DSC: Gebroeders Monster en Aart Bosman kampioen
De kampioenschappen in de Supersport II- en Sport-divisie van de Dutch Supercar Challenge zijn beslist. Robin en Ferry Monster alsmede Aart Bosman eindigden tijdens de eerste race van de Dunlop Finaleraces op het podium waarmee ze hun kampioenschap veiligstelden. Bosman deed dat in stijl, door de overwinning in de Sport-divisie te pakken. In de Supersport I-divisie was Pieter van Soelen superieur, waardoor hij ondanks vijftig strafseconden op de eerste plaats eindigde. Robin en Ferry Monster werden tweede, en Dick van der Donk eindigde in de slotfase nog op de derde plaats. In de Sport-divisie eindigden de gebroeders Van Vliet en Eric van den Munckhof achter Bosman op de plaatsen twee en drie.
Tekst en Foto's: DSC
Bij de start van de race was Pieter van Soelen het beste weg. De BMW-coureur reageerde fel op het doven van de lichten en kreeg in zijn kielzog teamgenoot Mark van der Aa mee. Voor Ferry Monster verliep de start minder vlekkeloos. De Seat-coureur zat verkeerd in zijn toeren bij de start waardoor hij vanaf de derde plaats terugviel tot positie zes.
Van der Aa werd meteen onder druk gezet en kon niet voorkomen dat Luc de Cock voorbij ging aan de BMW. Van der Aa haakte daarna aan bij de Lotus en probeerde in de tweede ronde om deze Lotus in de Duikersloot bocht buitenom in te halen. De Cock gooide echter de deur dicht waarna het tweetal met elkaar in aanraking kwam. Van der Aa schoot door het gras en kon maar net voorkomen dat hij de vangrail raakte. Luc de Cock kon op zijn beurt doorrijden maar in de bocht daarna brak bij hem de wielophanging af waardoor hij spinde en zijn weg niet kon vervolgen. Van der Aa verloor ook veel tijd, en kon op dat moment een goede klassering eigenlijk al vergeten.
Daan Meijer kwam hierdoor met zijn Porsche op de tweede plaats te liggen, maar hij werd op de huid gezeten door Ferry Monster. Na zijn slechte start herstelde Monster zich goed en het lukte hem ook om de Porsche van Meijer voorbij te steken. Ook Nick Aerts kon voorbij Meijer gaan, waarna de Porsche van Meijer in het vizier van Marcel Norbart verscheen.
Marcel Norbart zette hierna Daan Meijer flink onder druk, en na een paar ronden slaagde de Seat-coureur erin om ook aan de Porsche van Meijer voorbij te gaan. Meijer werd hierna ook nog ingehaald door BRL-coureur Dick van der Donk. Marcel Norbart reed op zijn beurt Nick Aerts voorbij. De Seat-coureur kwam hierdoor achter Van Soelen en Monster op de derde plaats te liggen.
Na de pitstops was Pieter van Soelen teruggevallen tot de derde plaats achter Robin Monster en Marcel Norbart, maar de BMW-coureur was vastbesloten om de eerste positie weer terug te pakken. Van Soelen noteerde zeer snelle rondetijden en kon al snel Marcel Norbart voorbij gaan. Niet veel later liet ook Robin Monster, die op kampioenskoers lag, Van Soelen voorbijgaan.
Marcel Norbart ging ook snel en hij reed steeds dichter naar Robin Monster toe. Norbart slaagde erin om voorbij te gaan aan de RIWAL-Seat, maar kon uiteindelijk toch niet de tweede plaats opeisen. Met nog twee ronden te gaan haalde Norbart achterblijver Frank Bédorf in voor de GT-chicane, maar hierbij raakte het tweetal elkaar. Norbart spinde, schoot rechtdoor en kwam hierdoor in de grindbak terecht. Norbart kon hierna nog wel zijn weg vervolgen, maar een podiumplaats zat er voor de Seat-coureur niet meer in. Robin Monster en Dick van der Donk maakten hiervan dankbaar gebruik en eindigden achter Pieter van Soelen op de plaatsen twee en drie. Omdat Mark van der Aa en Koen Bogaerts door de spin van Van der Aa in de beginfase slechts op de tiende plaats eindigden pakten Robin en Ferry Monster met dit resultaat bovendien het kampioenschap in de Supersport II-divisie.