BOSS GP: Cor Euser: ‘Wat kunnen die oude knakkers nog gas geven’

In 2009 had Cor Euser al een keer meegedaan aan de Big Open Single Seaters. Na die prachtige ervaring op Spa-Francorchamps staat hij ook dit jaar op de grid van de brute BOSS GP bakken. "Wat een heerlijke speeltuin voor senioren’’, grapt de 53-jarige coureur.
Tekst: Marc Kok
Foto's: Chris Schotanus

Geef Cor Euser een willekeurig vehikel op wielen en hij gaat hard. Dit seizoen, tijdens zijn 30-jarige racejubileum, zat hij onder meer al in een Formule Ford en zijn vermaarde Marcos. Tijdens het Masters of Formula 3 weekend op Circuit Park Zandvoort stapte hij voor de BOSS GP in een G-Force Indycar. De Brabander trapt immer vol het gaspedaal in, dus ook nu ging hij weer als een Speedy Gonzalez. Met twee vierde plaatsen in het 18-koppige veld was hij tijdens de Masters de rapste niet-Formule-1-coureur.

Goedkoop scheuren
Als zoon van een slager kwam Cor Euser niet uit een superrijke familie. Geld om te racen was er eigenlijk niet. Dus zocht de jeugdige Cor naar mogelijkheden om low budget zijn autosportdroom te verwezenlijken. Hij kocht destijds vierwielers van maximaal 250 gulden, waarvan hij alles afzaagde wat hij niet nodig had. Euser regelde een rollbar en had vervolgens een kar om mee te autocrossen. "Dat was een ideale manier om te leren hoe je een wagen onder controle houdt’’, aldus Euser.
Ontdekking
Tijdens een racecursus in de winter van 1979/’80 zijn de kwaliteiten van de coureur Euser ontdekt. Hij is destijds direct opgenomen in het Marlboro Racing Team Holland. In deze renstal zaten ook de latere Formule 1-coureur Huub Rothengatter en de man die een autosportlegende zou worden door twee keer de Indy 500 te winnen, Arie Luyendijk.

Indy Cars
Cor Euser reed in zijn tijd tegen de groten der aarde. In de Formula Ford 2000 nam hij het op tegen coureurs als Ayrton Senna, Jean Alesi en Mauricio Gugelmin, rijders die later de Formule 1 haalden. F1 was ook Eusers ambitie, maar dat heeft hij nooit kunnen verwezenlijken. "Ik heb in 1991 wel Indy Cars gereden. Dat was bij het team van Tony Bettenhausen. Het ging hartstikke goed, want ik finishte in mijn allereerste race als 10de. Terwijl Arie Luyendijk, die er destijds al een seizoen ervaring had opgedaan, vlak voor me op plek 9 eindigde. Helaas heeft mijn toenmalige manager me vervolgens een loer gedraaid en was mijn Indy Cars avontuur over. Enorm zonde natuurlijk.’’