Formule 1: Fatsoenlijk portret
Het voordeel van de tests is dat de meeste coureurs tussen de bedrijven door behoorlijk aanspreekbaar zijn - anders dan tijdens de drukbezette Grand Prix-weekends, wanneer tweehonderd journalisten het liefst allemaal een exclusief interview willen. Ook voor fotografen wordt veelal uitgebreid de tijd genomen, bijna elke rijder gaat wel even vijf minuten 'mooi staan', met de helm in de hand en alle sponsornamen op de overall prominent in beeld.
Tekst en foto's : René de Boer
Eén negatieve uitzondering: Ralf Schumacher. Niet zodra ziet hij een camera op zich gericht of hij trekt een nijdig gezicht, draait zich om en verdwijnt weer in de pits. 'Verwend rotjong', moppert een Engelse fotograaf na de zoveelse vergeefse poging een fatsoenlijk portret van de Duitser te produceren.
Wachten
Een belangrijk onderdeel van de testsessie is wachten. Voor de coureurs, totdat de technici weer iets aan de auto hebben veranderd. Voor de fotografen langs de baan, totdat er weer eens een auto langskomt. Kan soms wel héél lang duren, maar in de zon is het goed toeven. Voor de baanposten en het ambulancepersoneel, want er gebeurt niets ernstigs. Spannende actie hoeft er niet te worden verwacht en het is zelfs maar de vraag in hoeverre de teams het achterste van hun tong laten zien. Op voorwaarde dat er geen namen worden genoemd wil een goed ingevoerde vertegenwoordiger van één van de teams het volgende kwijt: 'Er zijn hier teams waarvan de auto ver onder het reglementaire minimumgewicht zit. Wat je dan hebt aan de testgegevens is me een raadsel, maar voor de show is het goed.'
Bij andere renstallen verloopt het minder rooskleurig. De Stewart-Ford SF2 staat grotendeels stil in de pits. 'Het was een mislukte test', meldt Jan Magnussen, die met me meerijdt naar het vliegveld. Wat hem betreft kan de seizoensstart nog even duren.