Retro: Hoe staan we ervoor met het boek over Wim Boshuis, Racer zonder poeha
We zijn weer een maand verder met Wim Boshuis, Racer zonder poeha. Goed nieuws: we hebben flink wat vorderingen geboekt! Mattijs heeft bijna alle gesprekken achter de rug en is bovendien flink aan het schrijven geslagen. Om nou te zeggen dat het boek klaar is – nee, dat ook weer niet. Maar het scheelt niet eens zo veel...
Dat we onze planning van 'tweede helft van 2022' gaan halen, is nu wel duidelijk. Sterker nog, het zal waarschijnlijk niet heel lang in die tweede helft duren voordat het boek bij je op de mat ligt.
Heb je 't boek nog niet besteld? Het is zeker de moeite waard om dat alsnog te doen. Want het boek wordt extra dik en bevat vele mooie herinneringen, die goed zijn voor een lach en een traan. Het boek kost nog altijd 24,95 euro exclusief verzendkosten, ook al krijg je straks méér dan de aangekondigde 160 pagina's. Je kunt het bestellen op wimboshuis.autosport.nl. En niet te vergeten: de namen van alle voorinschrijvers die vóór 31 mei bij ons binnen zijn en hebben betaald, worden achter in het boek vermeld!
MEER INFO en BESTELLEN
Een beeld van Wim Boshuis
Net als bij de boeken over Wim Loos en Ab Goedemans stonden we voor de opdracht om de hoofdrolspeler van het boek tot leven te brengen. Maar hoe doe je dat als hij er niet meer is?
Spreken met de mensen die hem van jongs af hebben meegemaakt – dat lijkt de logische keuze. Bij het boek over Appie leverde dat een scala aan dolle avonturen en pakkende verhalen op. Maar Wim Boshuis was een stuk kalmer van karakter. Schelmenstreken zul je van Wim niet gauw noteren, niet voor niets was hij een racer zonder poeha.

Maar warme herinneringen zijn er des te meer – bijvoorbeeld van huisvriend Jan van der Pol. Of van zijn neef Evert Boshuis, die in de kartperiode zijn monteur bij Landia was. Of Kees van de Grint, die Wim meemaakte toen hij in de jaren zeventig bij Landia werkte. Iedereen met wie Mattijs sprak, schetste bovendien een heel tijdsbeeld eromheen. Zo leer je Wim ook kennen als een mens van zijn tijd.
Een extra handicap was wel dat Wim enig kind was en dus geen broers of zussen had. Gelukkig zette de rest van de familie de schouders eronder, zodat we toch een redelijk compleet beeld van zijn jonge jaren hebben.
Daarnaast maakten de mensen tegen wie hij racete, tijdens die seizoenen zelf het nodige mee. Bijvoorbeeld Han Akersloot, Hans Deen en Henri van Oorschot vertellen daar uitgebreid over. De manier waarop ze de strijd met Wim aangingen, zegt weer het nodige over Wim zelf. Dat geldt evenzeer voor de coureurs die hem niet zozeer als rivaal maar als teamgenoot hadden. Van Toine Hezemans tot Ernst Berg en Loek Vermeulen: allemaal vertellen ze hoe het was om met Wim samen te werken.
Méér dan in de vorige boeken leren we de hoofdrolspeler kennen door zijn eigen uitspraken. Bijna 15 jaar lang was Wim als Zeistenaar de held in de lokale Utrechtse media, als karter en als autocoureur. Frans Henrichs, Ger Rous en Johan Maaswinkel van het Utrechtsch Nieuwsblad volgden hem overal en deden verslag vanuit het perspectief van hun Stichtse favoriet. Ook de toenmalige Nieuwe Zeister Courant liet hem geregeld aan het woord.
En dan hebben we nog vakbladen als Autovisie, Autorevue en Kart & Karter. Journalisten als Rob Wiedenhoff, Hans Veldhuis, Rainer Bullhorst en Nico de Jong gingen regelmatig bij Wim langs voor een citaat. Last but not least: als je een mannenblad als hoofdsponsor hebt – zoals het Stichts Racing Team met Lach 69 – dan kom je ook daarin interviews tegen met de coureurs die je onder contract hebt. En dus ook met Wim...
Het tragische einde
Zoals we allemaal weten, kwam Wim in 1975 tragisch aan zijn einde tijdens de 24 Uren van Francorchamps. Die fatale laatste race zou zeer waarschijnlijk ook echt zijn laatste race geweest zijn – wat het allemaal des te tragischer maakt. Die race en alles wat daaromheen gebeurde, komt uiteraard uitgebreid aan bod in het boek. In een uitgebreid hoofdstuk duikt Mattijs diep in de gebeurtenissen van toen. Hoe kon het zo zijn misgegaan?
Het resultaat is een reconstructie waarin elk beslissend moment tot op de minuut en zelfs de seconde een plaats krijgt. Mensen die er toen bij waren, geven er allemaal hun duiding aan, van teamgenoten Loek Vermeulen, Huub Vermeulen en Aloys Mattijssen tot de toenmalige DNRT-monteurs Richard Gabeler, Paul Houteman en Klaas van Vuure, tot Rien Frankenhout, die op de tribune zat, tot Frans Lubin, die als eerste op de geslipte Wim Boshuis af kwam daveren... Ook de vele stemmen in de media van toen komen aan bod, elk met hun eigen mening en kleur.
Het is maar een van de tien hoofdstukken die het beeld van Wim compleet maken – en nóg een reden om straks dit boek in je boekenkast te hebben staan.
Met sportieve groet,
Mattijs Diepraam & Gerrie Hoekstra
MEER INFO en BESTELLEN
