Racing Shows: Thematentoonstelling F1 Legends 2022 Louwman Automobielmuseum
In het kader van het Historische Grand Prix a.s. weekend leek het ons een uitstekend idee om met een bezoek aan de prachtige F1 Legends Thema tentoonstelling in het Louwman Museum in Den Haag alvast een voorproefje te nemen. Deze prachtige expositie opende op 1 jul jl. en is nog te 4 september a.s. te bezichtigen.

In het kader van de GP van Nederland en de Historische GP alvast een voorproefje in het Louwmuseum in Den Haag genomen.
Tekst en Foto's Willem J. Staat
Thematentoonstelling F1 Legends 2022 Louwman Automobielmuseum
Enkele jaren geleden was de thematentoonstelling "The Silver Arrows" in het Haagse Louwman Museum een enorme succes. Het thema autosport werd dit jaar gecontinueerd met de nadruk van Formule 1 coureurs en auto's die tussen 1948 en 1970 tussen de duinen historie geschreven hebben. En dan kom je automatisch bij drie hele grote namen terecht; Alberto Ascari, Juan Manuel Fangio en de legendarische Jim Clark. Van Alberto Ascari tref je de unieke 500 F2 uit 1952/1953 aan, van vijfvoudig wereldkampioen Juan Manuel Fangio de fameuze W196 waarmee hij in 1955 tussen de Zandvoortse duinen won. Indrukwekkend is de Lotus 33 waarmee de legendarische Jim Clark in 1963 en 1965 twee wereldtitels won. Die Lotus 33 roept bij velen van de oudere generatie misschien nog wel wat meer herinneringen op. Want welke autosportliefhebber had er niet in zijn jeugd het overbekende Corgi Toys schaalmodelletje in zijn bezit?

De Talbot T26C waarmee de Fransman Louis Rosier twee Grote Prijzen op Zandvoort wist te winnen die niet voor het WK meetelde.
Andere legendarische auto's zijn de prachtig gekleurde Talbot Lago T26C waarmee de Fransman Louis Rosier de Grand Prix wedstrijden in 1950 en 1951 de Grand Prix van Nederland op zijn naam schreef alhoewel die toen nog niet voor het WK F1 meetelde. Een ander absoluut hoogtepunt is natuurlijk de BRM P25 uit 1959 van de Zweed Joakim Bonnier die op Zandvoort zijn enige Formule 1-overwinning wist te behalen. Het was overigens één van de weinige malen dat de BRM's dat seizoen niet seizoen niet stuk gingen. Bonnier kwam in 1972 tijdens de 24U van Le Mans om het leven. En als klapstuk de Lotus 49 Ford Cosworth waarmee Jim Clark en Graham Hill hun debuut maakten. Met de intrede van niet alleen de Lotus 49 maar ook de Cosworth-motor veranderde het gezicht van de Formule 1 en werden "klantenmotoren" – een definitief begrip.
Een beetje geschiedenis
De eerste naoorlogse F1-wedstrijd werd in 1948 verreden en werd door Prins Bira met een Maserati gewonnen. Het Formule 1 wereldkampioenschap volgde in 1950 maar de wedstrijden op Zandvoort telden de eerste twee jaren nog niet mee voor de wereldtitel. De Fransman Louis Rosier won met een 4,5L vooroorlogse Talbot Lago T26C wist hij twee niet voor het WK meetellende F1-wedstrijden op Zandvoort te winnen. De Franse Renault-dealer wist samen met zijn zoon Jean Louis Rosier in 1950 met een tweezitter Talbot T26C de 24U van Le Mans te winnen. Gedurende de Tweede Wereldoorlog maakte Louis Rosier deel uit van het verzet tegen de Duitse bezetter. Kort voor het einde van WWII wist de Fransman zijn vrouw en dochter uit handen van de Duitsers te bevrijden. Eind 1956 crashte hij op Montlhery met een Ferrari 750 Monza en liep daarbij zwaar hoofdletsel op. Rosier bezweek veertien dagen later aan zijn verwondingen in een Parijs ziekenhuis.

De beroemde Ferrari 500 F2 van de legendarische Alberto Ascari. Tweemaal winnaar op Zandvoort.
Tussen 1954 – 1960 werd de 2,5L motorformule in de F1 van kracht. Het tijdperk waarin aanvankelijk Mercedes en later uiteraard Ferrari en Maserati domineerden. De BRM-overwinning op Zandvoort was eigenlijk al een uitzondering want een nieuw tijdperk diende zich aan. De Australiër Jack Brabham won met een Cooper Climax F1 de Grand Prix in 1960 op Zandvoort. Met de komst van de 1.5L motorenformule in 1961 begonnen de Dinosaurussen in de F1 met hun voorin geplaatste motoren, zelfs al voor de komst hiervan, terrein te verliezen. Ook John Cooper verrichtte baanbrekend werk. Al reed men bij Auto Union al voor WWII met achterin geplaatste motoren. Nieuw was het dus eigenlijk niet. Jack Brabham en John Cooper zorgden daarbij ook nog eens op Indianapolis voor eenzelfde revolutie waarbij de Dinosaurussen definitief in de ban gedaan werden.
Jack Brabham maakte samen met Ron Tauranac in 1966 optimaal gebruik van de nieuwe 3L Formule. Zowel Brabham himself als Denny Hulme wonnen in 1966/1967 met hun 3L Brabham Repco's de wereldtitel. Met de komst van de Ford Cosworth DFV veranderde het gezicht van de Formule 1 in 1967 definitief. De motor werd aan de achterwielophanging gemonteerd en vormde voor het eerst ook een integraal deel van het chassis. De succesvolle Cosworth-motor was maar liefst 18 jaar actief in de autosport en behaalde 155 Grand Prix-overwinningen. Michele Alboreto bezorgde in 1983 de Cosworth DFV de allerlaatste F1-overwinning.
De overbekende Porsche waarmee de boomlange Carel de Godin Beaufort als eerste Nederlander in 1962 WK punten wist te behalen. Hij verongelukte twee jaar later op de Nordschleife.
Ook op de expositie is er aandacht voor de F1 bolides van de Nederlanders Dries van der Lof en Carel Godin de Beaufort. Zeker de moeite waard om in vakantietijd Formule 1 Historie op te snuiven.
In het kader van de GP van Nederland en de Historische GP alvast een voorproefje in het Louwmuseum in Den Haag genomen.
Tekst en Foto's Willem J. Staat
Thematentoonstelling F1 Legends 2022 Louwman Automobielmuseum
Enkele jaren geleden was de thematentoonstelling "The Silver Arrows" in het Haagse Louwman Museum een enorme succes. Het thema autosport werd dit jaar gecontinueerd met de nadruk van Formule 1 coureurs en auto's die tussen 1948 en 1970 tussen de duinen historie geschreven hebben. En dan kom je automatisch bij drie hele grote namen terecht; Alberto Ascari, Juan Manuel Fangio en de legendarische Jim Clark. Van Alberto Ascari tref je de unieke 500 F2 uit 1952/1953 aan, van vijfvoudig wereldkampioen Juan Manuel Fangio de fameuze W196 waarmee hij in 1955 tussen de Zandvoortse duinen won. Indrukwekkend is de Lotus 33 waarmee de legendarische Jim Clark in 1963 en 1965 twee wereldtitels won. Die Lotus 33 roept bij velen van de oudere generatie misschien nog wel wat meer herinneringen op. Want welke autosportliefhebber had er niet in zijn jeugd het overbekende Corgi Toys schaalmodelletje in zijn bezit?
De Talbot T26C waarmee de Fransman Louis Rosier twee Grote Prijzen op Zandvoort wist te winnen die niet voor het WK meetelde.
Andere legendarische auto's zijn de prachtig gekleurde Talbot Lago T26C waarmee de Fransman Louis Rosier de Grand Prix wedstrijden in 1950 en 1951 de Grand Prix van Nederland op zijn naam schreef alhoewel die toen nog niet voor het WK F1 meetelde. Een ander absoluut hoogtepunt is natuurlijk de BRM P25 uit 1959 van de Zweed Joakim Bonnier die op Zandvoort zijn enige Formule 1-overwinning wist te behalen. Het was overigens één van de weinige malen dat de BRM's dat seizoen niet seizoen niet stuk gingen. Bonnier kwam in 1972 tijdens de 24U van Le Mans om het leven. En als klapstuk de Lotus 49 Ford Cosworth waarmee Jim Clark en Graham Hill hun debuut maakten. Met de intrede van niet alleen de Lotus 49 maar ook de Cosworth-motor veranderde het gezicht van de Formule 1 en werden "klantenmotoren" – een definitief begrip.
Een beetje geschiedenis
De eerste naoorlogse F1-wedstrijd werd in 1948 verreden en werd door Prins Bira met een Maserati gewonnen. Het Formule 1 wereldkampioenschap volgde in 1950 maar de wedstrijden op Zandvoort telden de eerste twee jaren nog niet mee voor de wereldtitel. De Fransman Louis Rosier won met een 4,5L vooroorlogse Talbot Lago T26C wist hij twee niet voor het WK meetellende F1-wedstrijden op Zandvoort te winnen. De Franse Renault-dealer wist samen met zijn zoon Jean Louis Rosier in 1950 met een tweezitter Talbot T26C de 24U van Le Mans te winnen. Gedurende de Tweede Wereldoorlog maakte Louis Rosier deel uit van het verzet tegen de Duitse bezetter. Kort voor het einde van WWII wist de Fransman zijn vrouw en dochter uit handen van de Duitsers te bevrijden. Eind 1956 crashte hij op Montlhery met een Ferrari 750 Monza en liep daarbij zwaar hoofdletsel op. Rosier bezweek veertien dagen later aan zijn verwondingen in een Parijs ziekenhuis.
De beroemde Ferrari 500 F2 van de legendarische Alberto Ascari. Tweemaal winnaar op Zandvoort.
Tussen 1954 – 1960 werd de 2,5L motorformule in de F1 van kracht. Het tijdperk waarin aanvankelijk Mercedes en later uiteraard Ferrari en Maserati domineerden. De BRM-overwinning op Zandvoort was eigenlijk al een uitzondering want een nieuw tijdperk diende zich aan. De Australiër Jack Brabham won met een Cooper Climax F1 de Grand Prix in 1960 op Zandvoort. Met de komst van de 1.5L motorenformule in 1961 begonnen de Dinosaurussen in de F1 met hun voorin geplaatste motoren, zelfs al voor de komst hiervan, terrein te verliezen. Ook John Cooper verrichtte baanbrekend werk. Al reed men bij Auto Union al voor WWII met achterin geplaatste motoren. Nieuw was het dus eigenlijk niet. Jack Brabham en John Cooper zorgden daarbij ook nog eens op Indianapolis voor eenzelfde revolutie waarbij de Dinosaurussen definitief in de ban gedaan werden.
Jack Brabham maakte samen met Ron Tauranac in 1966 optimaal gebruik van de nieuwe 3L Formule. Zowel Brabham himself als Denny Hulme wonnen in 1966/1967 met hun 3L Brabham Repco's de wereldtitel. Met de komst van de Ford Cosworth DFV veranderde het gezicht van de Formule 1 in 1967 definitief. De motor werd aan de achterwielophanging gemonteerd en vormde voor het eerst ook een integraal deel van het chassis. De succesvolle Cosworth-motor was maar liefst 18 jaar actief in de autosport en behaalde 155 Grand Prix-overwinningen. Michele Alboreto bezorgde in 1983 de Cosworth DFV de allerlaatste F1-overwinning.
Ook op de expositie is er aandacht voor de F1 bolides van de Nederlanders Dries van der Lof en Carel Godin de Beaufort. Zeker de moeite waard om in vakantietijd Formule 1 Historie op te snuiven.