Retro: Aanschuiven bij Rob de Laat
Deze keer schuiven we aan bij Rob de Laat, bekend van zijn Opel Ascona in het NK GTTC. Rob woont sinds kort, en nu nog een paar weken, in Elst, Utrecht, prachtig tegen de bosrand aan. Samen met zijn vrouw Gerda volgt hij alle vliegbewegingen van diverse soorten vinkjes, roodborstjes en andere fladderaars op de voet. Heel wat anders dan de bits and bytes die Rob in zijn dagelijkse werk in de gaten houdt.
Tekst en foto's: Erik van der Schaaff
Aanvullende foto's: archief Rob de Laat
"Ik werkte tot 2000 als service engineer in de IT en reisde zo veel dat ik nauwelijks thuis was. Zes dagen weg, één dag thuis en dan weer door. Leuke inkomsten en geen tijd om die uit te geven. Na een paar jaar ging ik het wat rustiger aan doen en bedacht bij mezelf: wat nu? Het werd wikken en wegen tussen een auto bouwen of een vliegbrevet halen. Aan een vliegbrevet heb je niet zo veel, dus ik kocht een Factory Five Cobra-kit. Waarom ik een Cobra koos? Ik pas niet in een Seven of iets dergelijks. Een Cobra is een stuk groter. Alles werd in een keer geleverd, uit de VS, een heel grote krat ophalen in Rotterdam en daarna uitpakken: het voelde als Kerstmis."

"Echt een gave onderneming om te bouwen, dat ding. 'Slechts' 1100 kilo schoon aan de haak en dan in de mijne een bescheiden 5-liter V8, met minder dan 300 pk maar wel 400 Nm koppel. Ik word er helemaal blij van, zeker bij een stoplicht. Het bouwen was een mooi avontuur, en rijden is leuk. Met een stalen ladderchassis, stijf als wat, stuurt het ook nog scherp en voorspelbaar. Ik wist niets van auto's bouwen, maar zoals Pipi Langkous altijd zei: Ik heb het nog nooit gedaan en dus ik denk dat ik het wel kan. Ik meldde mij aan bij de Cobra Club, waar men mij waarschuwde: "Dat ding krijg je niet op kenteken, en wat dan?" Rob lacht... "Dan heb ik een snelle, dure trackday-auto..."

Nadat de Cobra klaar was, begon Rob met het opknappen van onder andere enkele klassieke Mini's, een Volvo Amazon en een Austin Ten uit 1946. "Vooral het technische deel vond ik belangrijk. Je moet ermee kunnen rijden. Ik heb als stelregel dat een auto na een restauratie veilig en betrouwbaar moet zijn."

Die auto's zijn gekomen en gegaan, maar de Cobra is gebleven. En hij had intussen Gerda erbij, die de auto gelukkig ook erg kan waarderen. Sindsdien rijden ze er gezamenlijk tijdens vakanties compleet Europa door. "Zo maakten we een trip via de Franse Riviera door de bergen van Zwitserland naar Oostenrijk. 5000 km in vier weken tijd. De Cobra is ook nog zeer betrouwbaar, want we hebben er inmiddels 50.000 km mee gereden in 15 jaar tijd." Een dak zit er niet bij: "Als het regent, worden we nat." Heeft ook z'n charme, weten de echte cabriorijders onder ons.

"Af en toe mocht de Cobra met Vrijrijden op de baan van Circuit Zandvoort maar na een keer achterstevoren geschoven te zijn, besloten we om dat niet meer te doen. Mijn Cobra is voorspelbaar en de grens moet opgezocht worden, maar het is en blijft een slang." Rob besloot dat de vakanties en plezierritjes echt belangrijker waren, dus hij stopte met Vrijrijden. Maar het kriebelde, want het was wel erg leuk om op een circuit te rijden.
"Tijdens een van de plezierritjes kwamen we op Spa uit. Daar werd historisch geracet. We spraken een Australiër met een Cooper F1. Hij had de racer en de bus naar Europa verscheept om hier een seizoen te kunnen racen. De Cooper stond achter in een busje waar ze, als de auto er niet in stond, ook in sliepen en heel Europa mee rondgingen. Eigenlijk was dat het moment dat ik het licht zag, op die manier wilde ik ook racen! Maar dan volgt de vraag: met wat en waar? Tijdens races op Zandvoort zag ik het Dantuma Youngtimers-kampioenschap. Tijdens het Wings & Wheels-gala raakte ik in gesprek met Jack (van Ginkel), die vertelde: wij zijn een groep vrienden die plezier maken en racen. Dat leek mij ook wel wat. Okay, bij zo'n club wil ik wel racen, maar een Ford? Nou nee, ik wilde wat anders. Het veld bestond toen uit tien Escorts. Uiteindelijk koos ik voor een Opel Ascona. Daar was mee geracet en er waren er nog veel in omloop. De auto waarmee ik mijn licentie haalde en wilde gaan racen, kwam uit de Ascona Cup en werd daarna voorzien van een 16-kleps-blok. Daar mocht ik niet mee racen, dus ging ik op zoek naar een andere motor. Eerst maar eens rijden en dan de auto aanpakken in de winter was het plan. Echter, toen kwam de NK GTTC-racer waar ik nu mee rijd, op mijn pad. Weer een niet-passende motor voor de klasse waarin ik wilde rijden, en vast niet te koop, dacht ik. Een uur later... twee auto's en nog geen motor. Uiteindelijk een rally-geprepareerde motor gevonden in België. Dus ik kon aan het eerste seizoen beginnen."
Rob ziet zichzelf als middenklasse: "Middenklasse-budget, middenklasse-auto en middenklasse-rijder." Dat licht hij graag toe: "In de eerste drie jaar reed ik in 27 races en ik finishte elke keer. Telkens vrijwel zonder schade. Hoewel... Heb je die sticker 'NO Simca Parking' op mijn auto gezien? Die zit daar nadat Jeroen (Feijten) twee keer zijn Simca op dezelfde plek in de Ascona zette. Dat kwam doordat ik nog moest leren hoe hard ik door de bocht kon: dat bleek een stuk sneller te kunnen dan ik durfde... Remmen is zo overrated. De eerste jaren deed ik alles zelf. Dat was een mooie uitdaging, je leert je spullen kennen en weet wat er gebeuren moet. En bij problemen helpt iedereen je op de paddock. Sinds twee jaar gaat Chris Spruit als monteur mee naar alle raceweekends en loopt het nog soepeler."
"Die hulp is onmisbaar. Op Zolder ging het goed en ik reed in de eerste race op zaterdagmiddag ergens als tiende. In de uitloopronde ging de boel kapot. Alle zes vliegwielbouten waren afgebroken. Ik gaf het voor het weekend op. Maar Chris, een beetje aangespoord en ook geholpen door Remco Bal, wilde weten wat er misschien toch nog kon. Die twee begonnen direct te sleutelen. Daarna volgde een zoektocht naar de juiste bouten. Die moesten uiteindelijk uit Kortrijk komen. Tegen 23.00 uur waren de bouten aanwezig, sleutelen maar weer. Met z'n vieren, Gerda, Chris, Remco en ik, lukte het om de bak in één keer goed op te lijnen ten opzichte van de motor en even over middernacht zat de boel weer in elkaar. We konden uiteraard niet testen in verband met de strikte geluidsregels en motorstilte op Zolder. Op zondag tien uur kon ik dus rijden en na de opwarmronde stond ik op de grid, ik schakelde in en toen brak de koppelingskabel. Daar stond ik dan. Op de grid zonder koppeling en ik kon niet wegkomen. Gelukkig ging alles goed en reed iedereen om me heen. De deceptie aan de kant was enorm. Al dat werk voor niets! Gelukkig had ik nog een reservekabel. Dus een nieuwe koppelingskabel gestoken en die middag alsnog heerlijk geracet!"
"Ik wil geen schade rijden! Maar ja, voorkomen kun je het niet altijd. Als je de grenzen gaat opzoeken, zit het niet altijd mee. Soms ga je er dan overheen. Op Donington kwam ik bijvoorbeeld hard in aanraking met Roger Ebdon in de Mini. Niet leuk. Verdikke, drie seizoenen zonder schade en problemen, en dan dit in 2019."
"Ik heb een tweede Ascona opgebouwd voor de Junkyard Races. Met wat vrienden een dag lang lekker laagdrempelig racen in het team LB Racing. De Ascona is een 'Stelling Tuning'-auto. De auto uit de opslag en wat rekken met de juiste onderdelen waarvan we een betrouwbare auto konden maken. Nu al drie keer zes uur gereden en alleen olie verversen! Maar ja ook daar is dit seizoen niets van terechtgekomen."
De dag van ons gesprek zou in eerste instantie de eerste wedstrijd in 2021 voor de Junkyard Race plaatsvinden. Hij kijkt in de verte... "Tja, 2020 was... anders. Dus in 2021 wordt alles anders, en vast beter."