Sportscars: Allan McNish beëindigt indrukwekkende loopbaan

In juni van dit jaar stond McNish (geheel links) nog op de hoogste trede van het podium in Le Mans
Onder het motto: "Je moet stoppen als het het mooist is" heeft de Schotse coureur Allan McNish aangekondigd, zijn indrukwekkende loopbaan in de LMP1-prototypes na het nu voorbije seizoen niet meer voort te zetten. Daarmee neemt McNish als wereldkampioen afscheid, wat van stijl en klasse getuigt. Het afgelopen seizoen won hij samen met Tom Kristensen en Loïc Duval in de Audi R18 e-tron quattro de WEC-titel. Het afscheid van McNish komt een kleine anderhalf jaar na het terugtreden van Dindo Capello, die vorig jaar na Le Mans een punt achter zijn carrière zette. Evenals de Italiaan, die dit seizoen als ambassadeur bij alle WEC-races aanwezig was, blijft McNish wel bij Audi Sport betrokken.
Tekst: René de Boer (Twitter: @renedeboer)
Foto's: PR
De Schot, die op 29 december zijn 44e verjaardag viert, groede via de karting, Formule Ford en Formule Opel door naar de Formule 3, waarin hij in 1989 tweede werd in het Brits kampioenschap. Na een aantal seizoenen Formule 3000 en als testrijder in de Formule 1 deed hij in 1997 en 1998 ook de nodige ervaring met GT's op. In 1998 maakte hij samen met Laurent Aiello en Stéphane Ortelli deel uit van het winnende team met de Porsche 911 GT1 in Le Mans, tot nu toe de laatste overwinning van Porsche in de klassieker aan de Sarthe. Een jaar later stapte hij over naar Audi, het merk waarmee hij de meeste successen behaalde.

McNish testte eind 1999 de Audi R8R in Silverstone
McNish' loopbaan bij Audi bestond uit twee gedeelten. Na succesvolle tests eind 1999 met wat toen nog de Audi R8R heette, Audi's eerste open sportprototype, reed hij in 2000 voor het Duitse merk de American Le Mans Series, waarin hij de titel won. Daarna echter was hij drie seizoenen lang actief voor Toyota in de Formule 1: in 2000 als testrijder tijdens het voorbereidingsseizoen en in 2002 als coureur. In 2003 beleefde hij opnieuw een jaar als testrijder. Daarna keerde hij weer terug naar Audi, waar hij zijn eerste overwinning tijdens de 12 Uur van Sebring vierde. In 2005 reed McNish voor Audi ook in de DTM, maar dat was niet de omgeving waarin hij optimaal tot zijn recht kwam. In de sportwagens ging het duidelijk beter: in 2006 en 2007 werd hij twee maal op rij ALMS-kampioen met de Audi R10 TDI, in 2008 zegevierde hij in Le Mans. Ook in Sebring had hij de nodige successen met overwinningen in 2009 en 2012. Het afgelopen seizoen was voor McNish een van de succesvolste met opnieuw een overwinning in Le Mans en de wereldtitel in de LMP1-klasse. In totaal kwam McNish met Audi op 29 overwinningen, 18 pole-positions en 17 snelste raceronden. Zoals bekend overleefde hij ook een spectaculair ongeluk met Audi in 2011, toen hij kort na de start van de 24 Uur van Le Mans bijzonder zwaar crashte, maar ongedeerd uitstapte.

Legendarisch 'krokodil'-design op de Audi R8 voor de 'Race of a thousand years', de ALMS-finale van het jaar 2000 op 31 december 2000 in Adelaide.

Overwinning in Sebring in 2006, McNish geheel links met daarnaast Tom Kristensen en Dindo Capello.

Met de Audi R10 TDI door de 'Corkscrew' in Laguna Seca, ALMS 2007.

Eerste Le Mans-zege met Audi (na Porsche-succes in 1998) in 2008.

Ook dit jaar zat McNish op Le Mans in de winnende auto.