Div: Bespreking autosportboeken en -kalenders (deel 1)

Het bespreken van autosportboeken aan het einde van het jaar is op deze site al jarenlang een goede traditie, die we uiteraard ook in dit uitzonderlijke jaar in stand houden. Zeker nu we toch nergens naartoe kunnen, is het genieten van een boek over onze favoriete sport een prima alternatief. Op veler verzoek verdelen we de besprekingen over meerdere dagen tussen nu en het einde van het jaar, met per keer een wat kleiner aantal publicaties, om het geheel wat overzichtelijker te houden. Zo beginnen we vandaag met een Engels- en een Nederlandstalig boek, alsmede een drietal kalenders.
Tekst: René de Boer (Twitter: @renedeboer)
Foto's: Rebocar/R. de Boer

Pete Lyons: Shadow – The magnificent machines of a man of mystery *****
Tal van liefhebbers keken al reikhalzend uit naar de komst van dit boek. Pete Lyons, al tientallen jaren actief als autosportverslaggever en -fotograaf, geniet een uitstekende reputatie als auteur van ondermeer prachtige boeken over de onvergetelijke CanAm-serie en als een van de weinigen had de Amerikaan ook toegang tot Don Nichols, de stuwende kracht achter de Shadow-raceauto's, waarmee rijders als Alan Jones, Jean-Pierre Jarier, Stefan Johansson en Jan Lammers in actie kwamen.
Twee foto's sieren de voorkant van het stofomslag, met het onmiskenbare Shadow-logo met de mysterieuze man met cape en hoed – een beetje zoals van sherrymerk Sandeman – en de geel-oranje-rood-zware teamkleuren. De bovenste foto is van een van de indrukwekkende CanAm-sportwagens, de Shadow DN4, zwart met UOP-bestickering, een enorme achtervleugel en de kelken die hoog boven de auto uit torenen. De coureur is Jackie Oliver, de foto is genomen op Mid-Ohio in 1974. Onderaan een Formule 1-auto, de DN8, met Alan Jones, op weg naar de enige Grand Prix-zege van Shadow op de Österreichring in 1977. 'Villiger Kiel Swiss Cigars' staat er op de auto. Een sigarenfabrikant als sponsor: andere tijden...
Het verhaal van Shadow als raceautofabrikant is onlosmakelijk verbonden met dat van Don Nichols. Geboren in 1924 in de Midwest, waar zijn moeder twee jaar later om het leven kwam als gevolg van een orkaan, waaraan Nichols zelf ook zware verwondingen overhield. Hij groeide op bij zijn grootouders en volgde in de sporen van zijn vader en grootvader als militair. Nichols maakte deel uit van de parachutelandingen tijdens D-Day en werd boven Arnhem gedropt bij de operatie 'Market Garden'. Na de oorlog diende Nichols in Korea en Japan en in dat laatste land ontdekte hij ook zijn liefde voor sportwagens, waarmee hij al snel ging handelen en ook ging racen. Nichols raakte zo ook betrokken bij de bouw van het circuit van Fuji.

In de zestiger jaren droomde Nichols, inmiddels terug in de VS en actief in de bandenhandel, meer en meer van eigen raceauto's, waarbij de CanAm-serie zijn doel was. Hij liet Mario Andretti en Jacky Ickx invliegen naar Los Angeles om hun visie op zijn ideeën en geplande sportwagen te geven. AVS (Advanced Vehicle Systems) Shadow was de naam van zijn ultralage CanAm-auto, waarmee hij de cover haalde van bladen als 'Road & Track' en 'Autoweek'. Samen met ontwerper Trevor Harris realiseerde Nichols de Mk1 als zijn eerste wedstrijdauto.
Het boek bevat enorm veel detailopnamen, ook van testsessies, en vanaf het seizoen 1970 een volledig overzicht van alle gereden races en de bijbehorende resultaten. Aan diverse personen die een belangrijke rol bij Shadow speelden zijn aparte bijdragen gewijd. Vanaf 1973 komt de Formule 1 er als activiteit bij, met de door Tony Southgate ontworpen Shadow DN1. Dat gaat jaar na jaar zo door, waarbij na het einde van de CanAm-activiteiten de Formule 5000 er in 1975 als tweede categorie bij komt. Ook hiervan zijn de races in woord en beeld belicht. In 1977 is er de enige Grand Prix-zege dankzij Alan Jones op de Österreichring. In de jaren 1977 en 1978 zijn er ook activiteiten met sportwagens als omgebouwde F5000-auto's, de vervaarlijk uitziende DN6C en DN10.
De Shadow-/Arrows-affaire komt uiteraard in het boek ook aan bod, terwijl in het hoofdstuk over het F1-seizoen 1979 ('Scratching to survive' is de veelzeggende titel) ook Jan Lammers in beeld komt, met de spectaculaire Samson-leeuw op de auto. Het seizoen 1980 is het laatste voor het team, het boek wordt afgesloten met fraaie studio-opnamen van een aantal wedstrijdauto's en een bijdrage over militaire auto's die Nicohols bowde, maar nooit verkocht, een nawoord van dochter Penny Nichols, die als tiener ook de nodige hand- en spandiensten voor het team van haar vader verrichte.

Het boek van Pete Lyons verdient zonder meer de kwalificatie 'standaardwerk' en geeft een geweldig beeld van de tijd waarin je enerzijds nog in een schuurtje succesvolle sportwagens kon bouwen en anderzijds als privéteam nog in de Formule 1 aan de start kon komen, al was dat in de tweede helft van de jaren zeventig natuurlijk ook al een aflopende zaak. Lyons was erbij en maakte het mee, dus hij is als geen ander gekwalificeerd om het volledige verhaal van Don Nichols en zijn team op te schrijven. Dat heeft hij op bijzonder lezenswaardige wijze gedaan, met veel achtergronden en leuke anekdotes, waarbij de honderden foto's een genot zijn om naar te kijken. De avontuurlijke Formule 1-constructies, teamleden in korte broek en zonder t-shirt (in de huidige Formule 1 ondenkbaar), de indrukwekkende CanAm-startvelden voor volle tribunes op circuits met dubieuze veiligheidsvoorzieningen (als die er al waren!): alleen al voor de foto's is het boek de aanschaf waard. Een absolute aanrader voor wie geïnteresseerd is in dit wat obscure stuk autosporthistorie, goed verzorgd in hardcover met stofomslag en naar goede Britse uitgeverstraditie ook voorzien van een uitgebreid namenregister.
Pete Lyons: Shadow – The magnificent machines of a man of mystery. Evro Publishing, ISBN 978-1-910505-49-6, Engelstalig, 464 pagina's, 24 x 29 cm, hardcover met stofomslag.