Retro: 100 jaar Le Mans: De Nederlandse winnaars Gijs van Lennep en Jan Lammers
Gijs van Lennep (l.) won met Jacky Ickx in de Porsche 936 de 24 Uur van Le Mans in 1976, zijn laatste race
Volgende week, op 10 en 11 juni, vindt de 91e editie van de 24 Uur van Le Mans plaats, waarbij het honderdjarig jubileum van de Franse lange-afstandsklassieker gevierd wordt. In de aanloop naar de race blikken we terug op aspecten uit de rijke historie. Vandaag: de Nederlandse successen.
Tekst: René de Boer (Twitter: @renedeboer)
Foto’s: Archief Porsche AG, Jaguar, Rebocar/collectie Laurens Roks†
Al voor de oorlog stonden er Nederlanders aan de start in Le Mans: Eddy Hertzberger reed er twee keer, in 1935 en in 1937, maar het zou nog tot 1971 duren voordat er voor het eerst een Nederlander op de hoogste trede van het podium stond. In dat jaar won Gijs van Lennep samen met Dr. Helmut Marko in de Porsche 917 van het Martini Racing Team onder leiding van Hans-Dieter Dechent.
Gijs van Lennep en Helmut Marko wonnen in 1971 met de Porsche 917 van het Martini-team
De overwinning van Van Lennep was een markant autosportsucces: het afstandsrecord dat hij samen met Marko vestigde, hield tot 2010 stand. Met zijn prestatie snoerde Van Lennep naar eigen zeggen ook de critici in Nederland de mond: “Over een zege in Le Mans kunnen ze in Holland tenminste niet kankeren”, zo werd hij geciteerd in het tijdschrift ‘Auto Revue’.
Champagne voor Gijs van Lennep en Dr. Helmut Marko
Daarbij was de overwinning lang niet zeker: op aanwijzing van Ferdinand Piëch waren de remschijven van de winnende Porsche doorboord voor gewichtsbesparing en extra ventilatie, maar in de loop van de race begonnen de remschijven haarscheurtjes te vertonen. Had het team de schijven gewisseld, dan was de overwinning vermoedelijk naar de Gulf-Porsche gegaan, maar Van Lennep en Marko besloten om dan maar zo min mogelijk te remmen, wat tot het gewenste resultaat leidde.
Het succes met chassisnummer 917-053 was de tweede opeenvolgende Le Mans-zege voor Porsche en tevens de laatste keer dat de auto reed
Bovendien reden ze, zonder dat ze dat tijdens de race zelf al wisten, met een experimenteel chassis van magnesium, dat zomaar had kunnen breken, want magnesium heeft de eigenschap dat het broos wordt. Dat is ook de reden dat de winnende auto direct na de race in de collectie van Porsche verdween en er daarna nooit meer met de auto is gereden.
Volop aandacht in de pers na de overwinning van Gijs van Lennep
Vijf jaar na dato was het voor Gijs van Lennep wederom raak. Eigenlijk had hij naar eigen zeggen zijn carrière al wel zo’n beetje afgesloten, omdat er zich voor het seizoen 1976 geen serieuze opties meer hadden aangediend. Totdat Porsche vroeg in het jaar belde met de vraag of hij toch nog een keer Le Mans wilde rijden, met het fabrieksteam, in een 936 met Jacky Ickx. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd: Van Lennep wilde uiteraard, reed ter voorbereiding de 1000-kilometer-race op de Nürburgring met een 934/5 van Kannacher, die hij deelde met Hartwig Bertrams en waarmee hij als vijfde eindigde.
Gijs van Lennep in actie met de indrukwekkende Porsche 936
In februari testte Van Lennep de 936 al op Paul Ricard. “Van Lennep test “geheime” Le Mans-Porsche”, stond er op 20 februari in ‘De Telegraaf’, waarin er ook al gewag gemaakt werd van het feit dat Van Lennep samen met Ickx een team zou vormen. “Champagne voor Gijs van Lennep”, viel er op 14 juni in hetzelfde dagblad te lezen, daags nadat Van Lennep en Ickx de overwinning hadden binnengehaald. Nu was het echt afgelopen, zo liet Van Lennep weten: “Het volgend jaar zal ik niet meer op Le Mans meedoen. Ik ben nu 34 en het wordt hoog tijd dat mijn maatschappelijke carrière voorgaat”. Het Algemeen Dagblad kopte: “Triomf verzoet afscheid”.
Formatiefinish van de Jaguars in 1988, met de winnende nummer 2 van Jan Lammers voorop
In 1988 was het Jan Lammers die met de door Tom Walkinshaw ingezette Jaguar XJR9 voor Nederlands succes aan de Sarthe zorgde. Lammers deelde de auto met de twee jaar geleden overleden Johnny Dumfries en Andy Wallace. Lammers, die in dat jaar voor de vierde keer deelnam, nam de start vanaf de zesde plaats voor zijn rekening en bracht de auto aan het eind van zijn stint in leidende positie met 22 seconden voorsprong binnen. Lammers reed ook in de laatste uren en bracht de auto uiteindelijk als winnaar aan de finish. 31 jaar na de vijfde zege bezorgde hij samen met zijn teamgenoten Jaguar zo de zesde overwinning in Le Mans.
Tot uitzonderlijke vreugde van de talloze Britse fans won Jaguar weer eens, 31 jaar na het laatste D-Type-succes met Ivor Bueb en Ron Flockhart van de Ecurie Ecosse
Net als in 1971 bij Gijs van Lennep was het geen zorgeloze zegetocht, want de versnellingsbak was langzaam maar zeker op weg naar zijn einde. De vaststelling dat Lammers en zijn teamgenoten “het fortuin hadden, verschoond te blijven van pech”, zoals ‘De Telegraaf’ meldde, was dan ook een wat rooskleurige voorstelling van de werkelijkheid. De kop “Lammers held van Le Mans”, in de bekende spreekwoordelijke chocoladeletters, was echter zonder meer gerechtvaardigd. Met de winst zorgden de Jaguar-rijders voor een ongekende euforie in Groot-Brittannië en ook nu, 35 jaar na dato, wordt er nog bewonderend over het succes gesproken.
Mooi beeld uit de persmap van destijds: de teamfoto van het winnende Jaguar-trio