog.
Formule Junior toen op Zandvoort
De Juniors waren destijds vooral een Britse, Italiaanse, Franse en Duitse aangelegenheid, maar ze raceten ook een paar keer op Zandvoort, als onderdeel van het Benelux-kampioenschap, met vele Britse gastrijders. In 1961 – op 3 september nota bene, dus in hetzelfde weekend als nu – won de Zuid-Afrikaan Tony Maggs de Zandvoort Trophy in een Cooper-BMC T56 van Ken Tyrrell. Nederlandse deelname was er ook: Ben Pon stapte voor de gelegenheid in een fabrieks-Lotus, Rob Slotemaker reed voor The Chequered Flag in een Gemini Mk3A, terwijl Henk van Zalinge zijn opwachting maakte in zijn unieke Hirondelle, een heuse FJ van Nederlandse bodem. Alle drie werden uitgeschakeld in een groot startongeluk.
In 1962 kwam Slotemaker wel aan de finish, als zevende in zijn eigen Cooper-BMC T56. Peter Arundell won in de Lotus 22 van Team Lotus. De Australiër Frank Gardner won in 1963 met een Brabham-Cosworth BT6. Van Zalinge kwam als vierde over de streep in een Alexis Mk4. Ook vond er een paar keer in de zomer een Coupe Benelux plaats, waarin Belgische coureurs zoals Jean-Claude Franck en André Pilette de dienst uitmaakten.