Retro: Hart en Dols maken Nederlands feestje van Spa Six Hours

Twee Nederlandse equipes beklommen na jaren van vergeefse pogingen eindelijk de hoogste trede van het podium van de Spa Six Hours. David Hart, Olivier Hart en Nicky Pastorelli reden met hun Ford GT40 overtuigend naar de algemene zege in de grootste langeafstandsrace van het jaar in de historische autosport, terwijl Mark Dols en zijn Britse teamgenoot Adam Cunnington zo mogelijk nog dominanter met de overwinning in de kleine GTP-klasse aan de haal gingen. Bijna was er nog een derde Nederlandse zege toe te juichen, maar de MGB van Sjoerd Peereboom, Jasper Izaks en Tom Smith raakte vijf minuten voor het einde de leiding kwijt. Net als Armand Adriaans, Sam Adriaans en Erwin van Lieshout, die met hun Mustang tweede werden onder de toerwagens, waren ze desondanks blij met hun podiumpositie.
Tekst: Mattijs Diepraam
Foto's: Carlo Senten
Zoals altijd in een langeafstandswedstrijd lag de basis van de Nederlandse overwinningen in totale betrouwbaarheid. De Ford GT40 van DHG Racing werd aanvankelijk door een drivethrough penalty teruggeworpen buiten de top-tien, maar de startende David Hart maakte die achterstand snel goed. Daarna voegde Nicky Pastorelli – die met groot verschil de snelste ronde van de wedstrijd zou rijden en de auto ook al op pole had gezet – zich bij de strijd om de kop, die in eerste instantie met de GT40 van Gipimotor met Christophe van Riet en Fred Bouvy plaatsvond, maar later kwamen twee andere GT40's op: die van de winnaars van vorig jaar, Olly Bryant en James Cottingham, en de Franse auto van Olivier Galant en Nic Minassian. Met Olivier Hart aan het stuur voor de laatste stint wist DHG echter een ronde voorsprong te pakken op de concurrentie, zodat een paar minuten voor het einde de overwinning eigenlijk al een feit was.

Voor Dols was daarvan al dik een kwartier sprake, want de foutloos functionerende Marcos 1800 GT van 'de kleine man' had maar liefst zes ronden voorsprong opgebouwd op de naaste concurrenten. Daardoor kon Cunnington aan het slot nog moeiteloos naar binnen komen om een beslagen voorruit te laten behandelen – het resultaat van de zwaarste regenbui in een Six Hours die verder veel droger verliep dan vooraf was voorspeld.

Voor de equipe van Peereboom, Izaks en Smith bleek een laatste snelle stop juist dodelijk in hun strijd om de winst in de GTS11-klasse. Smith werd in de slotfase in de flank gereden door een Mustang, waarna hij volgens afspraak naar binnen kwam: bij schade altijd laten checken. De vrees dat het linkerachterwiel zou aanlopen bleek onterecht en Smith werd snel weer naar buiten gestuurd. Het was net het verschil dat rivaal Chris Ward nodig had in de Porsche 911 die hij deelde met Steve Osborne en Rob Smith: Ward haalde Smith in de voorlaatste ronde in en kwam met vier seconden verschil over de finish. Peereboom en Izaks waren desondanks trots, ook omdat hun tweede MGB van Pijke ter Burg, Pieter Peereboom en Sjoerd Peereboom keurig als 38e de finish haalde. Het was de eerste keer dat Classic Car Ratings een tweede MGB op de baan bracht.

Bij de toerwagens reed het team van Armand Adriaans, Erwin van Lieshout en Adriaans' debuterende zoon Sam naar een mooie tweede plaats in de klasse. Een schuiver van Sam in de grindbak van Malmédy halverwege de race zorgde uiteindelijk voor beperkt oponthoud, zodat de Brabantse equipe genoeg voorsprong in handen hield op de auto op de derde plaats. De andere Nederlandse Mustang van Bas Jansen, Willem Jan van den Broek en Jac Meeuwissen kwam ook goed voor de dag en greep net naast het toerwagenpodium.

Diverse GT40's haalden – uiteraard, zou je bijna zeggen – het einde niet, waarvan het exemplaar van Gary Pearson, Alex Brundle en Harrison Newey het befaamdste slachtoffer was. De meest aangeslagen auto in het veld was de Aston Martin DP214 van Wolfgang Friedrichs, Simon Hadfield en Les Goble, die aan alle kanten zware schade had – en dat nadat het team er al alles aan had moeten doen om überhaupt aan de start te verschijnen, waaronder een haastige onderdelen-run op en neer naar Duitsland.

In het voorprogramma was Christophe d'Ansembourg op zaterdag de grote held. In de eerste Masters Endurance Legends-race moest de Lola-Aston Martin DBR1-2 van de Waal het weliswaar in de allerlaatste ronde afleggen tegen de Peugeot 90X van Steve Tandy, maar d'Ansembourg kon toch nog lachen doordat zijn zoon Antoine diens eerste podium bereikte in de Dallara SP1 die ooit van Didier Theys was. Daarna hield de thuisheld 25 minuten lang stand in de eerste F1-race, waarin zijn Williams FW07C elke ronde werd opgejaagd door de McLaren MP4/1 van Steve Hartley. Toch bezweek d'Ansembourg niet onder de druk.

Op zondag besloten de d'Ansembourgs niet deel te nemen, waardoor de Peugeots het voor het zeggen hadden in Masters Endurance Legends. Deze keer nam Steve Brooks het over van Steve Tandy, en Brooks leek op koers naar de zege totdat hij tijdens de verplichte pitstop de motor liet afslaan – vergeeflijk, want het was zijn eerste keer in de auto. Kriton Lendoudis nam het roer over en had 15 seconden voorsprong tot hij op het laatst spinde nadat zijn aandacht was afgeleid door een brandende auto in Les Combes. Brooks glipte erlangs, waarna meteen de safety car naar buiten kwam voor de brandende Evora GTE. Zo was Brooks' debuutzege een feit.

Marco Werner kwam in de regen alsnog tot zijn recht door de tweede F1-wedstrijd op zijn naam te schrijven. Zijn Lotus 87B had de vorige dag te lijden gehad van een opeenstapeling van kleine probleempjes, maar in de regen speelden die een stuk minder een rol. De Duitser joeg tegen het einde voorbij aan teamgenoot Michael Lyons in de Lotus 92 en keek daarna niet meer om.