Retro: Nicky Pastorelli: “Je moet echt voor het materiaal zorgen”

Steeds vaker doen coureurs uit de moderne autosport uitstapjes naar de historische racerij. Wat is voor hen de aantrekkingskracht? En wat zijn de verschillen? AutosportRetro sprak op Zandvoort en Spa met Nicky Pastorelli, die voor DHG Racing een Lola T70 Spyder en een AC Cobra bestuurde, en voor Piet Roelofs op Zandvoort ook nog een Ferrari Daytona met John Bosch deelde.
Tekst en foto's: Mattijs Diepraam
Tom Coronel zei het een paar jaar geleden al, toen hij met verbazing keek naar de massa's mensen op het Zandvoortse Kerkplein, allemaal uitgelopen voor de parade van de Historic GP: "Misschien moet ik maar eens een switch maken, want hier komt meer publiek op af dan voor het WTCC!" En toen moest hij de 150.000 bezoekers aan de Goodwood Revival nog tegenkomen... Coronel is niet de enige coureur uit de moderne autosport die zich heeft laten overhalen om historisch te racen. Dit jaar was Giedo van der Garde de naam met de meeste faam. Hij jaste in één Goodwood-weekend weliswaar alle drie de versnellingsbakken erdoorheen die DHG Racing had meegenomen, maar de Nederlandse Cobra ging wel winnend over de streep. David Hart, op Spa terugblikkend op die glorieuze overwinning: "Hij reed echt met het mes op de keel, zo zei hij na afloop. Nou, dat was ook wel te zien ook. Wat een race!" Voor Van der Garde was alles nieuw, vertelde hij: een dak boven z'n hoofd, banden zonder enige grip, zelf schakelen – en dus ook double-clutchen en tussengas geven, al ging dat nog niet helemaal perfect...

Maar ook Nicky Pastorelli dook op bij DHG Racing. Hij had in 2010 al eens eerder de Spa Six Hours gedaan, maar nu zou hij Zandvoort én Spa gaan doen. Op Zandvoort deelde hij de open Lola T70 Mk1 met David Hart, een auto die in de race zou uitvallen met een kapot differentieel. "Ik stap bijna koud deze auto in", zei hij vooraf. "Het is een heel brute auto, met veel koppel onderin en weinig grip. Of eigenlijk bijna geen grip. In sommige historische klassen mag je nog met Avons rijden, maar hier rijden we met originele Dunlop Racing-banden."
"Een oude auto moet je met gevoel rijden", stelt Pastorelli. "Netjes tussengas geven, alles voorzichtig doen, anders is het zo stuk. Het is totaal onvergelijkbaar met de Corvette waarmee ik nu kans maak op de titel in het GT Open. Ja, hij heeft ook een Amerikaanse V8, net als deze Lola, maar dat is echt de enige overeenkomst. De Corvette heeft de motor voorin, ja, maar ook traction control en schakelflippers. Je hoeft je geen zorgen te maken over dingen die stuk kunnen gaan. Er gaat bijna nooit iets stuk!"

Op Spa zou hij de Cobra van DHG Racing delen met David Hart en Hans Hugenholtz. De auto had net een week eerder in handen van Hart en Van der Garde getriomfeerd op Goodwood, dus Nicky keek er erg naar uit. Dit zou zijn tweede Spa Six Hours worden. In 2010 had hij de race gereden in de Corvette van David Hart. "Het was nogal avontuurlijk door het slechte weer. Alles was beslagen, ik reed met de gordels los om over het raam te kunnen kijken!"
Nu stond hij voor zijn debuut in de Cobra. "Dat is weer een compleet andere auto dan de Lola. De Lola heeft 150 pk meer en is een stuk lichter." Op de achtergrond interrumpeert David Hart het gesprek: "Maar wel met dezelfde banden en dezelfde remmen!" Nicky lacht: "Ja, precies. Het is een echte raceauto, je voelt alles. Zelfs rechtdoor rijden is een uitdaging! Daarmee vergeleken is de Cobra een 'zwalkbak'. En zo moet je 'm ook rijden. Je probeert 'm zo netjes mogelijk te rijden, want dat is het snelst, maar je bent wel voortdurend aan het glijden."

"Bovendien moet je voor het materiaal zorgen", vervolgt hij. "In de moderne autosport is een 24-uursrace gewoon 24 uur kwalificatie rijden. Maar zes uur is echt lang voor zo'n oude auto. En al helemaal voor de banden. Als je hier te veel gaat pushen, is de linkervoorband binnen een uur op. En dan mogen we hier nog op Avons rijden. Of denk aan de versnellingsbak, daar moet je netjes mee omgaan, anders gaat hij echt geen zes uur mee." Opnieuw voegt Hart iets toe: "Als je ermee rijdt zoals Giedo, haal je de 32 minuten nog niet!"
Het zijn verhalen die het verschil duidelijk maken tussen de moderne en historische autosport. Dat merk je ook aan coureurs die de omgekeerde beweging hebben gemaakt zoals Andrew Smith, Joe Twyman of Jason Minshaw. Minshaw, inmiddels weer gestopt met British GT, zei het op Zandvoort heel treffend: "Modern racen is remmen, sturen en gasgeven. Dit is toch veel leuker?"

Pastorelli is wat dat betreft een vreemde eend in de bijt. Hij racete altijd modern, maar kent ook de klassiekerwereld. Zijn bedrijf Pastorelli Classics restaureerde onlangs de eerste Ferrari die op Nederlands kenteken werd gezet: de 212 Inter van Eddie Hertzberger, nu eigendom van diens zoon Anthony. De auto won vorige maand het Concours d'Elegance van Belgrado. "Ik heb altijd veel met klassiekers gereden, zo heb ik het gevoel ervoor ontwikkeld. Als je dat gevoel overbrengt op een historische raceauto, houd je 'm langer heel." Op Spa kreeg Pastorelli daar helaas de kans niet toe. De Cobra viel uit voordat hij aan de beurt was.