FR3.5: Nyck de Vries: “Mezelf blijven verbeteren, dat is mijn doel”

In 2014 was Nyck de Vries de absolute koning van de Formule Renault 2.0. Hij werd zelfs twee keer gekroond: hij won zowel de Eurocup als het ALPS-kampioenschap. Dat leverde hem in de Formule Renault 3.5 de DAMS-auto van de voorgaande kampioenen Magnussen en Sainz op. Maar de 20-jarige Fries laat zich niet gekmaken door die voorgeschiedenis. AUTOSPORT.NL sprak met hem tijdens de eerste collectieve test van de hoofdklasse van de World Series by Renault, die afgelopen donderdag en vrijdag plaatsvond op Jerez.
Tekst en foto's: Mattijs Diepraam
Zelf is hij allang niet meer met vorig seizoen bezig, zegt hij als we hem vragen om nog één keer terug te blikken op een uiterst succesvol jaar. Maar als we een wedstrijd op de Nürburgring in herinnering roepen, waarin hij in de regen in elke ronde de snelste ronde van de wedstrijd scherper stelde, verschijnt er meteen een glimlach op het gezicht van de McLaren-junior. "Ik heb vorig jaar natuurlijk alle doelen bereikt, maar ik ben vooral tevreden over de manier waarop. Op dominante wijze, en na het behalen van beide titels gewoon blijven doorvechten voor zeges. Zo moet 't ook: niet alleen winnen, maar steeds beter worden, precies zoals in die race op de Nürburgring. En laten we wel wezen: McLaren verwachtte dat ook van mij."

McLaren regelde ook de deal met het Franse topteam DAMS. "Het is natuurlijk hét team, dus ik ben er erg blij mee. Maar vergis je niet: het is geen wonderteam, de verschillen zijn zó klein. Toen ze de afgelopen jaren zo veel wonnen, zag het er soms gemakkelijk uit. Maar het is gewoon keihard werken. DAMS is simpelweg het team dat 't het vaakst goed voor elkaar heeft. Ik ben vooral blij dat het zo vroeg geregeld was. Daardoor kreeg ik de tijd om het team te leren kennen en kon ik sneller geïntegreerd raken. Dat was prettig, want ik ben iemand die zich goed moet voelen in een team."

In de tests na afloop van het seizoen 2014 zat De Vries er lang niet altijd goed bij. Moest hij nog wennen aan de grote stap in vermogen? Of liet DAMS niet het achterste van zijn tong zien? "Eigenlijk ging de eerste test meteen het beste", reageert De Vries. "Daarna hadden we 't gewoon moeilijk. Ik was me echt niet aan het verschuilen! De reden is dat mijn rijstijl nogal verschilt van die van mijn voorgangers. Het vraagt gewoon wat meer tijd om de auto daaraan aan te passen. En inderdaad, de Tatuus in de Formule Renault 2.0 is de enige auto die ik in heel mijn racecarrière heb gereden! Met de Dallara uit de Formule Renault 3.5 kom je 30 km/h harder op hetzelfde rempunt aan. De auto is veel efficiënter, je kunt een bocht echt aanvallen. In snelle bochten is de auto echt héél indrukwekkend. In de tweeliters zit je sowieso steeds op de limiet, in deze auto moet je de limiet steeds aftasten. Het verschil komt natuurlijk vooral voort uit de extra downforce. Ik haal daar nog niet het uiterste uit. Die snelle bochten liggen me wel, maar op andere terreinen kan ik mezelf nog verbeteren."

De Vries vormt samen met de nieuwe Red Bull-junior Dean Stoneman het DAMS-duo van 2015.
Op Jerez, maar ook op Motorland Aragon is de hele tweede testdag gewijd aan het testen van de low-downforce-afstelling die komend seizoen bijna elk raceweekend voor één race verplicht is. Is dat dus de belangrijkste testopdracht dezer dagen? "Zeker", zegt Nyck, "want vergis je niet in de impact van die configuratie. Het is niet zomaar low-downforce, hè? We hebben drie setups – high, medium en low – maar die hebben elk ook weer drie standen. We gaan nu rijden met low-low! Dat gebruikten we vorig jaar zelfs niet op Monza... Het is 450 kg minder downforce, 15 meter eerder remmen en het scheelt al gauw 25 km/h in een bocht." Toch kon De Vries ermee uit de voeten: in het laatste halfuur, toen iedereen verse banden liet monteren, reed hij naar de zesde tijd van de dag.

De Vries rijdt in low-downforce-configuratie voorbij aan de gestrande Pons-auto van Patric Armand.
De Vries zal niet voor het eerst hebben gehoord dat hij de kampioensauto van Magnussen en Sainz tot zijn beschikking heeft – en ook niet dat dat hoge verwachtingen schept. "Ik weet hoe goed zij het hebben gedaan, maar daar wil ik niet op letten. Ik vind het sowieso moeilijk om verwachtingen op te stellen, want je kunt zo moeilijk rechtstreeks vergelijken met mijn voorgangers, die meer ervaring hadden toen ze kampioen werden. Ik heb vooral persoonlijke doelen: ik wil die ervaring opbouwen en al doende in een progressieve lijn steeds beter worden. Mezelf blijven ontwikkelen en verbeteren, dat is mijn doel."
