Dragracing: Ford verlengt contract met John Force Racing
Foto NHRA
Ford Racing heeft het lopende contract met John Force Racing verlengd tot en met 2014. De succesvolle samenwerking tussen Ford en Force bestaat al sinds 1997 en wordt in de komende periode alleen nog maar geïntensiveerd.
Tekst: Remco Scheelings
Foto's: Remco Scheelings
De banden tussen John Force en Ford waren al zeer nauw. Niet alleen reed het team met de Ford Mustang body’s, ook werd op technisch vlak veel samengewerkt en werden vele nieuwe onderdelen ontwikkeld. Daarnaast was er uiteraard de promotionele kant van het verhaal waarin Force met zijn rijders en team veel werk verzette.
De samenwerking gaat nu echter nog verder. ‘One Ford’ wordt de nieuwe benadering van de automobielgigant. Dit houdt in dat in het verlengde contract tevens is opgenomen dat John Force Racing andere Ford-teams in het dragracen van kennis en materiaal gaat voorzien. Eenzelfde filosofie wordt ook toegepast bij de Ford NASCAR-teams. Als eerste profiteert Bob Tasca die per direct de beschikking krijgt over de door Force in samenwerking met Ford ontwikkelde BOSS 500 nitro motoren. Door het Force-team zelf worden deze krachtbronnen al enige tijd met succes ingezet. Zodra Tasca zijn combinatie op de rit staat is de andere Ford Mustang gebruiker, Tim Wilkerson aan de beurt.
Courtney Force
Met de verlenging van het contract met Ford kondigde John Force zelf ook meteen aan zeker tot 2014 als rijder actief te blijven. De overige Mustangs van zijn team blijven ongetwijfeld bezet worden door zijn dochter Ashley Force en schoonzoon Robert Hight. Of er meer Fords gaan worden ingezet is afhankelijk van aanvullende sponsoring en de NHRA die teams van al te grote omvang wil beperken. Duidelijk werd al wel dat John’s jongste dochter Courtney binnen afzienbare tijd naar één van de topklassen gaat promoveren. Of dat Funny Car is valt mede door het maximale aantal auto’s per team per klasse nog te bezien. Voor het eerst viel het woord Top Fuel voor de jongste Force-telg wel erg nadrukkelijk.