Retro: Shaw en Wrigley verdelen F1-winst op Donington Park
Matt Wrigley heeft op Donington Park een nieuwe stap gezet op weg naar zijn eerste historische F1-titel in de Masters Racing Legends. De jonge Brit won de tweede wedstrijd van het weekend en had de eerste ook gewonnen als de aandrijfas van zijn Tyrrell 011 niet was geknapt. Daardoor ging de winst verrassend naar David Shaw in de Williams FW06.
Tekst: Mattijs Diepraam
Foto’s: Carlo Senten
Het waren geen royale velden tijdens het Masters Historic Race Weekend dat Masters op het circuit van Donington Park had georganiseerd. Maar op een eiland dat nog steeds gebukt gaat onder het B-woord en tegelijk een overvloed aan evenementen organiseert, konden de verwachtingen ook niet al te hooggespannen zijn.
11 F1-auto’s traden daarom aan in de twee Masters Racing Legends-wedstrijden die beide op zondag werden verreden, na een vrije training en een kwalificatiesession op zaterdag. Wrigley had zijn Tyrrell op pole gezet en leek weg te lopen met de winst totdat de techniek tegenstribbelde. De uitvalbeurt gaf Steve Hartley de kans om eindelijk weer eens te winnen, maar zijn McLaren MP4/1 hield er volgens zijn eigen uitleg naderhand ‘gewoon mee op’. Zo zette zich het tweede pechseizoen op rij voor de viervoudig kampioen zich voort, want later op de dag haalde de McLaren niet eens het einde van de openingsronde.
Zo kwam de leiding in handen van David Shaw, die op Donington het dichtst bij huis rijdt en dus weer eens meedeed – los van zijn optredens op Monaco, die hij nooit wil missen. Met zijn FW06 uit de pre-78-klasse had hij al verrassend derde getraind, en nu volgde hij dat op met een onwaarschijnlijke algemene overwinning met een auto uit (weliswaar het laatste jaar van) de oudere klasse. Simon Fish probeerde in zijn Arrows A4 bij te blijven, maar koos aan het slot voor uitrijden. Warren Briggs werd derde in de McLaren M29. Later op de dag voegde Fish er nog een podium aan toe, maar opnieuw kon hij Shaw niet voorblijven.
Verderop in het veld streden Peter Williams (Lec CRP1) en Ewen Sergison (Shadow DN9A) twee keer fel om de resterende podiumplaatsen in de pre-78-klasse. Williams verdedigde in de ochtend met hand en tand, maar Sergison vond drie ronden voor het einde een weg langs de Lec. In zijn ijver om terug te slaan, verloor Williams in de middagrace al vroeg terrein op Sergison, die vervolgens netjes zijn tweede P2 van de dag naar huis reed.
In de twee races van de Masters Endurance Legends voor recentere Le Mans-prototypes zagen we wel dezelfde winnaars. Vader en zoon Lawrence en Freddie Tomlinson, die vandaag bekend zijn vanwege hun Ginetta-imperium, hadden voor het eerst de Ginetta-Zytek GZ09S meegebracht waarmee senior destijds met zijn toenmalige Team LMT deelnam aan de Le Mans Series. Met hulp van Tomlinsons snelle zoon trok de oranje LMP1-auto twee keer de winst naar zich toe. In beide races was de openingsfase voor Goodwood-instructeur David Brise, de rappe co-piloot van Alan Purbrick in een Lola-Judd B12/60 die destijds van Rebellion Racing was. Maar in de ochtendrace kon Purbrick het tempo niet bijbenen, terwijl de Lola halverwege de middagrace de geest gaf.
Zo kon tiener Alfie Briggs twee maal een tweede plek opeisen in de winnende auto in de LMP2-klasse: een ex-ESM HPD-Honda ARX-04b uit het IMSA-kampioenschap, een coupé die het laatste wapenfeit op chassisgebied van de Amerikaanse Honda-afdeling zou zijn. Zijn tegenstand kwam van Mike Newton, die een Lola B08/80 had meegenomen die destijds als MG op de baan verscheen en verschillende motoren heeft gekend. Tegenwoordig zit er een HPD-blok in. In de LMP3-klasse hield Jack Fabby in de enige Duqueine D08 (de voormalige Norma M30) beide keren een hele rij Ligier JSP3’s achter zich. Alleen Sennan Fielding kon Fabby voorblijven voordat die zijn Ligier moest overdragen aan amateur Grahame Tilley.
De Masters GT Trophy voor oudere GT3’s, GT4’s en cup-GT’s kende dit weekend het grootste Masters-veld van allemaal – een constatering die een jaar geleden nog grote verbazing had gewekt. Op Silverstone over drie weken zullen zelfs 42 auto’s aan de start verschijnen. Maar hoeveel extra auto’s er ook bij komen, regerend kampioen Craig Wilkins blijft in zijn Lamborghini Huracán Super Trofeo Evo de snelste. Deze keer won Wilkins beide races, al kreeg hij felle tegenstand van mede-Super Trofeo-rijders Jason McInulty en Neil Glover/Aaron Scott en GT3-klassewinnaars George Haynes en Adam Sharpe in een Mosler MT900R.
In de Masters Sports Car Legends ging de eer naar Diogo Ferrão en Martin Stretton. In de Lola T292 in Portugese kleuren joeg Ferrão tijdens zijn openingsstint de Lola T70 Mk3B van Gary Pearson op. Dat werd een strijd om de eerste plaats toen de leidende Royale RP17 van Dan Eagling moest opgeven met versnellingsbakproblemen. Na de pitstops wist Stretton zeer af te rekenen met Pearson, die tegen het einde moest opgeven omdat hij zonder benzine kwam te zitten. Zo kwam de tweede plaats in handen van Jason Wright in zo’n zelfde T70 Mk3B. John Spiers en Nigel Greensall werden derde in hun McLaren M1B en trokken daarmee tegelijk de zege in de pre-66-klasse naar zich toe.
Bij de Masters Pre-66 Touring Cars bleef Sam Tordoff onverslaanbaar. In Brno deed hij niet mee, maar verder heeft de voormalige BTCC-racewinnaar tot nu toe al zijn races gewonnen. Ook nu was de Ford Falcon van de regerend kampioen niet te stuiten. De Mustang van Spiers en Greensall kwam het dichtst in de buurt, na een sterke eindsprint van Greensall, die in de slotfase de Mustang van John Davison en de Lotus Cortina van Mike Simpson wist te verslaan. Er deed geen enkele Mini aan de wedstrijd mee, want die waren allemaal actief op het Mini Festival op Brands Hatch – opnieuw een teken van een te volle historische kalender.
Davison nam de volgende dag revanche in de gastrace van de HRDC Allstars, waarin zowel GT’s als toerwagens uit de jaren zestig en zeventig welkom zijn – de naam van het kampioenschap zegt het immers al. Davison bleef in zijn TVR Griffith de hele wedstrijd Mike Whitaker in zo’n zelfde Griffith voor. Ook Spiers en Greensall namen in hun Mustang deel, om zesde te worden.
Een paar uur later konden zij allemaal opnieuw aan de bak, maar met Spiers en Greensall nu ook in hun Griffith. Samen met de Griffith van Harry Barton werd het een kwartet van vier TVR’s op de eerste vier startplekken van de afsluitende anderhalfuursrace van de Masters Gentlemen Drivers. Nadat de 90 minuten waren verstreken, stonden die vier auto’s nog steeds op de eerste vier plaatsen, alleen niet meer in de volgorde waarin ze waren vertrokken. Davison leidde zo’n vijf kwartier voordat het gebrek aan een tweede versnelling hem te veel parten begon te spelen. Daardoor kon hij geen tegenwicht bieden tegen de slotaanval van Greensall, die zo de overwinning voor zichzelf en Spiers in de wacht sleepte.
De kampioenen van vorig jaar wonnen zo eindelijk weer eens een race, want hun TVR was dit seizoen alleen nog maar uitgevallen. Alleen de Jaguar E-type van John & Gary Pearson kon het de TVR’s moeilijk maken, maar de laatstgenoemde van de twee broers zocht in de tweede helft van de race het struweel op. De Lotus Elan van John Tordoff en Andrew Jordan streek de overwinning in de CLP-klasse op, nadat de rivaliserende Elan van Simon & Dominik Jackson het einde niet haalde.