Div: In memoriam Wiet Huidekoper

Wiet Huidekoper was als ontwerper en constructeur betrokken bij tal van racewagenprojecten
Bij veel autosportliefhebbers is zijn naam waarschijnlijk onbekend, maar Wiet Huidekoper heeft als ontwerper van raceauto's een lange staat van dienst in de autosport. Van Formule Ford tot Formule 1 en van sportwagens tot toerwagens reikte de bandbreedte van zijn activiteiten op technisch gebied. Huidekoper overleed gisteren.
Tekst: René de Boer (Twitter: @renedeboer)
Foto's: PR, Rebocar/R. de Boer, Willem J. Staat

Wiet Huidekoper was bij enorm veel projecten gedurende zijn lange carriere betrokken. Zoals het Toyota Parijs Dakar project van de Vermeulens in 1987.
Wiet Huidekoper studeerde aan wat toen nog de Technische Hogeschool in Delft heette en kwam daarna terecht bij Fokker, maar zijn ware ambitie lag in de autosport. Omdat er in Nederland geen carrièrekansen in deze bedrijfstak waren, verhuisde Huidekoper naar het Verenigd Koninkrijk, waar tal van grotere en kleinere constructeurs van raceauto's gevestigd waren.

Net als veel coureurs begon Huidekoper ook als technicus zijn carrière in de Formule Ford, waarin hij ook zeer kortstondig en zonder al teveel succes als coureur actief was geweest. Zijn eerste eigen creatie was de Chinell W16/83-Formule Ford. Vervolgens zette hij zijn loopbaan voort bij Royale en kwam vervolgens bij Reynard terecht.

De prachtige Lola 92/00 die door Huidekoper werd ontworpen leek zo uit een Michel Vaillant Comic te zijn weggelopen. In de Amerikaanse Historische racerij is deze auto nog steeds actief.
Daarna werd hij tussen 1985 en 1989 actief voor tal van teams en constructeurs, waaronder EuroBrun in de Formule 1 en Chamberlain Engineering met de Spice-C2 in het WK voor sportwagens. In 1990 stapte Huidekoper over naar Lola, waar hij een Groep C-auto ontwierp.

Naast zijn activiteiten bij Lola in 1990 was Wiet ook als engineer bij Eufra voor Ralf Kelleners actief.
De Groep C-racerij kwam niet lang daarna tot een einde en Huidekoper begon voor zichzelf met Formule Fords onder de naam Vector. In de jaren tachtig al had hij onder die naam een Sports 2000 ontwikkeld, die opviel door zijn extreem gestroomlijnde bodywork.

Moeilijke tijden in de F3000 bij Colin Bennett Racing met Cor Euser.
In de Formule Ford zorgde de Deen Jason Watt voor succes door met Vector in 1994 de Britse titel en het Formule Ford Festival te winnen, een onderbreking van de jarenlange hegemonie van Van Diemen. Ook Tom Coronel racete in een Vector-Formule Ford.

Ook Porsche, waar landgenoot Harm Lagaaij de scepter zwaaide in de ontwerpafdeling, maakte gebruik van de diensten van Huidekoper. Zo was hij ondermeer betrokken bij de Dauer-962, een naar raceauto teruggebouwd exemplaar van de Groep C-962 die Jochen Dauer tot straatauto had omgebouwd, die in 1994 de 24 Uur van Le Mans won. Ook bij de 911-GT1, waarmee Porsche in het jubileumjaar 1998 succesvol was in Le Mans, speelde Huidekoper een rol. In de eerste helft van de jaren negentig was hij ook betrokken bij de activiteiten van Nissan in de sportwagens en later de tweeliter-Super Touring-racerij.

De Porsche 911 GT1
Dallara was Huidekopers volgende opdrachtgever: voor de Italiaanse constructeur was hij betrokken bij de Dallara SP1, een LMP1-prototype dat aanvankelijk als Chrysler en later onder de vlag van Oreca in actie kwam. Ook werkte Huidekoper bij Dallara als projectleider aan de Formule Nissan, die later de Formule Renault 3.5 werd. In het najaar van 2002 trok Opel Huidekoper aan als technisch directeur voor het DTM-programma, maar de gehoopte successen bleven uit, zodat ook dit avontuur niet langer dan een jaar duurde.

Als engineer was Wiet ook nauw betrokken bij het Marlboro Mitsubish dealer team in 1999.
Samen met Huub Vermeulen en Ed Wassenberg had Huidekoper een jaar of tien geleden ook een plan ontwikkeld voor een goedkope formulewagen met een buizenchassis van Tata Steel, maar mede gezien de oppositie tegen buizenchassis van officiële zijde kwam dit project niet van de grond. Ook stond Huidekoper aan de wieg van de Stayfast-racer, die hij samen met Dirk van Lonkhuizen bouwde voor de ACNN-competitie. De laatste jaren ging het niet goed met zijn gezondheid, uiteindelijk overleed hij aan de gevolgen van een longontsteking.