Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet
Columns

Column Rob Kamphues: 'Iedereen is altijd tegen mij'

header_kampheus

Iedereen is altijd tegen mij. De elementen zijn tegen mij, de organisatie is tegen mij, zelfs mijn eigen team wil niet dat ik op het podium sta. Maar het is toch gelukt; Op de Nürburgring tijdens het Europese kampioenschap GT4, werd ik, samen met teamgenoot Peter Stox die dit keer de versnellingsbak heel hield, tweede en derde. Er was per race maar 1 beker, dus die heb ik lekker meegepikt.


Iedereen weet dat als je een verregende vakantie wilt, dat je dan een huisje moet huren in de Eifel. ‘Nee maar midden in de zomer moet het kunnen, we hebben weleens drie minuten achter elkaar droog weer gehad,’ schreeuwde de wedstrijdorganisatie.

Het is in de Eifel voor het laatst droog geweest in 1912. Wat ze in de woestijn tekort komen, valt in de Eifel. En tweederde daarvan viel toen wij er waren. Het regende niet, het goot. Het was een wolkbreuk, een tsunami. De gezamenlijke hulporganisaties startten een actie op om ons te redden en giro 555 bood aan de rest van het seizoen te betalen.

Het meest vervelende van alles: het ene moment scheen de zon en het volgende moment zag je geen hand voor ogen meer door de slagregens. Ik navigeerde op sommige momenten op de daken van de gebouwen langs de baan.
Een kleine impressie van hoe de communicatie met de pits in zo’n geval gaat:

‘Zal ik er droogweerbanden onder zetten?’ vraagt mijn engineer John. ‘Hier is het droog.’
‘Nou John, hier staat het blank, dus het lijkt me niet zo’n goed idee. Ik denk dat ik maar lekker de pits inkom.’
‘Je blijft gewoon doorrijden, dan doe je ervaring op.’
‘Maar ik aquaplaneer op het rechte stuk zowat de vangrails in.’
‘Dan moet je rustiger aan doen.’
‘John, ik doe rustig aan. Ik heb half gas!’
‘Dan moet je veertig procent gasgeven.’
De rest van het gesprek is niet voor publicatie geschikt.


Uiteindelijk hield ik de auto op de baan en reed ik nog een keurige twintigste tijd in het internationale veld van 35 man. Dat was in onze klasse, de Legends, de oldtimers, de ouwe lullen, zelfs goed voor de eerste startplek.

_BFO2752.jpg

Geen idee wie er pole position overall had trouwens: Ik denk de Holland acht, op de voet gevolgd door Pieter van den Hoogenband en de Ark van Noach.

De race was eigenlijk precies hetzelfde. Regen op het ene stuk, droog op het andere. Voor de zekerheid ging ik maar op regenbanden weg. Die hielden het een rondje of zeven uit, daarna moest ik de eerste plaats afstaan aan Peter van der Kolk. Dankzij super teamwork van John en de mannen – REV Motorpsort en PS Autosport tezamen – kreeg teamgenoot Peter Stox de eerste plek weer cadeau. Helaas was de equipe van Cosmo Hairstyling met hun Porsche – het team waar de mannen meer haar dan uh …iets anders hebben – nog sneller en zagen we de zege nipt aan ons voorbij gaan.

Maar, nu komt het: een tweede plek, dat wordt feestvieren denk je dan. Nee hoor. Onze auto werd keurig terug naar de garage gestuurd. ‘Jullie zijn vierde geworden,’ verklaart John. ‘Ach’, denk ik nog; ‘hij ziet het niet goed die jongen, zijn hersens zijn net zo doorweekt als zijn overall, kan gebeuren. Misschien doen ze voor de Legends helemaal geen prijsuitreiking, staat er helemaal niemand op het podium.’ Tot ik ineens een lichaamsdeel in een gele overall om de hoek van het ereschavot zie steken. ‘Dat kan alleen maar de buik van Peter van der Kolk zijn,’ gilt Peter Stox nu ook. ‘Die is toch echt achter ons gefinisht.’ Dus toch een prijsuitreiking voor onze klasse.

Ik spoed mij naar de wedstrijdleiding en maak ze op de fout attent. ‘Nee hoor, jullie zijn geen Legends,’ is het verbluffende antwoord. Nu weet ik ook wel dat ik er jaren jonger uitzie dan mijn leeftijdgenoten en dat Peter Stox al helemaal niet de indruk wekt het verstand van een volwassen man te hebben, maar we zijn toch echt Legends! Nou ja, op papier in elk geval. Er volgt een dolle run door het pitgebouw, Peter slaat twee doodlopende gangen in, ik open per ongeluk een deur waarachter twee sportcommissarissen zich tegoed doen aan wat pitpoezen, maar uiteindelijk belanden we achter het podium. Daar moet de equipe van Mathijs Bakker nog wel overtuigd worden dat hij niet het podium opmag. Mathijs heeft de beker stevig vast en ik hoor wat gekraak van vingers als Peter Stox hem van het eremetaal afhelpt.
Dan mogen we eindelijk het podium op. ‘Niet met champagne spuiten hoor,’ fluistert Peter van der Kolk nog. ‘Ik heb maar 1 overall bij me.’ Dat was een domme opmerking. Want wij hebben wel een wasmachine.

BPPL8586.jpg

De volgende dag ging het precies zo. Weer eindigden we in de topdrie, dit keer net achter Bakker en Van der Kolk, weer werden we weggestuurd, weer opende ik per ongeluk de deur met sportcommissarissen en pitpoezen en weer moest er iemand naar huis worden gestuurd zonder beker. Bovendien was er voor elke equipe maar één beker. Omdat Stox dankzij heel veel mazzel er dit jaar al vijf heeft gewonnen, heb ik ze maar stiekem mee naar huis genomen.

logos_kamphues

Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet