Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet
RETRO

Retro: Nieuwe historische generatie dient zich aan tijdens Spa Six Hours-weekend

image00006

Antoine en Werner d’Ansembourg, zoons van oudgediende Christophe d’Ansembourg, hebben tijdens het Spa Six Hours-weekend hun eerste grote overwinningen in de historische autosport geboekt. Antoine greep op zaterdagochtend verrassend de winst in de Masters Endurance Legends, waarna Werner die truc later die dag herhaalde in de tweede race van de Masters Racing Legends. Andere racewinnaars in de diverse Masters-klassen waren vertrouwde namen, terwijl ook Jac & Ties Meeuwissen en Hans Hugenholtz namens Nederland podiumplaatsen voor zich opeisten. In het overige programma viel vooral Wim Kuijl op: na zijn fameuze overwinning op Silverstone schreef de Nederlander opnieuw een zege bij in een kroonjuweel op de historische kalender, nu tijdens een ronde van de Belcar Historic Cup.


Tekst: Mattijs Diepraam
Foto’s: Carlo Senten & Mattijs Diepraam


De overwinningen van de twee Belgische broers d'Ansembourg kwamen nota bene na een vreselijke dag voor hun team Front Row Racing. Op donderdag crashten zowel hun vader als Christian Gläsel, met pijnlijke verwondingen als resultaat. Christophe brak drie ribben en moest de rest van het weekend toekijken, terwijl Gläsel er met zijn Pescarolo-Judd 01 zó hard afging in Blanchimont dat hij een ruggenwervel brak. De Duitser moest er meteen aan worden geopereerd, maar maakt het verder goed.

image00007b

Op vrijdag lieten Antoine en Werner zich al van hun goede kant zien met sterke klasseringen – voor Antoine zelfs zijn eerste podium – maar een dag later verrasten zij vriend en vijand én zichzelf door beiden naar een vlekkeloze overwinning te sturen. Werner kopieerde bovendien zijn broer Antoine in de manier waarop: door in de openingsronde de auto op pole voorbij te steken op de Kemmel, om vervolgens jarenlange baankennis op het thuiscircuit in te zetten op weg naar de winst.

Antoine hield daarbij in zijn oudere Dallara-Judd SP1 de machtige Peugeot 90X van Stuart Wiltshire van zich af, al liep daarvan de diesel niet lekker, wat tegen het einde resulteerde in een uitvalbeurt. Maar net als de dag ervoor wist hij net zo goed de nieuwere LMP1’s van Keith Frieser (Zytek 09S) en Steve Tandy (Lola B12/60) voor te blijven, terwijl hij deze keer ook de Honda-HPD ARX-03a van Olivier Galant versloeg. Werner nam op zijn beurt de kop over van poleman Matt Wrigley in de Penske PC3 om daarna zijn Brabham BT49 naar een voorsprong van maar liefst 13 seconden te leiden. Het waren twee fenomenale prestaties.

image00004b

De eerste MEL-race draaide nog volledig om de rivaliteit tussen Steve Brooks en Stuart Wiltshire. Hun Peugeot 90X’en maken dit jaar de dienst uit in het kampioenschap voor recentere Le Mans-prototypes en GT’s, maar Brooks had tot nu toe steeds de overhand. Hij benadrukte dat nog eens met een fabelachtige pole-ronde. Na de start van de eerste race had Wiltshire echter meteen het mes tussen de tanden: hij vloog op de Kemmel aan Brooks en liep steeds een paar tienden uit totdat Brooks in de achtervolging in de fout ging en in de bocht zonder naam uit de wedstrijd spinde. Zo versloeg Wiltshire voor het eerst zijn rivaal op snelheid.

In de eerste F1-race op een halfnat circuit schreef Mike Cantillon een sensationeel ‘spin & win’-scenario. De Ier vertrok van pole, maar draaide zijn Williams FW07C in La Source achterstevoren. Vanaf de zesde plaats vocht hij zich echter terug naar de kop, daarbij enigszins geholpen door een safety car halverwege de race. De leiding was tot dan toe in handen van Nick Padmore, die in de pre-78-klasse in een strijd was verwikkeld met zijn titelrivaal Matt Wrigley. Net als op Silverstone was Wrigley de snelste in de kwalificatie geweest, maar opnieuw maakte Padmore dat verlies goed in de races. Omdat Wrigley in de tweede race het strijdtoneel moest verlaten, waren de twee klasseoverwinningen voor Padmore genoeg om de titel op te strijken. Het is het vierde F1-kampioenschap van de Brit: in 2015 en 2016 won hij al eerder de pre-78-titel, in 2018 schreef hij de post-78-titel op zijn naam.

image00014

Dat was niet de enige Formule 1 die op het programma stond, want ook de Historic Grand Prix Car Association trad aan met zijn GP-auto’s tot 1966. Helaas zonder de Nederlandse favoriet Michel Kuiper, die al in de kwalificatie moest afhaken met een kapotte versnellingsbak achter in de Brabham BT4. Zo liep hij een fantastische eerste race mis waarin Tim Child (in een BT3/4) aan het langste eind trok in een strijd tussen vijf auto’s om de eerste plaats. Op zaterdag duelleerden Michael Gans (Cooper T79) en Justin Maeers (Cooper T53) om de overwinning, waarbij Gans zijn tegenstander de hele race nipt voorbleef. Bij de oudere auto’s met de motor voorin ging het twee keer tussen Mark Shaw (Scarab-Offenhauser) en John Spiers (Maserati 250F). Ze konden de buit verdelen nadat de laatstgenoemde op vrijdag pech kreeg en de eerstgenoemde op zaterdag.

In de gecombineerde Masters Gentlemen Drivers & Pre-Touring Car-wedstrijd voor GT’s en toerwagens tot 1966 gingen vertrouwde namen er met de overwinningen vandoor: John Spiers en Nigel Greensall voegden nog maar eens een GT-zege toe aan hun succesvolle seizoen, terwijl bij de toerwagens Sam Tordoff opnieuw domineerde. Spiers deed eigenlijk al het werk al in zijn openingsstint, door na een voorzichtige start naar de kop toe te rijden. Greensall kon het ondanks zijn gebruikelijke tijdstraf voor professionele coureurs afmaken op de manier die we van hem gewend zijn: met de ene na de andere ‘kwalificatieronde’ stuurde hij de TVR Griffith aan de E-type van John & Gary Pearson voorbij. Giles Dawson schitterde opnieuw door met zijn Lotus Elan 26R het algemene podium te halen. De Ford Falcon van Tordoff was opnieuw onaantastbaar bij de toerwagens, ook al had Rob Fenn de BTCC-ster Jake Hill van stal gehaald voor zijn Ford Mustang.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

In de Masters Sports Car Legends leek de strijd na vier ronden beslist toen Diogo Ferrão de kop overnam in de Lola T292 die hij deelde met Martin Stretton. Die leek in de tweede helft niet meer in de problemen te komen, ondanks het feit dat Kyle Tilley aan een machtige opmars bezig was. Zijn Chevron B23 moest van achteren komen na een start vanuit de pitstraat en reed al op de tweede plaats toen in de laatste tien minuten de safety car naar buiten kwam. Het werd echter geen grandioze finale, want de safetycarperiode had de remmen van de Chevron geen goed gedaan…

Terwijl de winst in de Masters GT Trophy naar klassementsleider Craig Wilkins ging, na opnieuw een dominante race in zijn Lamborghini Huracán Super Trofeo Evo, waren de Nederlandse ogen gericht op het debuut van de Ferrari 488 Challenge van Jac & Ties Meeuwissen en de terugkeer van de Ford Mustang FR500C van Hans Hugenholtz. Tegen drie Lambo’s leken de Meeuwissens geen kans te maken, maar toen de Huracán van Keith Frieser al vroeg afhaakte, haalden de twee toch het podium. Voor Hugenholtz was zelfs de hoogste trede van de GT4-klasse weggelegd. Hij had de recent uit de mottenballen getrokken Mustang voorzichtig gekwalificeerd, maar in de stromende regen reed hij de auto van de laatste naar de eerste plaats.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Diezelfde regen had ervoor gezorgd dat de eerste race van de Belcar Historic Cup vroegtijdig moest worden afgebroken, met een verrassende overwinning voor de Renault Clio van Ilaria Stallivière tot gevolg, maar de volgende dag was het droog en konden de kanonnen knallen. Aanvankelijk reden de BMW 320i STW van Eric Qvick en de Corvette C4 van Luc Branckaerts bij toerbeurt, maar in het tweede deel van de wedstrijd stoomde de oudere Ford Capri RS3100 van Wim Kuijl door naar de kop. Zo won de jongeling uit Zeeuws-Vlaanderen opnieuw een grote wedstrijd: in augustus tijdens het Silverstone Festival, nu tijdens de Spa Six Hours.

Een magere bijdrage aan het programma leverde de Sport Proto 2000-wedstrijd. Met slechts zeven auto’s aan de start voor een uur lang rijden zou het op vrijdagochtend een kalm ogend geheel worden – niet voor niets werd de wedstrijdklok dan maar teruggedraaid naar 45 minuten. Chevron B8’en die we ook kennen uit de Masters Sports Car Legends trokken de eer naar zich toe: Chris & Freddie Lillingston-Price versloegen Charlie Allison en Hugh Colman.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

En over mager gesproken: Motor Racing Legends had zijn fameuze RAC Woodcote Trophy & Stirling Moss Trophy thuisgelaten. Voor de recentere toerwagens deed de Belcar Historic Cup al dienst en dus verscheen MRL alleen met zijn Pre-War Sports Cars. Daarin viel de ene na de andere favoriet af, zodat de eer ging naar de Delahaye 135 van Ross Keeling, die zijn debuut maakte op Spa. Dankzij de snelle Calum Lockie, die de auto op pole had gezet, vloog de Franse sportwagen na de rijderswissel naar voren. Lockie liet daarbij de Alfa Monza van Christopher Mann en de Bugatti T35B van Martin Halusa achter zich.

Het voorprogramma van de 30e Spa Six Hours was kortom matter dan anders en eigenlijk een jubileumeditie onwaardig. De donderdag en vrijdag gingen pas na tien uur van start nadat de FHR op het laatst ook nog een streep gezet door zijn bijdrage met de CanAm & Sportscars. Velen weten het aan het aangepaste tijdschema waarin de zesuursrace zelf het slotstuk werd. De zondag was dit weekend helemaal voorbehouden aan een trackday voor autoclubs, in plaats van de gebruikelijke slotdag waarop deelnemers aan de Six Hours nog aan diverse Masters-races konden meedoen. De velden waren daardoor (veel) kleiner dan anders, want vele teams wilden hun auto’s niet riskeren in het voorprogramma. Teams met meer auto’s kozen er bovendien voor om die te verdelen over de Six Hours en de Masters-races, in plaats van ze voor beide in te schrijven. Het zondagse experiment met de autoclubs lijkt niet voor herhaling vatbaar als organisator Roadbook het hart van zijn evenement gezond wil houden.

Alle uitslagen op een rij
Autosport.nl Hét autosport magazine op Internet