Retro: Martin Stretton naar dubbeloverwinning op Silverstone Classic

Martin Stretton was afgelopen weekend de grote ster op de Silverstone Classic. De historische allrounder won beide ronden van de FIA Masters Historic Formula 1 en reed ook voorin mee in vele andere races. Ook oud-F3-coureur Martin O'Connell deed van zich spreken met drie overwinningen. De Silverstone Classic beleefde zijn zilveren jubileum en is in die 25 jaar uitgegroeid tot het grootste historische autosportfestival ter wereld – in ieder geval als het gaat om pure aantallen: 20 races in twee dagen, met onder meer 37 F1-auto's uit het DFV-tijdperk en 56 auto's in de pre-66 GT's. Ook andere startvelden gingen geregeld over de 50 heen. Het evenement is bovendien de grootste clubdag voor vele sportieve automerken, van Aston Martin tot Ferrari. Die hoorden wel flink wat regen op hun dak kletteren.
Tekst: Mattijs Diepraam
Foto's: Silverstone Classic
De Silverstone Classic is zo groot omdat bijna alle Britse organisatoren van historische autosport acte de présence geven: Masters Historic Racing, HSCC, Motor Racing Legends, Historic Grand Prix Car Association, Group C en de Formula Junior Association.
Het viel niet te ontkennen dat de twee races voor het FIA Masters Historic F1 de toppers waren op het overvolle programma. Het veld op de Silverstone Classic krijgt net als de GP Monaco Historique altijd wat speciale auto's op bezoek, buiten de legers aan Williamsen, Tyrrells, Arrows en Lotussen, en deze keer trokken de twee pas gerestaureerde LEC's van David Purley en de zeswieler van March (de 2-4-0) de aandacht van de liefhebbers van relatief obscuur F1-materiaal.

Vooraan waren het echter de gebruikelijke merken uit het tijdperk van de FISA/FOCA-oorlog die strijd leverden om de kopposities. Martin Stretton is sinds vorig jaar weer terug in FIA Historic F1. Met zijn ex-Alboreto Tyrrell 012 is hij nog geen vaste waarde in het kampioenschap, zoals hij dat destijds wel was met de Tyrrell 034, maar als hij meedoet, is hij een vaste waarde, zeker voor de pole.
Deze keer wist de Brit zijn goede startpositie zelfs twee keer om te zetten in zeges, al moest hij er hard voor vechten. Twee keer versloeg hij Sam Hancock (Fittipaldi F5A) en kampioenschapsleider Loïc Deman (Tyrrell 010) uiterst nipt. In de eerste race finishten Andy Wolfe (Tyrrell 011) en Greg Thornton (Lotus 91) ook nog binnen 3,5 seconden van Stretton.

Strettons naamgenoot Martin O'Connell was ook goed op dreef. De voormalige F3-coureur, die ooit Class B-kampioen werd in het Britse kampioenschap, won in totaal drie races. Zijn eerste overwinning kwam in de FIA Masters Historic Sportscars: met zijn Chevron B19 zorgde hij ervoor dat er eens een keer géén Lola T70 Mk3B met de winst vandoor ging. In totaal drie Mk3B's bleef hij voor: die van Marino Franchitti/Richard Meaden, Grant Tromans/Martin Stretton en Jason Wright/Andy Wolfe. Om te winnen, moest O'Connell wel profiteren van de uitvalbeurten van Rob Huff/Richard Meins en Leo Voyazides/Simon Hadfield, ook aan boord van Mk3B's.
In de Gentlemen Drivers-race voor Pre-66 GT's trok O'Connell opnieuw aan het langste eind. Met zijn E-type versloeg hij Michael Gans/Andy Wolfe (AC Cobra) en Martin Whitaker (TVR Griffith). Het Nederlandse duo Christiaan van Lanschot/Karsten Le Blanc (Healey 3000) viel uit in 12e ronde. Later op de dag won O'Connell samen met Sandy Watson ook nog de Guards Trophy van de HSCC, deze keer in een Chevron B8 uit een iets vroegere periode.

De al genoemde Martin Whitaker was de ster van de twee speciale Battle of Britain-races, waarin een allegaartje aan Britse auto's het tegen elkaar opnam. In zijn Grittith won Whitaker de eerste race, in de tweede ging Matt Nicoll-Jones (Jaguar E-type) hem voor. Nog meer GT's, maar dan van vóór 1963, kwamen aan de start in de RAC TT-race. Wolfgang Friedrichs/Simon Hadfield (Aston Martin DB4 GT) zegevierden, met in hun kielzog de E-types van Martin Melling/Rob Hall en James en Jeremy Cottingham. Van Lanschot/Le Blanc eindigden als negende in hun Big Healey.

Toerwagenhelden van vroeger én nu schitterden in de diverse toerwagenraces. BTCC-duo Matt Neal en Gordon Shedden verruilden hun Civic voor een Lotus Cortina en vochten zich een weg naar voren in de U2TC-race. Patrick Watts, John Cleland, Tim Harvey en Steve Soper streden mee in de twee Super Touring-races, maar de winst in de eerste race ging naar Frank Wrathall (Audi 80 quattro) voor de Accords van James Dodd en Stewart Whyte. Whyte versloeg Watts in de tweede race. Daarin werd onze eigen Jan Bot derde. Bot deed met zijn BMW M3 E30 mee in de gastcategorie.

De oudere F1-auto's kwamen aan de start in de twee races van de Historic Grand Prix Association, waarin een van die eerdergenoemde toerwagenhelden verraste. Tim Harvey (Cooper T51) ging in de eerste race twee HGPCA-favorieten voor: Will Nuthall (Cooper T53) en Jon Fairley (Brabham BT11). In de tweede race werd Harvey over de streep gevolgd door Julian Bronson (Scarab) en Nuthall. Bij de Formule Juniors was Sam Wilson (Lotus 20/22) twee keer de beste.

Motor Racing Legends verzorgde drie races. In de Stirling Moss Trophy won Gregor Fisken in zijn Ferrari 246S. Karsten Le Blanc haalde in zijn Cooper Monaco het einde van de eerste ronde niet. De Woodcote Trophy was een prooi voor John Young/Chris Ward in hun Jaguar C-type, terwijl bij de vooroorlogse auto's Fred Wakeman en Patrick Blakeney-Edwards zegevierden in hun Frazer Nash Super Sports.

Group C hield tot slot geen een, maar twee races. In de eerste won de Belgische graaf Christophe D'Ansembourg in de Jaguar XJR14 waarmee Nic Minassian in een eerdere editie de vloer aanveegde met de rest van het veld. Bob Berridge (Nissan R90CK) en Steve Tandy (Spice SE90C) volgden hem over de streep. Een dag later bestond de top-drie geheel uit Spices (waar Gordon Spice destijds een gat in de lucht om zou zijn gesprongen): Tandy won voor David Methley (Spice SE89C) en Aaron Scott (Spice SE86C). Michael Lyons was op tijd terug uit Spa om het stuur van zijn moeder over te nemen en de Gebhardt C91 naar de vierde plaats te sturen.

Op het middenterrein lieten ook alle autoclubs zich niet tegenhouden door de regen, vooral niet de chauffeurs van zilveren exemplaren. Die mochten in een grote optocht de baan op om het 25-jarig jubileum van het evenement te vieren.