DTM: Patrick Huisman als Mercedes-fabrieksrijder in de DTM

"Eindelijk is het officieel: Patrick Huisman rijdt komend seizoen als fabrieksrijder voor Mercedes-Benz in de DTM! "Ik zou het wel van de kerktoren in Bornerbroek af willen schreeuwen", zegt Huisman zelf, die blij is dat er aan het lange wachten een einde is gekomen. Samen met Bernd Mayländer start de viervoudig Supercup-kampioen met een Mercedes-Benz CLK volgens de 2001-specificaties in het Eschmann-Manthey-Racing-team.

Tekst: René de Boer
Foto's: PR/Gerrie Hoekstra/Irlmeier

Nu hij eindelijk een van de felst begeerde fabriekscontracten in de autosport op zak heeft, is Patrick Huisman een uitermate gelukkig en tevreden mens. Al vele jaren koestert hij immers de droom van het rijden in de DTM. "Toen ik als coureur begon, bestond de DTM al", vertelt hij. "Ik was er al een keer heel dichtbij, zou in 1992 met BMW Nederland DTM hebben gereden. Had zelfs al een contract, maar na de ervaringen in het jaar ervoor besloot BMW het toch maar niet te doen. Een paar jaar later zat ik in de toenmalige STW Cup opnieuw dichtbij een fabriekscontract. Was de snelste in de regentraining in Spa, maar in de sessie daarna brak het wiel af en kon ik niet echt laten zien wat ik waard was. Peter Kox reed toen een goede race in Salzburg en een jaar later zat hij wel in het fabrieksteam."

Huisman kwam in de Porsche Cup terecht, wat hij zelf aanvankelijk als een zijspoor beschouwde. "Toch ben ik blij dat Hans-Willem te Pas het toen zo gedaan heeft", zegt hij terugkijkend. "Te Pas wilde graag Porsche rijden en haalde mij aan boord van het team. Zo heb ik andere teams en sponsors leren kennen en kwam ik voor 1996, toen Te Pas stopte, bij Obermaier terecht. Daar kreeg ik Falke als sponsor en met Falke kwam ik weer bij Manthey terecht. Dat ging behoorlijk." Gevoel voor understatement.

Loyaliteit beloond
Toerwagens bleven lokken, en voor het afgelopen seizoen had Patrick Huisman ook van andere Supercup-teams diverse aantrekkelijke aanbiedingen op zak. Hij besloot echter toch bij Manthey te blijven, een beslissing waarmee hij nu uiteraard zeer tevreden is. Zijn loyaliteit wordt beloond, want samen met Manthey groeit hij door naar de DTM. "Ik hoop dat ik er nog lang kan blijven", aldus Huisman. "Dat Manthey het kan, weet ik zeker. Olaf is zelf technisch heel erg goed en hij verzamelt ook de juiste mensen om zich heen." Met de infrastructuur zit het ook wel goed. Eschmann-Manthey Racing beschikt over een fraai nieuw fabriekspand op het industrieterrein in Meuspath, op een steenworp afstand van de Nürburgring. Bovendien staan zowel Manthey als de uiterst kapitaalkrachtige sponsor Eschmann, een staalfabrikant, erom bekend dat ze niet van half werk houden.

Vandaar ook dat het team volgend jaar met nieuwe, state-of-the-art CLK's aan de start verschijnt. Een privilege dat normaliter is voorbehouden aan teams die al een langere relatie met het moederhuis hebben. "Met 2000-auto's had Manthey het nooit gedaan", weet Patrick Huisman. Vandaar ook dat Manthey zijn eigen rijders Huisman en Mayänder mocht meebrengen en daarvoor het O.K. kreeg van sportdirecteur Norbert Haug. Die had Huisman toch al op zijn verlanglijstje staan, mede getipt door FIA-topman Herbie Blash en met de complimenten van de Nederlandse Mercedes-importeur. Ook vanuit Circuit Park Zandvoort zal het vastleggen van Huisman goedkeurend zijn opgenomen. Met volgend jaar september een DTM-race op het duinencircuit in het verschiet is een landgenoot aan de start altijd goed voor de kaartverkoop.

Fitnesstraining
Om de kosten in de DTM in te dammen, zijn de testmogelijkheden voor de start van het seizoen uitermate beperkt. Patrick Huisman stapt medio februari voor het eerst achter het stuurwiel van een DTM-Mercedes. Voor die tijd staat al een intensief fitness-programma op stapel, waar hij na de feestdagen aan begint. "Dat zal best zwaar worden, maar natuurlijk heb ik dat ervoor over", zegt hij. Over de folteringen van fitness-goeroe Toni Mathis in het Oostenrijkse Vorarlberg, inclusief de zogeheten "Himmelsstiege", een trap van 2465 treden langs het parcours van een skilift, blijkt Huisman al goed op de hoogte. Er staat hem nog wat te wachten.

Natuurlijk is het moeilijk om te zeggen hoe goed hij in het veld van routiniers als Schneider, Reuter en Winkelhock uit de verf zal komen. "Wat betreft de auto heb ik een nadeel, want de meeste anderen rijden er al een jaar in. Maar tegen het merendeel van de DTM-rijders heb ik ooit zelf wel eens gereden en ik weet dus hoe snel ze zijn. De vraag is hoe ik de auto vind, of ik de afstelling vlot voor elkaar krijg. Ik verwacht twee, drie races nodig te hebben om te leren, maar dan wil ik er ook bij zijn!"

Huisman weet dat hij zich als Mercedes-fabriekscoureur in een benijdenswaardige positie bevindt. Wie eenmaal lid is van de Mercedes-familie, mag rekenen op de nodige privileges. En het is tenslotte niet niks om je in de traditie te bevinden van Fangio, Lang, Caracciola, Hermann, Schneider, Ludwig en consorten. "Ik ben echt blij dat het nu gelukt is", zegt hij met nadruk. "Ik kom via de klassieke weg, niet zoals de meeste jonge jongens nu vanuit de formulewagens. Ik heb nooit in zo'n ding gepast, ben ik veel te lang voor. Maar het blijkt dat je zo ook in de DTM kunt komen. Gelukkig maar!"