Racing shows: Exclusieve Ferrari-expositie in Duits Nationales Automuseum - The Loh Collection
Na een sluiting in de wintermaanden opent aanstaand weekeinde het Duitse Nationales Automuseum – The Loh Collection in Dietzhölztal-Ewersbach (tussen Keulen en Frankfurt) zijn deuren voor het tweede seizoen. Na de succesvolle thematentoonstelling rond het 100-jarig jubileum van de 24 Uur van Le Mans staat dit jaar het beroemde sportwagenmerk Ferrari in het middelpunt van een speciale expositie, die eveneens vanaf aanstaande zaterdag te bezoeken is. AUTOSPORT.NL keek er alvast rond en was zeer onder de indruk.
Tekst: René de Boer (X: @renedeboer)
Foto’s: Rebocar/R. de Boer
De opening van het Duitse Nationales Automuseum – The Loh Collection, begin juli vorig jaar, is bepaald niet onopgemerkt gebleven. Vele berichten verschenen in de media, ook vanuit Nederland wisten velen al de weg naar het museum te vinden. Vanuit het midden van ons land is het zo’n drieënhalf uur rijden en daarmee zeker te doen als dagtocht, maar ook als onderdeel van een langere trip is een bezoek aan het museum zeker de moeite waard. “In totaal kwamen er in de eerste vier maanden sinds de opening 35.000 bezoekers, maar ook in de winterpauze, toen alleen de speciale Le Mans-expositie was opengesteld, mochten we nog 5.000 bezoekers verwelkomen”, zei eigenaar prof. dr. Friedhelm Loh niet zonder trots. Erkenning kwam ook van officiële zijde: tijdens het jaarlijkse prijsuitreikingsgala van de FIA werd het museum gewaardeerd met de prestigieuze ‘FIA Founding Members Club Heritage Cup’. De trofee staat opgesteld in de bioscoopzaal van het museum.
Sinds we er bij de opening in juli waren, is er het nodige veranderd. Een aantal van de Le Mans-auto’s, waaronder ook de twee Porsches met Nederlandse connectie, de ex-Racing Team Holland-904 en de Sandeman-917 waarmee Gijs van Lennep en David Piper in 1970 in Le Mans reden, staat nu in de ‘letterbak’ tegen de achterwand van de grote museumhal en ook in de nagebouwde kombocht zijn de nodige andere auto’s geplaatst.
Maar waar we natuurlijk in het bijzonder voor gekomen zijn, is de grote Ferrari-tentoonstelling. De scharlaken Formule 1-auto achter het grote venster boven de hoofdingang wekte wat dat betreft al de nodige verwachtingen. Het 75-jarig jubileum van het merk uit Maranello ligt alweer twee jaar achter ons, dus een actuele aanleiding is er niet, maar dat hoeft ook helemaal niet, want een Ferrari-tentoonstelling kan natuurlijk altijd. En zeker als je, zoals Herr Professor Loh, al een indrukwekkend aantal topstukken gewoon zelf in je eigen collectie hebt, en geen leentjebuur hoeft te spelen bij andere musea, of, nog erger, je toevlucht moet nemen tot replica’s, ‘zusterauto’s’ of andere exponaten uit de categorie ‘net niet’. Nee, bij het Duitse Nationales Automuseum is het gewoon ‘the real deal’, voor minder doen ze het niet.
Wie door de hoofdingang binnenkomt en de verleiding van de shop met modelauto’s en boeken nog even kan weerstaan en die dus letterlijk links laat liggen, ziet voor het restaurant ‘New York New York’ al twee Ferrari 365 GTB/4’s opgesteld staan, beter bekend als Daytona. Een ervan kennen we al van de Le Mans-tentoonstelling, want dat is de rood-witte auto waarmee Claude Ballot-Lena en Vic Elford in 1973 de GTS-klasse wonnen en zesde algemeen werden. Opschriften van Thomson en de Franse Ferrari-importeur Pozzi en grote gele koplampen, een indrukwekkende auto. De civiele versie ernaast is een bronskleurig exemplaar met beige lederen interieur. De eerste associatie is hopjesvla, maar dat mag je waarschijnlijk niet zeggen over een chique merk als Ferrari.
Via de trap gaat het naar boven, waar de eigenlijke tentoonstelling is ingericht. Daar is de eerste display gewijd aan wat bekendstaat als de ‘big five’ van Ferrari. Nee, niet de wilde dieren olifant, neushoorn, buffel, leeuw en luipaard, maar de 288 GTO, F40, F40, Enzo en La Ferrari. Ze staan er allemaal, keurig op een rij, waarbij je de ontwikkeling kunt zien. De 288 GTO in de museumcollectie is een exemplaar dat twee jaar lang in het bezit is geweest van Albert Uderzo, die faam verwierf als de geestelijk vader van Asterix en Obelix. De F40, met uiteindelijk 1.311 gebouwde exemplaren, is de minst zeldzame van het vijftal, maar naar onze bescheiden mening absoluut de mooiste. De F50 en de La Ferrari bleven beide onder de 400 stuks, van de La Ferrari werden er 499 gebouwd. Ook de geëxposeerde F50 is een bijzondere, want het is één van de twee exemplaren die af fabriek werden geleverd met goudkleurige wielen, naar analogie van de Formule 1-auto’s uit de jaren zeventig.