Supercar Challenge: Dubbele overwinning Zumbrink op Assen. Bizarre ontknoping kampioenschap GTB-divisie

Henry Zumbrink heeft met zijn Volvo S60 V8 Silhouette ook de tweede race van de GT-divisies van de Supercar Challenge tijdens de Dunlop Finaleraces op zijn naam geschreven. Op TT Circuit Assen reed Zumbrink een sterke race en troefde hij in de slotfase Martin Lanting en Roger Grouwels af. Grouwels eindigde de race na een schuiver in de Ramshoek voortijdig en gaf daarmee de tweede plaats aan Martin Lanting en Bob Herber. Ardi van der Hoek eindigde met zijn Ferrari 430 GT2 knap op de derde plaats. In de GT-divisie ging de overwinning naar het duo Wilkins/Scott en in de GTB-divisie wonnen de gebroeders Webb. De titel in de GTB-divisie ging na een bizarre ontknoping naar Marc Neyens en Patrick Lamster.

Tekst en foto's: Supercar Challenge



Glynn Geddie had een goede start van de race en kon de leiding in de eerste bocht behouden. Achterin het veld ging het echter een stuk minder goed want René Wijnen en Marcel van Berlo kwamen na toedoen van Peter Versluis al op het rechte stuk met elkaar in aanraking en eindigden beiden in de vangrails. De wedstrijdleiding stuurde hierdoor meteen de safety car de baan op om de wagens veilig te stellen en om de brokstukken van de baan te halen.

Toen gebeurde er iets opmerkelijks, want René Wijnen kon zijn Porsche toch weer starten en reed hierna met hoge snelheid in tegengestelde richting de pitstraat in om zijn Porsche te laten repareren. Het team kon de wagen weer zodanig repareren dat Wijnen weer verder kon rijden maar de wedstrijdleiding stond niet meer toe dat Wijnen zijn race mocht vervolgen omdat hij in tegengestelde richting door de pitstraat was gereden. Een zuur einde van het seizoen dus voor Charlie Frijns en René Wijnen, die op deze manier het kampioenschap in de GTB-divisie aan hun neus voorbij zagen gaan.

Bij de herstart was Glynn Geddie wederom goed weg, maar Bob Herber kon de McLaren-coureur goed volgen en zette Geddie meteen onder druk. Henry Zumbrink lag daarachter op de derde plaats, Jan Versluis en Roger Grouwels op de posities vier en vijf.

Geddie kon de ronden daarna toch iets uitlopen op Herber, die op zijn beurt weer onder druk kwam te staan van Henry Zumbrink. Achter Zumbrink lagen Jan Versluis en Roger Grouwels nog steeds op de posities vier en vijf, daarachter streden Ardi van der Hoek en Peter Hoevenaars om de zesde plaats.



Na de pitstops had Martin Lanting de leiding in de wedstrijd overgenomen omdat Jim Geddie door zijn resultaatseconden lang stil had moeten staan in de pitstraat. Geddie was zelfs teruggevallen tot de zesde plaats en had ook Roger Grouwels, Henry Zumrink, Peter Hoevenaars en Ardi van der Hoek voorbij moeten laten gaan.

De strijd om de eerste plaats was na de pitstops meteen spannend, want de op de eerste plaats liggende Martin Lanting kwam onder zware druk te staan van Roger Grouwels en Henry Zumbrink. Lanting kon zijn eerste plaats niet lang vasthouden ,want Roger Grouwels en Henry Zumbrink zagen al snel hun kans schoon om de Ferrari-coureur in te halen.

Zumbrink zette daarna Roger Grouwels onder druk en zag zijn kans schoon op het moment dat Grouwels bij uitkomen GT-bocht door een achterblijver werd opgehouden. Zij aan zij ging het tweetal over het rechte stuk, waarna Zumbrink Grouwels in de eerste bocht kon verschalken.



Voor Grouwels was de strijd daarna nog niet gestreden want de Corvette-coureur haakte aan bij Zumbrink en bleef de Volvo-coureur onder druk zetten. Een spannend gevecht volgde, dat Zumbrink uiteindelijk in zijn voordeel besliste omdat Grouwels in de Ramshoek rechtdoor schoot en na een lange uitloopstrook tegen de bandenstapels tot stilstand kwam.

Zumbrinkwas hierdoor zeker van de overwinning en Roger Grouwels gaf hiermee de tweede plaats in de race aan Martin Lanting en Bob Herber. Ardi van der Hoek finishte de race uiteindelijk knap op de derde positie.



In de GT-divisie lag Craig Wilkins bij de herstart op de eerste plaats, gevolgd door Steve Vanbellingen en Pierre-Etienne Bordet. Priscilla Speelman lag op de vierde positie. Vanbellingen kon zijn tweede positie niet lang vasthouden, want Pierre-Etienne Bordet zag al snel zijn kans schoon om de BMW-coureur in te halen.



Bordet reed daarna sterk en zag na een aantal ronden zijn kans schoon om ook Craig Wilkins in te halen. Bordet kon echter niet lang van zijn eerste plaats genieten, want de Volvo-coureur moest van de wedstrijdleiding de pitstraat opzoeken omdat zijn achterbumper loszat. Craig Wilkins kreeg hierdoor de eerste positie in de race weer in handen en ook Steve Vanbellingen kon Bordet weer inhalen.



Na de pitstops lag Aaron Scott solide op de eerste plaats en Pierre-Etienne Bordet op positie twee. Ward Sluys was door zijn vele resultaatseconden teruggevallen naar de derde plaats. Aan deze volgorde veranderde in de slotfase niks meer, Aaron Scott en Craig Wilkins pakten dus de overwinning in de GT-divisie.

Bij de deelnemers van de GTB-divisie begon de start van de race dus zeer hectisch. René Wijnen en Marcel van Berlo kwamen na toedoen van Peter Versluis al op het rechte stuk met elkaar in aanraking en eindigden beiden in de vangrails. René Wijnen kon daarna nog wel met zijn auto de baan oversteken en reed vervolgens in tegengestelde richting de pitstraat in. Dit is echter tegen alle regels en de wedstrijdleiding gaf Wijnen daarna dan ook geen toestemming meer om de race te vervolgen.

In de GTB-divisie lagen de gebroeders Webb bij de herstart van de race op de eerste plaats, gevolgd door Marc Neyens. Marc Neyens was in de beginfase snel onderweg en kon na een paar ronden dan ook de eerste positie overnemen van de BMW van Webb.



Webb gaf zich echter niet zomaar gewonnen en kon tot aan de pitstops het tempo van Marc Neyens goed volgen.
Na de pitstops waren de gebroeders Webb weer op de eerste plaats komen te liggen en was Patrick Lamster, die het stuur van Marc Neyens had overgenomen, teruggevallen naar de tweede positie. Webb kon hierna zijn voorsprong verder uitbouwen, omdat Lamster te maken kreeg met technische problemen en veel tijd verloor.



Dat Lamster uiteindelijk de finishvlag nog zag was dus best bijzonder. De Porsche-coureur reed de laatste ronden namelijk rondetijden van ver boven de twee minuten. "De auto had al vanaf het begin van de race versnellingsbakproblemen en in het tweede gedeelte van de race ging ook de uitlaat nog kapot", aldus Lamster. "Hierdoor gaat de auto telkens in noodloop waardoor ik veel tijd verloor."

Dit was echter allemaal maar bijzaak, want doordat Lamster wel finishte pakten hij en Marc Neyens in hun debuutseizoen de titel in de GTB-divisie!