Formule 3: Laurens van Hoepen: “Door de goede samenwerking in het team komt het nu meer naar me toe”

De enige Nederlandse vertegenwoordiger in de FIA Formule 3 dit jaar is Laurens van Hoepen, die dit jaar zijn debuut maakt in de klasse. Het is pas het derde seizoen in de autosport voor de 18-jarige Rotterdammer, die vanuit de karts de Formule 4 oversloeg en rechtstreeks in het Formula Regional European Championship by Alpine (FRECA) aan de bak ging. Daar verbleef hij de afgelopen twee jaar, om deze winter met hetzelfde team – het Franse topteam ART – te promoveren naar de Formule 3. Daar deed hij van zich spreken door meteen in Bahrein aan de leiding te rijden. Van Hoepen staat nu achtste in het kampioenschap, als op één na beste rookie. Tijd voor AUTOSPORT.NL om eens uitvoerig met de jongeling van gedachten te wisselen.
Tekst: Mattijs Diepraam
Foto’s: Dutch Photo Agency
Van Hoepen zit momenteel in de lange pauze na de twee eerste raceweekenden in Bahrein en Melbourne, voordat half mei het seizoen een vervolg krijgt op Imola en in Monaco. Om het gat te vullen, hebben de Formule 2 en Formule 3 nog wel elk een collectieve test. Die van de Formule 3 vindt de komende drie dagen plaats op het circuit van Barcelona. “Daarna heb ik weer een heel groot gat. Dat is wel vervelend”, zegt Van Hoepen daarover, die als een raket van start gegaan in de Formule 3, wat vrij opmerkelijk is voor een rookie – en dan ook nog op circuits die hij niet kent. Heeft hij daar een verklaring voor? “Een van mijn sterke punten is dat ik in een nieuwe auto op een nieuw circuit vaak al wel in twee rondjes op snelheid ben. Dat heeft mij veel geholpen in het begin van het seizoen. In Bahrein was het iets makkelijker, want daar vond ook de voorseizoenstest plaats. Maar ook toen was ik eigenlijk best wel snel in de buurt van de snelste tijden. Daar komt bij dat ik een goed gevoel heb met het team, met de engineers. We werken allemaal goed samen.”

In zijn allereerste race in een regulier F3-seizoen reed Van Hoepen zelfs even aan de leiding, om vervolgens meteen op het podium te eindigen. Wat is hem daarvan het meest bijgebleven? Aan de leiding rijden of op het podium staan? “Aan de leiding rijden natuurlijk!” antwoordt hij zonder aarzelen. “Want ja, het was jammer, voor mijn eigen gevoel had ik die race moeten winnen. Ik was te lief voor mijn teamgenoot Tsolov, die ook vooraan mocht starten. Vóór de race hebben we natuurlijk gesproken over de situatie. De afspraak was dat we elkaar niet in de weg zouden rijden. Dus ik dacht: okee, ik haal hem gewoon in en daarna gaan we door. Maar hij haalde me meteen terug in! Ik had hem veel harder voorbij moeten steken zodat hij niet meer terug kon komen. Dan was het een heel andere race geworden. Daar was ik best teleurgesteld in, al was het natuurlijk een megacoole ervaring om meteen in je eerste race op het podium gestaan.”

Dat roept de vraag op of hij dan ook de latere winnaar Arvid Lindblad was voorgebleven, als hij Tsolov achter zich had weten te houden. “Dat denk ik wel. In het begin en het midden van de race hadden we onwijs veel snelheid. Toen hadden we een stuk weg kunnen rijden en had ik mijn banden beter kunnen houden. Als je achter iemand zit en in gevecht bent, slijt de band veel harder dan als je voorop rijdt. Dat had allemaal meer in mijn voordeel gewerkt.”

Van Hoepen is tot nu toe niet de enige rookie die zich dit seizoen van voren heeft gemeld. Prema-debutant Lindblad won de eerste sprintrace en ook Tim Tramnitz van MP Motorsport reed naar het podium. Ziet Van Hoepen die twee dan ook als zijn grootste rivalen als het gaat om de eer van beste debutant? Of kijkt hij ook nog met een schuin oog naar coureurs als Sami Meguetounif en Martinius Stenshorne, die hij eveneens uit het FRECA kent? “Al die jongens zijn supersnel. Het gaat er dus om dat je er ieder weekend staat en punten scoort. Constant zijn is het allerbelangrijkste. Maar ik richt me niet alleen op de rookies. Ik focus op mezelf en zorg ervoor dat ik het maximale uit mezelf uithaal. Natuurlijk zou het mooi zijn om meteen beste rookie te worden, maar het seizoen is nog lang én het is niet mijn doel. Het doel is om een goed seizoen te draaien en constant in de punten te rijden. Dan komt het vanzelf wel.”

Hoe moeilijk is het eigenlijk om er als rookie in de Formule 3 meteen te staan? “Het is altijd moeilijk, maar in de F3 is het extra moeilijk omdat je weinig tracktime hebt voordat je de kwalificatie in gaat. De kwalificatie is alles. Die maakt of breekt je weekend. Voor die tijd heb je maar één vrije training van 45 minuten. Bijna niks, zeker met hoeveelheid banden die we krijgen rijden. Ik denk dat ik in Melbourne voorafgaand aan de kwalificatie misschien twee snelle rondjes heb gereden!” Zijn echte F3-debuut maakte Van Hoepen al tijdens de GP van Macau in november. Heeft die ervaring nog meegeholpen om er in Bahrein meteen te staan? “Het heeft zeker niet tegengewerkt, maar ik weet niet hoeveel effect dat circuit heeft op je voorbereiding voor het volgende seizoen. Want in Macau rijden was wel zó bizar. Erg cool, dat wel, maar vooral heel bizar. Het zal zeker helpen voor circuits zoals Monaco, maar ik moet zeggen dat ik Macau een stuk heftiger vond dan Monaco. Ik heb in 2022 al op Monaco gereden, maar Macau is echt van een ander niveau: nog nauwer en veel hobbeliger, wat het moeilijker maakt om dingen in te schatten. Het was echt heel erg tricky.”

Over kampioenschappen gesproken die altijd moeilijk zijn voor rookies – hoe kijkt Van Hoepen terug op zijn twee seizoenen in het FRECA? “Eigenlijk een drama. Het eerste seizoen zou altijd moeilijk worden, omdat ik nog geen autosportervaring had. Ik was wel snel, maar ik maakte te veel fouten in de kwalificatie. Dat eerste seizoen had anders best goed kunnen verlopen. Het tweede seizoen was gewoon jammer. We waren supersnel in alle wintertests. Ook tijdens de collectieve tests zaten we er altijd bij: altijd in de top-drie en vaak eerste. Toen gingen we de eerste kwalificatie van het seizoen in – en ik was nowhere! Dat was best schokkend. Het hele seizoen hebben we als team hard gewerkt om de auto beter te maken, maar toch was het te weinig constant. In sommige weekenden dachten we: okee, nu hebben we de snelheid terug en dan blijven we beter. Maar het volgende weekend vroegen we ons af wat er nu weer was gebeurd. Om een voorbeeld te geven: na de collectieve tests op Barcelona hadden we een paar weken later daar ook de eerste race. Zonder iets te veranderen aan de auto waren we opeens een seconde langzamer. Daarna hebben we de auto hélemaal omgegooid en toen was ik nog maar twee tiende langzamer. Echt heel bizar. Deze winter zei het team dat ze wat dingen hadden gevonden, dus ik hoop voor ze dat ze het dit jaar beter doen. Maar jammer voor mijn kampioenschap was het wel. Want vooraf dachten we echt dat we voor de titel gingen vechten. In Nieuw-Zeeland heb ik nog meegereden in het Formula Regional Oceania Championship, de voormalige Toyota Racing Series. Twee races maar, maar wel meteen de Grand Prix van Nieuw-Zeeland gewonnen. En dan kom je het echte seizoen in en dan ga je voor geen meter…”

Van Hoepen was goede vrienden met Dilano van ’t Hoff, die vorig jaar op Spa zo tragisch om het leven kwam. Hoezeer heeft hem dat nog parten gespeeld? “In mijn rijden helemaal niks”, antwoordt hij resoluut. “Weet je, het was superzwaar wat er is gebeurd. Dilano was mijn eerste echte teamgenoot. We zijn echt samen opgegroeid. In de karts in Italië deden we alles samen. Echt een vriend, ook al rijd je tegen elkaar. Maar voor je rijden heeft dat nul effect, want anders kun je beter stoppen. Daar denk je ook niet aan als je rijdt. Maar het was wel verschrikkelijk. Hoe kon dit zo gebeuren? Daar heb ik het echt moeilijk mee gehad.”

Nu heeft hij de Tatuus-Renault uit het FRECA achter zich gelaten en zich op de Dallara-Mécachrome uit de FIA F3 gestort. “De F3-auto heeft ten eerste meer vermogen en daarna meer downforce, dus hij is al sneller uit zichzelf. Daarnaast spelen de banden een grotere rol: je hebt echt te maken met degradatie. In de kwalificatie in Bahrein en dadelijk ook weer in Barcelona heb je letterlijk één rondje: je outlap, meteen je snelle rondje en daarna naar binnen, want je weet dat je jezelf daarna niet meer kunt verbeteren op die set. In het FRECA moest je soms een set laten afkoelen, maar echt maar één rondje hebben? Dat gebeurde daar bijna niet. Of deze auto me beter ligt, weet ik niet. Ik denk dat het nu meer naar me toekomt, omdat ik goed met de engineers samenwerk en we elkaar beter begrijpen dan in het FRECA.”

Wat is er al samenwerkend met die engineers het moeilijkste om aan een Formule 3-auto goed te krijgen? “Om hard te gaan in een F3-auto, is het nodig dat je rotatie kunt krijgen. Dus dat je niet te veel onderstuur hebt. Het resultaat daarvan kan zijn dat je overstuur krijgt en een beetje moet vechten met de auto. Maar als je een heel rondje gaat vechten met de auto, verlies je ook weer. Dan slijten de banden te hard en heb je aan het eind van het rondje niets meer over. Je moet daar dus een goede balans in vinden, zodat de auto nog steeds een goede rotatie heeft en je daardoor sneller door de bochten bent. Zodat je vroeger op het gas kunt zodra de auto weer recht is. En dan denk je dat je in de vrije training een goede afstelling hebt gevonden, maar dan komt de kwalificatie. Dan is de baan weer totaal anders door al rubber dat intussen op de baan ligt. Je moet dus van tevoren inschatten hoe de baan gaat zijn. Kortom, de banden begrijpen is echt een van de allerbelangrijkste dingen, zodat je echt de piek uit de banden kunt halen. Dat is het moeilijke aan F3.”

Vooral dankzij de omgekeerde grid voor de eerste 12 coureurs uit de kwalificatie kon Van Hoepen tot nu toe vooraan rijden in de sprintraces. In de hoofdraces kwam hij nog niet uit de verf. Is dat zijn volgende doel? Hoger kwalificeren, zodat hij ook op zondag een rol kan spelen? “Ja, natuurlijk. Kijk naar Bahrein. Het makkelijkste wat je kunt doen, deed ik daar fout: letterlijk in een rechte lijn rijden! De versnelling ging er niet in, dus ik dubbelklikte. Toen ging hij naar z’n 5 in plaats van naar z’n 4, en daarna meteen door naar z’n 7! We hebben gekeken en daar heb ik iets van twee tienden mee verloren. Daar sta je derde mee in plaats van twaalfde. Dat was echt zonde. In Melbourne waren we gewoon een stuk minder snel. Nog steeds in de top 12, dus uiteindelijk viel het mee, maar er is nog wel wat werk te doen, zodat ik er in de kwalificatie het maximale uithaal. Bovendien komen we nu naar banen toe die ik ken: Imola, Monaco, Barcelona. Dat geeft meer vertrouwen. Want wat je je ook moet realiseren: nu was het resultaat in de hoofdrace minder omdat we ervoor kozen om de sprintrace te maximaliseren. We gebruikten dus de nieuwe banden in de sprintrace. Want als je daarin vooraan start, heb je natuurlijk meer kans op het scoren van dikke punten dan in de hoofdrace. Het gevolg daarvan is wel dat je op gebruikte banden aan de hoofdrace begint.”

Rest de vraag of Van Hoepen een route voor zichzelf heeft uitgestippeld of elk seizoen neemt zoals het komt. “Voor ons is het zeker dat de volgende stap Formule 2 is. Ik weet alleen nog niet wanneer dat is. Kijk, als het seizoen goed blijft gaan, dan kan dat volgend jaar al zijn. Maar het kan ook het jaar daarna zijn. Dus nog één of twee jaar in de Formule 3 en dan naar de Formule 2. Dat is wel het plan.”