DSC: Coureurs drijven elkaar tot het uiterste in kwalificatie Dutch Supercar Challenge
In de Supersport II-divisie zaten de tijden zeer dicht bij elkaar. Uitzondering daarop was alleen Pieter van Soelen, die met een tijd van 1:46.391 ruim een seconde sneller was dan de rest. Achter Van Soelen zaten maar liefst zeven coureurs binnen 0,5 seconde. Van dit groepje noteerde Luc de Cock met een 1:47.550 de snelste tijd, voor de gebroeders Monster en het duo Bogaerts/Van der Aa. Nick Aerts en Marcel Norbart eindigden met tijden van 1:47.866 en 1:47.942 op de plekken zeven en acht.
Aart Bosman noteerde al vroeg in de sessie een zeer snelle tijd in de Sport-divisie. Met zijn Lotus reed de koploper in het kampioenschap een tijd van 1:51.267, waarmee Bosman zelfs zo tevreden was dat hij meteen weer zijn Lotus in de pitbox parkeerde. Toch doken er in het tweede gedeelte van de sessie nog twee coureurs onder de tijd van Bosman door. Richard van den Bos en Bert van der Zweerde reden een tijd van 1:50.852 en Eric van den Munckhof noteerde zelfs nog een 1:50.658. “Ik de rechte stukken verloor ik het iets ten opzichte van de rest, maar de auto lag deze keer echt heerlijk in de bochten”, aldus Van den Munckhof na afloop. “Het moest dus maar eens gebeuren, en ik ben er ook echt voor gaan zitten. Ik ben dan ook echt blij dat het gelukt is!”